We willen graag normaal zijn. Of nou ja, wat we geloven dat normaal is. ‘Normaal’ wordt wat we het meeste om ons heen zien en voelen. Als we ‘normaal’ zijn, horen we erbij. Of we vinden ons ‘normaal’ in een subgroep die zich afzet tegen het ‘normale normaal’ 🙂
Zo menselijk. Het is wat ons brein wil, namelijk: energie besparen door te doen wat we zien/kennen. ‘Normaal zijn’.
Met een hoogsensitief brein kan dat nog meer zijn gaan spelen. Niet omdat het inherent aan hoogsensitiviteit is trouwens.
👣 Maar… wat zien we als we uitzoomen naar wat voor de ‘meeste mensen’ normaal is?
Normaal is dagelijks medicijnen gebruiken Normaal is druk en stress voelen Normaal is sociaal angstig (teruggetrokken of pleasend) of niet alleen kunnen zijn Normaal is schulden hebben Normaal is je altijd moe voelen Normaal is je niet vrij voelen zonder alcohol (of andere middelen) Normaal is uren schermtijd per dag Normaal is dagelijks werk doen waar je niet van houdt Normaal is geregeld gebruik van party- of ‘ontwikkelings’-drugs Normaal is ‘negatieve’ emoties moeilijk en lastig vinden en er vanaf willen Normaal is filters of plastisch chirurgie, weg van rauwe schoonheid Normaal is je opgesloten voelen in je leven, met vakantie als escape Normaal is tehuizen vol eenzamen Normaal is doen wat je gewend bent en je ellendig voelen
👣 Zou dit gangbare normaal ons niet horen af te schrikken?
Zullen we gewoon niet-normaal zijn? Of: een natuurlijk ‘normaal’ ontdekken, dat voor iedereen, en steeds, net anders is?
👣 Wat als we voorrang geven aan moed en kracht om ongemak te ervaren?
Waarom? Om te kunnen afwijken.
Dat kost wat: het brengt dwingende gedachten die je op het vertrouwde pad willen houden, en kan een gevoel van afwijzing mee brengen, emotie, moeilijk, zwaar, etc.
Zeker met een sensitief brein, waarin veel omgevingsprikkels opgemerkt en diep verwerkt worden, kan dat ongemakkelijk voelen, het anders gaan doen.
Dus om af te wijken is dus moed en kracht nodig. Moeite.
Tijdelijk.
👣 Waarom tijdelijk? Op zeker twee manieren:
👣 Na enkele weken tot een maand of drie oefenen, vallen en opstaan met afwijken, kent je breinlijf de neuro-paden van afwijken en gaat dat natuurlijk voelen.
👣 En vooral: er komt ruimte waarin je je eigen natuur herkent, geregeld in flow komt en je vanuit je belichaamde ‘wilde’ zelf kiest voor compassie, creatie en zingeving.
En je hoogsensitieve zenuwstelsel gedijt juist extra goed bij een betere (interne!) omgeving en je natuurlijke groei en flow kan je gaan verbazen!
Wees lekker niet-normaal in een ongezonde omgeving. Wees ‘natuurlijk’, neem die moeite met je hele hart. Jij bent al heel en die moeite waard.
** Eigenwijs in evenwicht staat voor belichaamde compassie en betrokkenheid bij je zelf, elkaar, de aarde en om dood, rouw en stress niet gescheiden te zien van leven, liefde en flow. Be in the doing via modderige spiritualiteit. Laten we inzichten en verhalen van zin delen met elkaar. Thuis in je lijf en leven.
Overdenken is een trauma-respons, ja, dat kun je zo noemen.
Je zenuwstelsel gaat in standje onveilig allerlei automatische gedachtenpatronen herhalen, want die zijn bekend, die zenuwbanen zijn het meeste gebruikt. Met de bedoeling je veilig te houden.
Dat betekent niet dat het als volwassene geen keuze is.
Als we de werking van ons zenuwstelsel kennen, ons bewust zijn van de wervelingen van onze geest en waar we onze energie heen laten gaan, kunnen we dat alles zien. Zien dat het zo werkt, dat we weer eens in die overdenk-staat worden gezogen.
Hoe helpt dat? En hoe kunnen we dan kiezen?
👣 Dan kunnen we er ok mee zijn, en kiezen of we willen glimlachen naar ons systeem, dat ons veilig wil houden; en kiezen of we ruimte willen geven aan de wetenschap dat we veel meer zijn dat dit, naast alle gedachten (en emoties).
👣 We kunnen dan kiezen om niet de inhoud van die gedachten te geloven, omdat dat niet nuttig is. Of om mee te gaan in het verhaal in ons hoofd, bewust dat het maar 1 interpretatie is. Er valt keuze te voelen om onze energie wel of niet te laten gaan naar oplossingen voor issues die ons brein in die staat nou eenmaal ‘bedenkt’.
👣 We kunnen kiezen voor even alleen zijn, in de natuur, of te praten met anderen, terwijl we weten dat onze gemoedstoestand sowieso zal veranderen.
👣 Er is keuze waar we onze energie heen laten gaan, naar bekende gedachtenpaden of naar waarden en wat we in essentie de moeite waard vinden. Of spontane joy.
Met wat voor soort reactie je zenuwstelsel of brein ook komt: je bent al goed.
En vanuit die rustige basis, valt er vaak iets te kiezen, experimenteren en speels leven. En stopt niet alleen (tijdelijk) het overdenken/piekeren, je legt ook nog eens nieuwe zenuwpaden aan!
Als we het niet meer weten of zien zitten en we gevloerd zijn door hevige emoties: dat zijn dé momenten waarop we gaan groeien en leren, stelt Dabrowski.
Anders dan de gangbare kijk op ontwikkeling
De meeste reguliere of gangbare ontwikkelingstheorieën stellen dat intense emotionaliteit (neurose) belemmerend werkt, vandaar alle inzet op emotieregulatie en ‘rust’.
Wat nou als emotionele turbulentie juist een motor is om naar een volgende menselijke laag te komen? Een stuwende kracht om je jezelf en je leven opnieuw vorm te geven op een manier die meer past bij de ware aard van jou en het leven zelf.
Zou je dan in alle ellendige emotie en uit-balans voelen niet door je tranen heen staan te juichen? Zou je een diep rouwproces met overgave en dankbaar laten gebeuren? Met compassie, waardering en zelfcoaching brengt dat innerlijke vrijheid om het leven te leven, passend bij je gekozen waarden voor de samenleving. Toegegeven, dat is niet per se makkelijk 😉
Misschien kun je je hierin laten steunen door – of op z’n minst nieuwsgierigheid voelen naar – de Poolse psycholoog en psychiater Kazimierz Dabrowski (1902-1980) met zijn Theorie van de Positieve Desintegratie (TPD): de intensiteit toont je groei-instinct aan en geeft je de kans om je potentie meer te leven en de veelheid van het leven te waarderen
Dabrowski was persoonlijk en al jong bekend met de dood en de emoties daarrond, via ervaringen in en na WO II, zijn gevangenschap onder het stalinistische bewind en de dood van zijn zusje. De druppel tot zijn carrièrekeuze voor geestelijke gezondheid was de zelfdoding van zijn beste vriend. Hij was op zoek naar een theorie waar het menselijke gedrag in alle uitersten in verklaard kon worden, zowel de gruwelijkheden als de warmste empathie. En heeft veel onderzoek gedaan voor deze theorie.
Hij ging met zijn visie radicaal in tegen de psychologische consensus van die tijd (en deze tijd). Niet alleen vanwege het positieve licht op emotioneel lijden en overprikkeling, maar ook omdat hij stelde dat hogere ontwikkeling niet gebouwd is op lagere. Hij geloofde dat diepe ontwikkeling het nodig had dat lagere structuren afgebroken worden, je dus psychisch, mentaal en emotioneel uit elkaar valt en jezelf vanuit die chaos opnieuw – met nieuwe structuren – opbouwt.
Ontwikkelpotentieel als kern van de visie van Dabrowski
Dabrowski is in deze tijd vooral bekend in de wereld van hoogbegaafdheid met de overexcitabilities, maar het is veel ruimer en kan precies de ingang zijn die jou steunt als je je uit elkaar gevallen voelt. Waarom? Omdat o.a. emoties een andere duiding krijgen en groeipijnen ineens met je potentieel te maken hebben 😉
De kern van Dabrowki’s TPD gaat over de door-ontwikkeling van persoonlijkheid via het enorme groeipotentieel dat vrij komt bij emoties. Door-ontwikkeling waarheen? Naar je ware zelf. Dit gaat volgens TPD op basis van je diepste waarden en visie op ‘hogere’ mogelijkheden waar psychische groeikracht nodig is (intense prikkels en emoties kunnen dragen) om jouw keuzes te maken.
Het is een humanistische ontwikkelingspsychologie en een ‘hele’ manier om naar jezelf en het mensbeeld te kijken: dynamisch in ontwikkeling. En vanuit heelheid in elke fase.
Vanuit de yogatraditie zou je dit plaatsen op het pad van ont-wikkelen via persoonlijkheid naar je ware Zelf en ‘zelf’ bevrijding. Een ‘heel’ mensbeeld ook in relatie tot het grote geheel. TPD als een aanvullende ingang, of misschien slechts andere taal, om de yogatraditie (en vele andere wijze oude tradities) vanuit ontwikkel-perspectief in je leven te ervaren en belichamen.
Emoties maken je zo betrokken dat je wil groeien
Dabrowksi stelt dat als iets wat er gebeurt je niet raakt, er geen betrokkenheid is en daarmee dus geen neiging ontstaat tot veranderen/groei.
De emoties die wij als ‘zwaar’ of moeilijk ervaren, zijn een heldere poort of een kantelpunt richting een nieuwe werkelijkheid, innovatie en ontwikkeling. Een thema, patroon, de situatie van alle kanten bevoelen, je er op een diepe manier mee verbinden en ermee in actie komen, is creatiekracht naar een nieuwe realiteit. Ze zijn een uitnodiging! (Eentje, zo zie ik het graag: via luchtigheid en speels creatief oerkracht ontdekken)
De uitnodiging aannemen is als een innerlijke drive om andere delen van jezelf ruimte te geven of nieuwe vaardigheden te leren. Want tof, die menselijke capaciteit om in elke situatie te kunnen kiezen waar je heen gaat, daarvoor is het wel nodig om innerlijk ook toegang te ervaren tot die capaciteit. Maar eerst de theorie.
Waaruit is de Theorie van Positieve Desintegratie (TPD, Dabrowski) opgebouwd?
De Theorie van Dabrowski kent drie verschillende elementen die onderdeel zijn van de menselijke ontwikkeling, waar deze kan stoppen of doorgroeien en hoe.
De drie krachten van Ontwikkeling
De vijf lagen waar je met de drie krachten authentiek doorheen komt
De overexcitabilities of overprikkelbaarheden in die krachten
De drie factoren of krachten van ontwikkeling
Volgens Dabrowski zijn er drie factoren of drie krachten die een rol spelen bij de ontwikkeling door vijf niveaus, of liever: lagen, heen. Je groei is volgens deze theorie afhankelijk van de twee bekende factoren: nature en nurture en een derde die Dabrowksi noemt: je innerlijke wil om te leren en groeien.
Nature – je aanleg en specifieke combinatie van mogelijkheden, talenten en capaciteiten op allerlei delen van het menszijn die je bij je conceptie meekreeg, het ontwikkelingspotentieel. Hier zit ook een deel van de overexcitabilities.
Nurture – de invloed van je (sociale) omgeving en hoe je deze interpreteert en ermee omgaat. Hier gaat het om de invloed van onze ervaringen al vanaf in de baarmoeder en de ontwikkeling van ons zenuwstelsel. Hier zit een ander deel van de overexcitabilities.
Groeikracht – wilskracht van je hart, de mate van verlangen naar groei en zelfsturing (dat is iets anders dan alles zelf willen oplossen of bepalen!). Hier wordt zichtbaar waar je voor kiest om bewust mee bezig te zijn om te groeien, via doen en actie. Je waarden zijn hierbij leidend. Deze derde kracht speelt bij ontwikkeling vanaf de derde laag en komt voort uit de eerste twee lagen en overstijgt deze.
Deze drie krachten dragen bij aan de overgangen die je maakt naar een volgende laag. Wat zijn die lagen dan?
b) De vijf lagen
We hebben ons als mens allen meer of minder aangepast aan de ervaringen, normen, waarden, gedrag en energie uit onze opvoeding, het schoolsysteem en de maatschappij. Vandaaruit is er ontwikkeling mogelijk en volgens Dabrowski in vijf lagen of niveaus, die voorbij gaan aan het als mens alleen maar willen ‘functioneren’.
Laag 1: Primaire integratie
Je voelt je eigenlijk wel gewoon prima en het leven gaat zijn gangetje. Je voelt je best vaak blij en dingen ‘zijn nou eenmaal zo’ en je vermijdt gedoe en conflicten het liefst. Zolang er tenminste niemand aan je hoofd zeurt. En je geregeld de beste bent.
Verliezen en negatieve emoties wil je liever niet. Meestal komen ze trouwens door een ander die iets fout deed of zei, het leven dat oneerlijk is of het weer dat ‘slecht’ is. Innerlijke conflicten? Daar doe je niet aan en snapt ook niet dat anderen zich daarmee bezighouden, nutteloze zelfreflectie. Stiekem komt de onzekerheid heus wel eens op, maar die weet je snel weer weg te werken: gewoon niet te veel bij stilstaan.
In deze laag is er een samenhangende psychologische structuur: plezier zoek je op en pijn vermijd je, zonder werkelijke autonomie of eigen verantwoordelijkheid te nemen als iets anders/onprettig/fout loopt. Conformiteit is belangrijk & socialisatie.
Laag 2: Eénlagige (unilevel) desintegratie
Hier vallen mentale structuren uit elkaar en je bent aardig zelfbewust. Dit is de fase van onrust (dis-ease volgens Dabrowski). Soms als een reactie op verandering zoals de puberteit, de dood of een intense reis. Je voelt je wiebelig, je emoties wisselen en er kunnen gedachten zijn als ‘is dit het dan?’, ‘dit kan toch ook anders?’.
Je bent je bewust dat je veel voelt, zelf, maar gelooft ook dat je andermans gevoelens overneemt en je wil dat de ander zich fijn voelt, want dan voel jij je ook fijn. Of je sluit af.
Je ziet polariteit in de wereld en in jezelf en dat voelt zwaar. Er ‘ontstaan’ conflicten in je binnenwereld en met je omgeving of vage lichamelijke klachten of angsten. Systemen moeten en kunnen anders, maar jij voelt je klem. Emoties mogen best af en toe, maar niet te veel en al dat getwijfel doet je verloren voelen in het niet-weten, schaamte of schuld. Daar wil je vanaf. In deze fase zoeken mensen vaak hulp. Desintegratie voelt kwetsbaar en je zal willen herstellen naar de primaire integratie: dat voelde wel goed. Dat is een bescherming mechaniek tegen nog verder uit elkaar vallen en alle risico’s van dien.
In deze laag ben je bewust van waarden en keuzes die niet eigen voelen, maar wel vertrouwd zijn en is er een neiging richting sociale goedkeuring. Deze tweede laag is het eerste niveau van desintegratie: jij, of de emotionele en mentale structuren die zo overzichtelijk leken, valt uit elkaar. Hier kan stress of innerlijke pijn groot voelen. In deze laag ontstaan vaak crisissen: een burn-out, depressie, ziekte of zelfs psychose en suïcide-neigingen. In dit niveau zie je geen directe oplossing.
Je kan hier lang blijven hangen en na jaren van ellendig voelen weer in de eerste laag komen, of doorgroeien naar de derde laag en je met de potentiekracht van emotie moreel eigenwijs doorontwikkelen.
Je wordt vanaf deze laag niet meer alleen door nature (aanleg) en nurture (ervaringen en zenuwstelsel uit je omgeving) vooruit gestuwd, maar vooral door de wens om te groeien (de derde kracht).
Je hebt een vermoeden van wat er zou kunnen en waar je heen wil. Bewust van de tegenstrijdigheden in de wereld ga je strijdlustig aan de slag tegen onrecht. Misschien noem je het ‘stevige grenzen zetten’. Je merkt dat je minder twijfelt en meer doet. Je zit soms vast in innerlijke conflicten en tussen waar je bent en waar je wil zijn. Waardoor je focus komt op zelfobservatie en ‘aan jezelf werken’: coaching, cursussen en opleidingen.
Er kan in deze laag existentiële angst of eenzaamheid zijn, hoewel vreemd genoeg je eigenwaarde steviger lijkt te zijn, doordat je focus hebt op het doen van je waarde. Het lukt niet altijd, maar steeds vaker kies je authentiek voor groei met het ongemak dat daarbij hoort. Want opkomen voor je waarden kan onrustig voelen: je uitspreken of zichtbaar kiezen brengt risico mee.
Je ervaart het tegelijk als pijnlijk en groeiend waardoor verandering blijft, in plaats van terug te vallen via laag 2 naar 1. Je leert bij je eigen pijn zijn (en later die van anderen) zonder die te willen oplossen. Als een ontwikkelpad van empathie naar Compassie. En by now, kun je deze reis al wat vaker eens zien als innerlijk feestje.
In deze laag start de meerlagigheid. Er is innerlijk conflict, maar dat krijgt vaker richting (door oa een persoonlijkheidsideaal) en het boost emotionele, morele en mentale groei. Dabrowski stelt dat deze laag gaat over positieve onaangepastheid: niet meer automatisch doen wat hoort en meer autonoom kiezen voor waarden.
Dat vraagt loskomen van wie jij dacht te zijn, via zelfkennis, emotionele vaardigheid tijdens stress, verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en een open sensitiviteit voor feedback. ‘Ik ben iemand die..’ transformeert naar onbevangenheid, nieuwsgierig naar wie je nu (precies in dit moment!) bent en nog meer kan zijn.
Laag 4: Georganiseerde meerlagige integratie (ergens naar toe bewegen)
Je voelt je grotendeels kapitein op het schip van jouw ontwikkeling. Je weet authentiek wat je wil, er zijn minder innerlijke conflicten en de waarden waar je voor staat zijn helder. Je kan jezelf coachen in de gewenste richting en door de woelige zee van emoties.
Je laat je diep raken door het lijden van anderen. Dat samen met je waarden en vertrouwen doet je meer verantwoordelijkheid nemen voor een ander en de samenleving, zeker bij onrecht. Niet om macht, status of om jezelf fijner te voelen, maar óm de ander op zichzelf (denk aan Levinas). Je focus is niet meer op je eigenwaarde, maar op je waarden leven. Je zoekt vanuit groeikracht en ongemak om ruimte te geven aan je potentieel. Je hebt een innerlijke a) waarnemer en b) milde reisgids die je helpt je in te zetten voor de samenleving en de aarde.
In deze fase ontwikkelt meerlagigheid door. Je weet waar je heen wil. Je kiest bewust voor innerlijk conflict om een helder waardensysteem en morele identiteit vanuit overgave te creëren. Met benodigde ik-kracht bij onbegrip of weerstand en je te laten vormen. Er is streven naar zelfperfectie vanuit diepe zelfacceptatie en vertrouwen dat ontwikkeling natuurlijk is: het gebeurt vanaf de conceptie vanzelf.
Er is compassie voor de pijn van anderen, zonder deze over te nemen, op te lossen of overweldigd te raken. Maar met de vaardigheid er vol bij aanwezig te zijn.
Laag 5: Secondaire integratie
Je bereikt een integratie van alle lagen met je eigen waardenopbouw als reisgids en je hebt diep inzicht in de menselijke werking. Je merkt de verschillende emoties, gedachten en neigingen op in jezelf en laat deze flexibel samen gaan in een harmonie, niet harmonisch hoeft te zijn volgens de norm.
Je oude verhaal is niet langer relevant: wie je geloofde te zijn (‘ik ben iemand die..’, ‘ik ben zo omdat dit en dit in mijn verleden..’ ) en laat elk moment ontstaat vanuit wie je op dat moment bent en wie je creëert. Je kan je innerlijke expressie geven en staat met een morele identiteit in de wereld op voor de ander. Je bent betrokken bij de samenleving en het welzijn op aarde. ‘Hoe kom ik tot mijn recht’, veranderde in ‘hoe komen zoveel mogelijk mensen tot hun recht?’ wetende dat je de moeite daarvan kan dragen.
Deze vijfde laag is -als je er al aan komt- levenslang. Je blijft doorgaan richting het persoonlijkheidsideaal en zelfperfectie. Je volgt moeiteloos (dat is niet zonder ongemak..) je eindeloze groei-instinct, terwijl compassievol altruïsme en speelse out of the box creaties prominent aanwezig zijn. (Slechts weinig mensen komen volgens de theorie op laag vijf op verschillende gebieden van het leven).
c) De overexcitabilities, overprikkelbaarheden
En dan komen we uit bij de overexcitabilities, in vreselijk Nederlands: de overprikkelbaarheden (OE’s). Kort gezegd staan deze voor een sterk verhoogde responsiviteit van het centrale zenuwstelsel op stimuli (van verschillende soort).
We zien deze al vanaf jonge leeftijd terug in gedrag, als ze hoog aanwezig zijn. Veel mensen die zichzelf/hun kind identificeren als hoogsensitief of hoogbegaafd kennen deze sterkere reacties op bijvoorbeeld emotioneel of cognitief gebied. Maar we hebben als mens allemaal een of meerdere van de OE’s. Het zijn namelijk menselijke eigenschappen die alleen niet in gelijke mate bij alle mensen voorkomen.
Intellectueel (eindeloze leerhonger, de capaciteit van de activiteit van de geest)
Verbeelding / fantasie (out-of-the-box denken, humor, alsof situaties kunnen zien)
Sensueel / zintuiglijk (
Psychomotorisch met veel fysieke energie en dadendrang
Dabrowski zegt dat vooral de intellectuele, verbeeldende en emotionele overexcitability, cruciaal zijn voor ontwikkeling.
En hij noemt in het bijzonder de emotionele overprikkelingscapaciteit een drijfveer en fundament voor verregaande ontwikkeling. Dat is in contrast met de dominante kijk van de maatschappij. In plaats van inzetten op emotieregulatie, ten diepste aannemen dat ontwikkeling in morele, mentale en emotionele stevigheid, via intensiteit gaat.
Mijn interpretatie
De sensitieve intense mens heeft dus extra kansen op ontwikkeling, maar moet dat deels ook zelf uitvogelen. Als je door groeipijnen heen gaat en de (verinnerlijkte) omgeving meestal bevestigd dat stress en emotie er hooguit mag zijn, maar dan toch wel onder controle, dan vraagt het eigenwijzigheid, lucht en kracht om die intensiteit in je zenuwstelsel, groeipijn, te zien als kans. Als uitnodiging voor wat jij wil bijdragen aan de wereld, vanuit je speelse modderige spirituele aard.
En als er dan ook nog eens meerdere OE’s in hoge mate je systeem in gang zetten, dan zijn er ook meer innerlijke conflicten. Meer groeipijnen. Maar dus innerlijke conflicten die een mens kan gebruiken om te exploreren en als waardevol zien voor groei en creatief compassievol vrij leven.
Dus lieve sensitieve mens, je hebt veel ontwikkelpotentie. Je sensitieve verwerkingssysteem is bedraad om natuurlijkerwijs met alle groeipijnen en intensiteit en flow te blijven groeien via ontdekken.
Om je overprikkelbaarheden te leren kennen, er vriendschap mee te sluiten en ermee op ontdekkingsreis blijven, zodat ze juist bijdragen aan de groei die jij instinctief wil (ook al bestempeld je rationele brein dat niet per se als fijn…).
Je hebt kracht en kwetsbaarheid nodig om een groeizaam mens te zijn. De kracht voor het voelen van het ongemak (kwetsbaarheid) in je zenuwstelsel. In meerlagigheid ontwikkelen deze overprikkelbaarheden zich naar rijke voedende vrije en reguleerbare kwaliteiten en je ware speelse verbonden aard.
Doorheen alle lagen
Alleen als je door alle lagen heen bent gegaan, kom je in secundaire integratie (anders heb je een soort bypass gelegd zonder het hele leven te nemen).
Leuk weetje: Schuld en schaamte zijn volgens Dabrowski signalen dat je klaar bent voor de volgende fase en dus hierbij dus grote helpers. Als we ze tenminste niet weg willen denken, ademen of werken.
Degenen die zich laten stuwen door hun groei-instinct en daartoe in staat zijn door zichzelf emotioneel en mentaal werkelijk te leren dragen, ontwikkelen zelfsturing als reisleider van het leven dat door hen is, het leven dat ze zijn. Deze mensen gaan eigenzinnig diep creatief bijdragen aan de samenleving op een manier die henzelf blij maakt, maar daar niet toe beperkt. Ze kiezen voor de onrust en de moeite voor de samenleving en het collectieve welzijn via hun benaderde persoonlijkheidsideaal en waarden.
De overexcitabilities helpen je richting je potentie als een gave om liefde en compassie en speelse vrije zeeën van mogelijkheden de wereld in te brengen via de vele vormen waarop het leven door je heen kan stromen. Via de dagelijkse kleine grootse keuzes. Vanuit zelfwaardering en creatiekracht, mét niet-weten en chaos.
De eigen overexcitabilities worden gekanaliseerd en vrij voor sociale of creatieve of zingevende ontwikkeling van de medemens, maatschappij en aarde. Je kiest voor méér dan jezelf, inclusief jezelf en hebt helder wat dat van je vraagt en bent bereid die moeite werkelijk te nemen voor de het grotere geheel, zonder dat je dat nog als ‘moeite’ labelt.
Tot slot een metafoor
Het uit elkaar vallen, het overweldigd, wanhopig of blanco voelen kun je voorstellen als impuls richting een steeds sterkere innerlijke vader en moeder (je persoonlijkheid) die je onbevangen vrije kind (je ware natuur) op handen dragen.
Zij die het kind nieuwsgierig gadeslaan, warmte en ruggensteun geven zodat het de eigen reis vooruit maakt vol vertrouwen om te experimenteren en relateren en zo als vanzelf groeit, niet voor ‘zichzelf’, maar als het leven zelf. En dit vrije kind draagt dan authentiek en natuurlijk bij aan alle mensen en natuurvormen.
Dat vraagt overgave aan het onderweg zijn, de (goddelijke) levenskracht en je eigen creatievermogen. Vertrouwd zijn met het uit elkaar vallen, het niet-weten waar je uitkomt en een leegte van verloren mentale en emotionele structuren. Chaos ✨
En jezelf steeds weer laten opbouwen, vormen in alle vrijheid, als het leven zelf. Als de modderig spirituele wezens die we zijn.
Enjoy the groeipijnen net zoveel als het surfen in tijden van flow!
Wil je ook een stukje samen reizen dwars door groeipijnen, met een vol aanwezige reisbegeleider? Eentje die luchtige balletjes opwerkt, en rake vragen of observatie vanuit je wijze lijf inbrengt? Eentje die jouw ontdekkingen van jeZelf mee bewondert? Mail me monike@eigenwijsinevenwicht.nl
De Gans vloog zo’n 15 jaar geleden terug mijn leven in. Op het grasveld en het water voor ons huis en boven onze tuin. Tijdens intens verdrietige momenten stond of zat ik bij de ganzen en ik voelde me opgenomen. In blije extase gakten we er wild samen op los afgelopen jaren. Als ik het raam open doe, de auto uitstap, het park in loop, altijd zijn er ganzen die me begeleiden met hun geluiden en opmerkzaamheid.
Laatst voelde ik me alleen en verdrietig en liep naar het water waar ik bij de dobberende ganzen was gaan zitten. Toen ik hardop uitsprak hoe moe ik ervan was, stapte binnen enkele seconden een van de ganzen op de kant, ging op 1 poot staan en stopte haar hoofd tussen de veren.
Ik lachte door mijn tranen heen, got it: rusten! En ik zei dat het ‘nog steeds alleen voelde’. Je gelooft het niet maar binnen seconden kwamen er nog twee ganzen de oever op gestapt op minder dan twee meter van me af, waarvan er een dezelfde houding aannam als de rustende gans en de ander erom heen in het gras bleef pikken. Got it, samen.
En nog misschien wel een intensere ervaring was een half jaar geleden. Op 1 september vloog er een gans pardoes onze tuin in. Die niet meer weg kwam met haar lange aanvliegbaan, zo lang is onze tuin ook weer niet. Het dier uit de tuin richting poort proberen te drijven, leverde alleen een boze gans op waar ik met ontzag voor terugdeinsde.
Herinneringen aan ganzen
Ik ga terug naar binnen en sta achter het raam te kijken naar de bewegingen en het onderzoeken van deze grote vogel in onze tuin: op de tafel, naast de olijfboom, op het gras, bij de kruidenspiraal. Ze vindt niet wat ze zocht, maar blijft rustig onderzoeken.
Ineens vliegt de herinnering door me heen hoe gefascineerd ik was als jong kind door Nils Holgerson en de avonturen met de ganzen. Eindeloos keek ik bij opa en oma naar die serie en kon niet wachten tot het weer maandag was.
De ganzen bleven jarenlang de hele week ergens aanwezig. Ik droomde ervan om ook mee te reizen met die wilde ganzen, niet alleen naar zoveel onbekende mooie plekken en het oneindige avontuur. Maar ook naar de verbondenheid van de groep, het samenleven.
Ganzenlast
Jaren later, toen de ganzen en Nils weggezakt waren uit mijn herinnering, had een bevriende sloper op zijn terrein in plaats van waakhonden, 3 ganzen als bewaking lopen en daar keek ik als tiener en twintiger die daar wekelijks was, wel voor uit. Ik had ontzag voor deze dieren en voelde daarin nog steeds connectie.
Maar helaas leerde ik in die jaren van de Nederlandse samenleving vooral hoe ganzen een last zijn en dat er hele campagnes nodig en terecht zijn om ze te verjagen.
Omdat mijn hart toch een beetje pijn bleef doen als ik dat hoorde of zag, leerde ik daarna zelf meer over hoe sterk de verbinding van ganzen, die me zo aantrok in de tekenfilmserie, eigenlijk is.
Ganzensamenleving
Ganzen houden bij gevaar de kleintjes in hun midden, beschermd door de grote dieren; ganzen blijven levenslang bij hun partner, trouw ook als ze gescheiden worden van elkaar; ze zijn verbonden met het instinctief/intuïtief-weten wanneer het tijd is, tijd om te gaan; ze keren steeds terug naar dezelfde plekken, als je ze ziet grazen zie je om beurten wachters rondkijken als stokstaartjes, hun toeteren als communicatiemiddel verbindt, en natuurlijk is er de enorme verbinding in hun teamkracht in de lucht.
Ze vliegen in een V-vlucht, waarbij van positie wordt gewisseld, ze om beurten leiding nemen en ze zorgen voor de zwakkere vliegers. Onderzoekers zeggen dat ze door deze groepskracht 50-70% verder kunnen vliegen dan dat ze alleen zouden kunnen.
Alleen dat al opschrijven laat de tranen in mijn ogen komen. Wij mensen met onze individualiteit, wat-ik-voel-of-vind-is-belangrijk en onafhankelijkheid bewijsdrang.
Een gans weet cognitief vast niet dat ze meelift op de opstijgende wervelingen van de gans voor hem, of dat ze hetzelfde doet voor de gans achter haar. Of waarom het tijd is. Maar ze voelt en weet het en handelt ernaar als deel van de groep. Niet om te laten zien hoe goed ze kan voelen dat het tijd is of omdat ze de eerste is die gaat.
De wandeling met de gans
Terug naar de gans in onze tuin. Niet meer achter het raam inmiddels stond ik weer, op gepaste afstand, in het gras bij de gans, die duidelijk niet in haar element was. Ze bewoog onrustig en tilde haar vleugels op. Ik praatte, zong, gakte en was stil, ze draaide haar oog naar me toe en werd kalmer.
Ik belde met de dierenambulance die bevestigde dat ze niet ziek was als ze per ongeluk in de tuin was gekomen kon ze gewoon vliegend niet meer wegkomen.
Dus deed ik waarvan ik leerde en wat beschikbaar was: verbinding maken.
Zo kom ik voorbij de gans bij de poort achterin de tuin en blijf in contact. De gans waggelt mijn richting in met alerte ogen, maar niet langer opbollende vleugels. Ik stap opzij om de smalle doorgang vrij te maken en ze stapt door de poort de vrije ruimte van de lege parkeerplek op. Maar in plaats van te gaan vliegen, loopt ze naar me toe.
Hoe je het ook noemt, er is duidelijk communicatie en ontroerende verbinding tussen ons. En ik nodig haar uit mee te lopen, want ik ken hier de weg op de grond achter ons huis richting het park waar haar vrienden zijn.
Ze loopt naast me tussen de garageboxen door, we slaan linksaf, nog eens links en we blijven samen oplopen met een meter tussen ons.
Er komen ontroerde tranen, een bubbelend gelukkige lach, een ongelovige verwondering dat dit echt gebeurt, de humor van deze samenloop, en een diepe dankbaarheid voor de magische verbinding in het moment.
En dan zakt alles in me daardoor heen naar de stilte van de connectie, meer naar het niveau van de gans die vast niet zo’n roerig emotioneel leven heeft in dit moment 😉
En in die verstilling lopen we samen verder over de stoep langs de buurthuizen. We steken samen al lopend de weg over en ze blijft naast me lopen op het smallere parkpad.
Midden op het grasveld tussen de bomen in het park voor ons huis aangekomen sta ik stil. De gans loopt nog twee keer enkele stappen voor me langs en dan enkele meters verder om over te gaan in haar vlucht. Binnen een minuut is ze bij haar ganzenvrienden die in de lucht leken te hebben gewacht.
🪶
Mijn hele lichaam warmt en verruimt weer als ik dit schrijf, na al die tijd.
Ja, verbinding en samenleving in actie is voor mij nog net zo belangrijk als toen bij Nils.
Wij mensen (volwassenen en kinderen!) hebben het vaak moeilijk als iets anders gaat dan we willen.
> Het bezoek doet niet aardig
> Je mag niet meespelen op het schoolplein
> Je baas heeft kritiek op je of je werk stopt
> Die leuke reis, workshop of relatie gaat niet door
> Je ouders hebben even geen tijd voor je
> Je vriendin zegt dat ze niet wil afspreken.
Of jonger nog: het eten mag niet tegen de muur gegooid of de autogordel moet aan.
Of groter: de dood van een bekende of zelfs geliefde komt nabij.
Ten eerste: Natuurlijk is het belangrijk te kijken hoe het zit met zowel de behoefte aan autonomie, grenzen en verbinding rondom ‘pijn’.
Daarnaast is capaciteit belangrijk: OEFENEN met veerkracht. En dat vraagt blootgesteld worden aan ongemak, teleurstelling en aan dat wat we (denken) niet (te) willen.
Tijd te gunnen en nieuwsgierigheid te hebben naar die vaardigheid.
“Wanneer je niet al heel jong leert dat er momenten zijn dat je pech kunt hebben, dan zal je of proberen alsnog je zin te krijgen of je geeft het op.”, schreef Thea Adema in 2017 in dit artikel
Jaren geleden gaf ik workshops rondom rouw en verlies bij kinderen en was dit een basis die ik mee gaf aan opvoeders.
Waarom?
Ouders, verzorgers en docenten leren hun kinderen het meest door hun eigen voorbeeld. Aan ons volwassenen dus de schone taak om zelf te oefenen. Met onze teleurstellingen.
Hoe doen wij volwassenen dat?
Protesteren, klagen, opgeven? Hoe je dat ook verwoord: het kan klinken als ‘laat maar’, ‘dit is stom/saai’, maar in de spirituele wereld klinkt dat eerder als ‘als iets niet lukt is het gewoon niet mijn weg’, of geef jij subtieler op met ‘ah ja, het past ook niet bij me’?
Of.. de andere kant op: ga je anderen verwijten maken? Zijn het de omstandigheden (het weer, de groep, de regels, etc) die maken dat je ermee stopt, en verklaar je dat als buiten je invloed?
Of schuil je achter een ‘persoonskenmerk’ – ik ben (hoog)sensitief, chaotisch, diepverwerkend (HB), voel te veel van anderen) om doorzetten van teleurstelling niet te hoeven aangaan? (En ligt dat aan buiten – ‘de wereld snapt mij gewoon niet of zet me onder druk)
Uitzoomen en jezelf waarnemen Of merk je op wat er in je gebeurt aan emoties en zenuwstelselstaten? Wil je dat voelen, aankijken, zien hoe jouw gedachten bijdragen aan die werkelijkheid via je interpretaties en ben je onderweg al oefenend met niet-lukken, niet-weten, veel voelen en toch leren kiezen (voor bv ander gedrag)?
En oefenen we als opvoeders tegelijk (wat een klus hè, naast je hele eigen pad ;)) om onze reacties op het kind te bekijken?
In het artikel van Adema:
“Worden ouders boos? Gaan ze de strijd aan? Krijgt het kind bij nader inzien toch zijn zin? Of blijven ouders rustig en standvastig bij hun beslissingen en tonen ze leiderschap?
En als het dan toch echt om verdrietige en bijna onverteerbare zaken gaat? Troosten ouders (docenten, begeleiders) dan hun kind door het gegeven te bagatelliseren? Proberen ze de teleurstelling voor hun kind te compenseren door hen iets aan te bieden als troost? Lachen ze de teleurstelling weg? Zeggen ze dat hun kind zich niet moet aanstellen? Geven ze snoep en lekkers als gewoonte om negatieve emoties weg te leren eten?”
Opvoederstaak
Onszelf observeren en reguleren als opvoeders om vrij te zijn in de reacties naar kinderen en hun emoties te kunnen opvangen, is niet vanzelfsprekend. Maar wel onze taak.
We kunnen onszelf en kinderen helpen te accepteren wat er is. Door kleine vormen van overgave aan alles wat er is in het leven te gebruiken. Faalaardigheid opzoeken. Zoek manieren om teleurstelling recht te doen.
Buigen voor de emotie
Thea Adema spreekt over het gebruik van het woord ‘jammerr’ met een buiging. Buigen als een vorm van overgave aan de teleurstelling, een handeling, om daarna weer ruimte te voelen voor iets anders.
De buiging wordt in systemisch werk ook regelmatig gebruikt. Te eren wat er is, in plaats van er tegen te vechten. Een bepaalde nederigheid naar de situatie en dus de teleurstelling. Dit is heel krachtig mits oprecht van binnenuit (zonder per se serieusheid), niet bedacht of sociaal/ ‘spiritueel’ wenselijk. Een buiging als handeling om het jammere of het rouwgevoel te erkennen.
Als vakspecialist Playfulness nodig ik mensen vaak uit om hun teleurstelling eens ruimte in een beweging te geven en om het nog groter te maken. Te ervaren wat er dan gebeurt. Of juist de teleurstelling of de rouw een schriftelijke ode te brengen. Hoe verrassend wat we dan ontdekken en ervaren!
Als vocal sound healer nodig ik mensen uit om hun ervaring van ongemak en teleurstelling of diep verdriet klank te geven.
Het zijn allemaal ingangen om te zijn met wat er in dat moment is. Er niet aan te willen ontsnappen, en er ook niet in verdrinken. De teleurstelling vorm laten krijgen (in klank, beweging, taal, interactie) en daarmee vanzelf door het menselijke systeem te voelen stromen. Aan de andere kant ontstaat ruimte.
Menselijke en compassievolle opvoeders
Als opvoeders ervaren we het gedrag van een kind met teleurstelling, of het meevoelen van die teleurstelling als ongemakkelijk als we geen adequaat belichaamd antwoord hebben.
Leef voor, benoem wat je zelf oefent, kies zelf voor faalaardigheid en zoek mislukking en teleurstelling (een nee krijge, afgewezen worden, etc) wat vaker bewust op om je eigen palet aan reacties te ontdekken en misschien zelfs te vergroten.
Daarmee kunnen we veilige aanwezigen zijn voor kinderen met al hun grote en kleine emoties. En daarin dus soms ook lekker de mist ingaan en dat met hen delen 😎
‘Mijn hoofd draait rondjes’, zegt Stokstaartje ‘Hoe kan dat?’, vraagt Kat, die even opkijkt uit zijn kattenleventje.
‘Het zijn zorgen’, zegt Stokstaartje. ‘Zorgen? Wat zijn dat?’, vraagt Kat. ‘Dat weet ik dus niet. Het ligt geloof ik nogal complex.’ ‘Wat bedoel je?’ Kat gaapt erbij.
Ik hoorde dat eend zich zorgen maakt om haar kuiken als ze oversteekt over het pad. Eend is tevreden met haar zorgen. Ik vroeg kuiken hoe dat voelt, als er zorgen over je gemaakt worden. ‘Warm’, zei hij.
‘Nou, dat is toch helder dan: warm, tevreden.’ Kat zucht. Hij vreest dat het gesprek langdradig wordt, want Stokstaartje lijkt nog lang niet uitgesproken.
‘Nee, nee!’, roept Stokstaartje uit, ‘dat is juist het probleem. De zorgen bij kikker zien er heel anders uit. Kikker roept de hele dag tegen zijn broer, ‘pas op, dat blad is glad!’ ‘zou je niet even het water in gaan met die zon?’ Kikker zegt dat hij zijn broer wil beschermen omdat hij van hem houdt.
Ik vroeg zijn broer op het bosfeest hoe dat is, als je in iemands zorgenblik bent.
Hij zei me dat hij wil gillen en weg wil springen naar een andere vijver.
De warmte van zorgen voelt de broer niet, denk je ook niet, Kat?’
‘Hmm’, reageert Kat, terwijl hij naar de mussen loert die langs het hek heen en weer huppen.
Stokstaartje gaat rechtop staan, zijn hoofd beweegt heen en weer. Hij kijkt intens naar kat.
Kat vraagt ‘wat doe je nu?’
‘Ik zag dat je wegkeek, Kat, dus ik kijk waar je aandacht heen vloog en of er gevaar dreigt’.
Kat laat zijn hoofd hangen.
‘En weet je wat ook opvallend is? Slang zegt dat zorgen maken iets slechts is. Dat wie zich zorgen maakt, alleen met zichzelf bezig is. En dat, kat, past niet bij wat ik van kuiken of zelfs van kikker hoorde. Snap je nou, Kat, dat mijn hoofd draait?’
Kat denkt even na. ‘Nee, stokstaartje, ik snap het niet’.
‘Is dat niet ongemakkelijk?‘ is een vraag die ik afgelopen weken regelmatig hoorde over de workshop klank.
Ja en nee, lach ik meestal.
Ja, je stem is heel puur, eigen en het kan kwetsbaar voelen deze te laten klinken zoals ze komt.
Diepsneldenkers (HB) en ruimvoelers (HSP) kunnen zich soms (vooraf) extra ongemakkelijk voelen, want ze zijn gewend aan veel denken en om meegenomen te worden door die vele gedachten en verwerken daarnaast emoties ook diep. Maar juist voor deze groep is belichaming en stemklank een ultieme ingang om meer dan dat van zichzelf te ontmoeten!
En daarbij is het voor elk mens zo, voorbij alleen stemklank: alle dingen die nieuw zijn, die we niet gewend zijn, geven een reactie in ons zenuwstelsel die we vaak ‘ongemak’, ‘zenuwachtig’ of ‘stress’ noemen. Is niet meer dan menselijk normaal.
Op deze manier je stem gebruiken is niet iets wat de meeste mensen vaak doen. En dat betekent dus dat we ongemak ervaren. Daar hoeven we niets aan te veranderen. Eerder zou ik zeggen: Gefeliciteerd, je bent mooi menselijk met dat ongemak 😉
✨
En nee, het is ook niet-ongemakkelijk. Want je stem laten klinken is authentiek en oorspronkelijk. Het voelt natuurlijk en verbindend met jezelf, je energie, lijf en anderen. Het is heel menselijk. Iets in je zal dat herkennen, voorbij het ongemak en het kan ‘kloppend’ voelen.
Daarbij dragen we elkaar als groep, ook via klanken. Je komt niet voor de groep als een show. We klanken samen en dat geeft ruimte voor het ongemak, authenticiteit, vrije stroming en dus het ervaren van de verbinding in jezelf en met elkaar. En misschien ervaar je dan zelfs wel je klank laten ✨
Ps Doe je ook mee? 4 feb is VOL maar 7 april 2024 nieuwe ronde nieuwe kansen! Mail me als je mee wil doen, je gaat er vast (met ongemak en al) van genieten 🤩 monike@eigenwijsinevenwicht.nl of meld je hieraan
In deze eerste maand van het jaar wil ik je nog eens meenemen naar de ingang die stemklank is. Laten we het vieren met een extra reden om klank te maken. Ok, even een mini recap van een vorig blog.
Het gaat dus niet om ‘zingen’, of ‘mooie’ klank, of pijn eruit schreeuwen. Maar natuurlijke stemklanken.
Liever ga je het ervaren, maar om je analytische breindeel daartoe uit te nodigen schreef ik in het blog 3 voordelen van je stemklank laten klinken:
Stressvolle ervaring verandert zonder wilskracht 👣
Ruimte voor emotie 👣
Verbinden met je oorsprong 👣
Als je de argumenten vergeten bent of a la minute nieuwsgierig werd, zie hier voor het hele blog.
✨
En dan vandaag een vierde argument om je stem te laten klinken:
Je authenticiteit meer ervaren en delen
✨ Waar we met woorden vaak vertellen OVER onszelf, gebeurtenissen of anderen en we dus maar deels in het nu zijn met het hele lichaam, verbindt klank je met je authenticiteit van dat moment, VANUIT je zelf.
Kwetsbaarder zeker. Ongemakkelijk misschien. Transparanter ook.
En er is meer kans om te verbinden vanuit waar je op dat moment echt staat, in plaats van via aanpassing, je best doen, of welke ‘zo hoort het’-gedachten of aangeleerde patronen ook.
De ander hoort en ziet je dan. Maar belangrijker: je hoort en ziet jezelf, in plaats van alleen je gedachten. Het is ruimte voor en ontdekking van je eigen menselijke werking en connectie.
Je stem laat zich via klank horen met -kwetsbaar en hoorbaar- wat er is, als je dat toelaat. Met die authenticiteit verbinden in het moment zal je verrassen en iets laten ervaren wat met woorden niet lekker wordt uitgelegd (zeggen ook de verwonderende deelnemers en (HB, HSP) denkende breinen): authentieke ruimte en verbinding via lijf & klank.
✨ Dus: Waar ga jij vandaag je stem laten klinken en er met aandacht naar luisteren en voelen?
Ps. Als je na dit lezen denkt ‘daar wil ik meer van en liefst eerst eens onder begeleiding’ kom naar de workshop voor een fijn prijsje van €25 bij Mudita. 4 feb is VOL maar 7 april 2024 nieuwe ronde nieuwe kansen! Mail me als je mee wil doen, je gaat er vast (met ongemak en al) van genieten 🤩 monike@eigenwijsinevenwicht.nl
Liever een persoonlijke adem/klankreis? (Tot 15 maart te boeken voor een fijn prijsje van €40 incl ruimtehuur, of 3x voor €110)
Een taak voor ouders is om kinderen veilig te leren omgaan met stress.
Ook diepvoelende en slimme kinderen hebben dat nodig. Misschien wel juist, want denken kan onbewust het stresssysteem aan houden.
Veilig en luchtig leren omgaan met stress. Stress bij bv nieuwe kinderen leren kennen en nieuwe dingen doen. Stress bij spannende activiteiten. Stress ook de stres van ‘dat kan ik niet’, ‘dat lukt niet’, ik doe het niet, want dat lukt niet in een keer’. Dus de stress van wat we soms faalangst of perfectionisme noemen.
Dus onze oudertaak is niet om stress te voorkomen, op te lossen of weg te praten/lachen (of ademen). Maar juist stress toelaten, opzoeken, ermee spelen, emoties herkennen en leren hoe dat bij jou werkt.
Het is inzicht krijgen in de werking van je biologische systeem EN oefenen, doen. Zodat de hoge route (inclusief onze neocortex) in het brein gebruikt kan worden bij stress i.p.v. alleen de korte route (via oa amygdala, hypothalamus en hippocampus).
Oefenen juist buiten hevige stressmomenten om.
Spelend leren kinderen (ook de grote 🤪) het beste, dus zoek spelend spanning op om stress uit te lokken.
Dat gebeurt bv als ouders hun dreumes in de lucht gooien om daarna weer op te vangen. Stress, spanning, letterlijk even uit verbinding, om daarna te ervaren veilig opgevangen te worden. En daarbij samen te lachen van plezier.
Onze kinderen, net als veel anderen, vroegen daar eindeloos om, nadat ze de veiligheid (ik word gevangen en mijn ouder vind het ook leuk) erin hadden ervaren.
Daar valt eindeloos in te variëren, van kiekeboe, verstoppertje, stoeien, naar veilig leren vallen en ruziemaken.
Beweeg mee met je kinden bied ongemak
En doorheen de tijd kun je steeds meer inzichten delen. Bespreek als ze iets ouder worden wat het met jou doet als je stresssysteem aangaat, hoe je automatisch gaat denken in een tunnel bv als je een deadline hebt. Hoe je boos wordt als je schrikt van bv geluid of als een kind valt. Zonder dat dat weer vast staat, maar ontdek ermee. Liefst samen met je kind. Vraag het je te laten schrikken om te ontdekken of je ook wel eens anders kan reageren dan boos.
En stel vragen. Vraag waar het kind voelt dat het bang is. Waar in het lichaam de gedachte ‘dat lukt niet’ zit en waar de gedachte zit ‘dat lukt wel. Vraag je kind om zich voor te stellen dat het een toets maakt terwijl dat spannend voelt en wat haar op zo’n moment zou helpen.
Vraag welke momenten stress lekker voelt in het lijf (tijdens sporten, in de achtbaan, als ze verliefd zijn, bij het stoeien).
En zoek ongemak stress op. Ga veel dingen doen die niet lukken, die een boze blik opleveren, die eng voelen. Laat ze iets vragen waar het antwoord ‘nee’ op is, en ontdekken wat er dan gebeurt in hun lichaam/gedachten. (Hoe is dat bij jou als ouder zelf eigenlijk?)
Als je kind jong is, samen met jou.
Naarmate je kind ouder wordt, kun je smorgens voorstellen om iets uit te proberen op school, een andere reactie bv, en dan smidsen samen vieren. En ontlaad ook weer, dans, schud, zing. En maak het luchtig.
Zo leert een kind vertrouwd te raken met wat stress in het lichaam doet en verruimt de keuze(levens)vrijheid.
Doordat het lichaamsbewustzijn en het bewustzijn van stress en emoties groter wordt, zal een kind ook langdurige ongezonde stress eerder herkennen en ernaar handelen zonder paniek.
Voor ons grote kinderen is dat ook een uitdagende en speelse weg 💥Lets enjoy
Spelen met stress doen we elk retraite, en elke training met alle grote mensen, maar doen we met onze tieners (laten schrikken, butsen, koud water, met woorden of als gekke voorstellen wat ze zouden kunnen zeggen tegen docenten), nog dagelijks. Rollende tiener ogen of niet 🤪
Doe in minder dan 2 minuten een spelletje voor samen rond luchtig met stress van niet-lukken omgaan. Kijk dit filmpje Shoot the Four
Als de ‘ancient demon from another world’ waar zelfs de wijze Gandalf het van verliest. Die ervaring. Dat is de beeldspraak die opkomt bij waar ik doorheen ga, of beter: wat door mij heen gaat.
‘You Shall Not Pass!’, bezweert hij met magie het krachtige wezen dat hen volgt. Hij staat met zijn fragielogende grijze lichaam op tegen een reusachtig monster dat zich donderend en destructief uit het vuur van de diepten laat zien nu en dan. Hij stopt het en houdt het daarmee weg van het reisgezelschap en de grotere missie. Maar zelf laat hij het leven.
‘Run, you fools!’, spreekt hij zijn beroemde laatste woorden.
De krochten van de menselijke wereld, vol met ‘wezens’ die ouder zijn, waar jonge menselijke vaardigheden en inzichten niets lijken te doen, ‘van een andere wereld’.
Daar sta ik soms overweldigd door dat zoveel grotere en oudere. Wat is mijn bijdrage? Wat heb ik hiermee te doen? Die vraag is, vanuit een andere oeroude realiteit, eindeloos. Hij is me vertrouwd als rode draad. Soms meer soms minder schurend. En nu (een week in 2019) sinds lange tijd vol in zicht.
En onbespreekbaar in normale taal, het overvalt me en is met de mensen om me heen niet vanzelf deelbaar.
Oh ik doe heus wel pogingen. En direct na de start hoor ik: ‘oh ja, ik heb ook..’ gevolgd door een leedverhaal van de ander, of, al aandachtiger: ‘je overvraagt me’, ‘het is alsof ik al een marathon heb gelopen, en jij net opgewarmd bent’, of meer handsoff: ‘zou je zelf ook niet liever wat minder voelen, zien en denken?’, ‘probeer dit, dan kom je ervan af’.
En dan is het weer terug bij twee: de oude demon uit de andere wereld en ik – het samenraapsel van mijn vele ikken 😉
Inclusief volle aanstaand van mijn stress-systeem, alert, fysieke onrust, vlucht- & vechtneigingen, een zenuwstelsel dat verlamd, emotie, vol gedachten die geloofwaardig zijn en echt aanvoelen (maar niet per se waar zijn), eenzaam. En vooral: hier voelt vrij kiezen, empathie en speelsheid niet mogelijk.
Het is uiteraard het meest zichtbaar in de meest intieme relatie, die met mijn lief. Met daarbij de verleiding om het op de ander, hem, te projecteren of op mezelf. In plaats van op het gebeuren -dat door me heen gaat- zelf.
Het is groter dan ik, groter dan mijn persoonlijke lijden, groter dan het kleinmenselijke geluk of de moeite. Groter dan de worstelingen tussen ons. Het draagt een collectiviteit in zich en iets uit eerdere generaties, iets collectief menselijk. De wereld is zo gepolariseerd met hevige meningen en die energie vertaalt zich ook in het persoonlijke, tussen mensen, tussen ons. Als het zo stormt en dondert, kost het me grote inspanning om in het stille midden van de orkaan te komen, observeren, vanuit het ‘zwarte gat’ dat het midden is.
Als vele malen eerder in mijn leven zoekt mijn brein naar iemand, iemand die er kan zijn, die hier bij me kan zijn. Iemand voor wie deze krachten die door me heen gaan, geen belasting of bedreiging zijn, die geen oplossing zoekt. Het scant razendsnel ieder die ik ken, op de gave van aanwezig zijn. Ook bij dit. Mijn cortex gaat door in cirkels, wie? En vindt niemand. Ik wil namelijk niet het verhaal of de gebeurtenis vertellen, ik wil aanwezigheid bij wat er nu aan intensiteit is.
Na een eerste wanhoop impuls bij de ‘niemand’, volgt er: He! Maar ja: ik! Mjjn lichaam schreeuwt van overweldiging, ook ik ben overvraagd hier. Hoezo ik dan wel? En ik ken de machteloosheid van die vraag en ook een kiertje licht.
Ja echt: Ik kan aanwezig zijn.
Bij wat is, door me raast.
Na een stil tijdje aanwezig zijn, dondert er ineens een stem als verrassing door me heen:
Stop, you shall not pass!
Ik glimlach door mijn tranen heen.
Mijn felt sense geeft beelden, kleuren, sensaties en ik herken. Neem ze aan als expressie de beelden, systemische uitingen. En de erkenning komt van diep.
Het is een nieuwe laag van wat ik vele malen eerder doorging. Uit mijn eigen vroege ervaringen, maar ook die van de generaties voor me. Het onrecht en de ontkenning van Nederlands-Indië, van de hel uit de jappenkampen en de Birma spoorlijn, van Papa Nieuw Guinea en een redeloze jonge dood. Hoe onverwerkte delen van onze grootouders bij onze ouders kwamen en daarmee bij ons. En hoe daderschap en slachtofferschap in één mens aanwezig is, oorlogsdrama.
De subtaak die ik in elk geval helder heb: deze ancient demon hou ik weg bij de generatie die volgt, bij mijn kinderen.
‘You shall not pass’!, donder ik nu hardop mee met die innerlijke stem.
Kippenvel met lach en ontroering en een weten. Het is geschied.
Punt.
En dan in de voelbare afronding van de intensiteit komt de vraag op:
Wat in mij zal daarbij sterven?
Ik zie Gandalf the Grey weer vallen voor mijn geestesoog. Dat wat sterft zal ruimte maken.
Ik denk aan het uit-eenvallen van Dabrowski.
Er is overgave aan het krachtige natuurlijke groei-instinct, ook juist via intense emoties. Een doorgang naar een nieuwe ontwikkellaag.
Nieuwsgierig merk ik in mezelf de vraag op:
Hoe zal ik terugkeren met grotere magie, met Gandalf the White?
Ineens komt een zin op van een van mijn leraren, arts en yogaleraar (in een lezing over cortex, hypothalamus, hormonen en hogere breinfuncties):
Our brain is made for intuition. This is our potential. Yoga just makes this path clear.
Extra ruimte voor intuïtie, daar reageert mijn lichaam op op vele manieren. Onmiskenbaar een ja.
Het is groei als een ont-wikkelen, afwikkelen: een naderen tot de magische heelheid die altijd was, is, en zal zijn.
Als deze ancient demons mijn brein minder vaak bezig te houden, is er meer energie voor het goddelijk menselijke potentieel Ja, misschien, Maar daar hoef ik niet naar te streven. Dit is onderdeel van de potentie.
En dit was nu. En zal vast ook zijn. In de intensiteit ontdek, speel, schreeuw ik vanuit de krochten, samen met Gandalf. (Thanks man!). Zijn met wat is, zonder het te worden. En na diepe aanwezigheid, verandert en schuift het, zonder wilskracht (als ik tenminste kies om niet mee te gaan met de zuigende herhalende gedachten) en merk ik de andere keuzes in beweging op. En het breekt open:
“I was without thought or time with the stars wandering above me and life came back to me”, zegt Gandalf als hij uitlegt hoe hij doodging als Grijze en terugkwam als Witte tovenaar.
I am with him still.
Regelmatig vond ik mezelf terug onder de sterren van vele landen en barre innerlijke terreinen en was ik zonder gedachte en tijdloos als het leven weer terugstroomde.
En met het stromende leven kan ik steeds weer een grotere magie ontdekken en laten doorstromen. In ons gezin, familiesysteem en naar de wereld via aanwezigheid.
Ook als er stevige actie en een rauwe keuze nodig is, voor de ander inclusief mijzelf. Dan lijkt de magie weg, maar ze werkt dan alleen tijdelijk ondergronds.
Dan heb ik iets te doen wat ik niet gemakkelijk vind, me uit te spreken waar ik kwetsbaar voel. Te oordelen en te kiezen voor een waarde, ondanks dat anderen het oneens zijn. Uit te reiken, als een neiging opkomt naar zelf-doen, of ‘vertrouwen dat het dan nu niet voor mij..’. Te staan voor iemand (of een minderheid) waar een massa tegen is.
Op vele kleine momenten werd de afgelopen jaren ‘you shall not pass’ als een dans met de demon. Een vrije speelse dans. Een nieuwsgierig magisch ontdekken dat eindeloos doorgaat. In aanwezigheid. Voor de wereld, inclusief jou en mij.