(Gepubliceerd op MAMASCHRIJFT 1 januari 2018 De meeste ouders straffen hun kind wel eens om ze te leren wat wel en niet mag. Monike kiest ervoor niet te straffen, omdat het averechts kan werken. En wel om deze redenen…)

‘Niet tegen mijn moeder zeggen he?’, het zevenjarige vriendinnetje is met dochterlief bij me op de bank gekropen. Ze kijkt me met blije verwachting aan en wil dolgraag verder gaan met haar verhaal. Even voel ik mijn maag samentrekken van alle tegenstellingen en wat ik nu zou horen te doen. Dan besluit ik dat te laten, kijk haar aan en vraag naar het verhaal.

Ze vertelt over de keer dat ze straf had. Op haar kamer alleen verder moest eten. Dat wilde ze niet en ze bedacht dat ze het eten uit het raam kon gooien. Maar iemand zou het daar vinden. Uiteindelijk had ze de bloemkool onder in een tas gestopt met iets van plastic erover heen. Het lege bord had ze aan haar ouders laten zien. Ik vraag waar de groenten nu zijn. Ze zitten nog in de tas. Ze bedenkt ter plekke dat ze het kan meenemen om schoon te maken. Dochter en vriendin staan daarna op en spelen verder.

Straffen gaat voorbij aan de behoefte

Een week later zit het nog in mijn hoofd. Ik mijmer over straffen en wat ik er ooit over las. Straf gaat voorbij aan de oorzaak van gedrag (vrijwel altijd een, door ons als ouders, nog niet ondekte of ondergeschoven behoefte) en laat een kind zich ongehoord voelen. Daarbij stimuleert het, net als belonen, extrinsieke motivatie. Ik schrok ooit toen ik het onderzoek las waar op hersensscans dezelfde hersengebieden actief werden bij straf door uitsluiting, zoals een time-out, als fysieke mishandeling. Genegeerd worden door jou als ouder raakt aan de oerangst om je liefde te verliezen.

Korte termijn winst, contraproductief op de lange termijn

Recent las ik opnieuw waarom straffen op lange termijn contraproductief is. Alfie Kohn schrijft in zijn boek Unconditional Parenting over beloning en straffen en redenen om te overwegen of je wil doorgaan met straffen. Enkele daaruit:

  1. Mensen voelen zich door straf een slachtoffer, en als dat maar vaak genoeg gebeurt, kunnen ze uiteindelijk slachtoffers gaan maken. Ik denk aan pestgedrag. Of de keren dat dat ik hoorde dreigen ‘dan ben je mijn vriendin niet meer’ of ‘anders mag jij niet op mijn feestje komen’. Ze geven door wat ze leerden: straf.
  2. Straf verliest zijn effectiviteit. Niemand ontkent dat straf werkt. Op de korte termijn. Dat leerden we van Pavlov en Skinner, die expirimenteerden met gedragsbeinvloeding. Op dieren. Angst voor pijn en vermijden van iets onprettigs zorgt voor gedragsaanpassing, maar onze hersens hebben er steeds meer van nodig. Hoe ga je dat doen als ouder? Steeds zwaarder straffen?
  3. Het leidt een kind af van waar het om gaat. Kijk naar bovenstaand voorbeeld. Het meisje is niet bezig met de reden van de straf. Die heb ik niet eens gehoord in het hele verhaal. Wij mensen willen de consequentie verlichten. En het gaat niet meer over de ander, laat staan over de vraag ‘wat voor mens wil ik zijn en hoe wil ik in relatie tot anderen staan?’.

Kohn zegt dat kinderen door straf leren liegen en dat de relatie met de ouders kan ondermijnen. Pittige stellingname, maar het houdt me bezig. Want ik zie mooie ouders vanuit positieve intenties straf als opvoedmethode hanteren.

Luisteren met een oordeelloos hart

Er zijn nogal wat verschillende opvoedvisies en -methodes, met ook fysieke en mentale straffen. Ik maakte ze van dichtbij mee met Nederlandse ouders en in mijn jarenlange werk met vluchtelingen-ouders, in vele landen en nu we in India leven zeker. Hier is straf, ook fysiek, de normaalste zaak van de wereld. Mijn hart krimpt samen bij de gedachte eraan. Helemaal toen ik vorige week een kind hoorde uitgillen door de muren heen ‘please stop!’, toen heb ik de moed verzameld aan te kloppen met de vraag of ik kon helpen. Desondanks blijft de vraag: wie ben ik om te oordelen over bepaalde methodes en daarmee hele werelddelen?

Blijven ontdekken

Wat ik kan doen, is blijven ontdekken wat mijn eigen weg is, die van onze kinderen en (waar mogelijk) die van anderen. Wat heb ik en heeft de ander in dit moment nodig? Daarmee blijf ik zoveel mogelijk weg van straf en poog luisterend mee te zoeken naar de onderliggende behoefte.

De rust en vanzelfsprekendheid van het moment op de bank komt me weer voor ogen. Het ontstond mede doordat ik niet bezig was met haar gedrag (in gedachten) af te keuren of grappig te vinden. Ik wilde haar gewoon horen. Ik ben dankbaar voor haar delen. Alle ouders en alle opvoedingen kennen beperkingen, die soms leiden tot een geheim of ongeziene behoefte van een kind. Ik hoop dat op de momenten dit speelt bij onze kinderen, andere volwassenen ook zonder oordeel naar hen luisteren en gewoon even bij hen zijn.