Smooth arrival

Arrival

Midden in de nacht slaat de warmte tegen onze lijven. Mumbai! De verwachte drukte op het vliegveld blijft uit, snel zijn we door de paspoortencontrole, mét stempel van India, joehoe, en keurig achter een hek staan alle taxichauffeurs te wachten. Ook die met het bord ‘Welkom to Kaivalyadham’. Binnen 10 minuten zijn we in het donkerte op weg naar het bergstadje Lonavala, ons thuis de komende tijd. Jana en Isha zitten met de neus tegen de ruiten geplakt, ondanks het late uur. Vooral Isha kan niet uit over de huizen die ze ziet. ‘In die huizen wil ik niet wonen hoor, dat lijken wel spookhuizen’, als we langs de krottenwijken rijden. En dat herhaalt ze nog enkele dagen. De armoede waarin de helft van de bevolking hier leeft, was zichtbaar en indrukwekkend.

Nachtelijk verkeer

Na een half uur vallen de meiden dan toch in slaap. Nadat onze chauffeur drie verschillende keren in het gezicht van een agent zijn naam moest zeggen, alcoholcontrole, zien we op de snelweg net zo vaak een ambulance bij een ongeluk. Tegen de tijd dat we de bergweg bereiken, zijn Tim en ik onder de indruk. Kilometers lang zwermen vrachtwagens over de vierbaans weg omhoog in een slakkengang. Ze blijven hier niet aan een kant (links zou dat zijn hier in India), waardoor de taxidriver onze eigen haarspeldbochten omhoog maakt, niet omdat de weg zo loopt, maar om tussen het zware verkeer door omhoog te slingeren. Het gaat steeds om enkele meters ruimte, waarbij de helft van de vrachtwagens een open laadruimte heeft, met daarin zware metalen buizen. Er zou er maar een los schieten als we er vlak achter zitten, om opnieuw een heldhaftige slalom te starten. Toch zitten we rustig, de chauffeur heeft dit vaker gedaan en hiermee begint onze overgave aan India.

We zien de lichtjes in de dalen en de temperatuur is aangenamer. Dat belooft in elk geval nachten die te beslapen zijn. Na bijna drie uur rijden we door het stadje heen naar een buitenwijk die een stuk armer oogt en stoppen bij een wat hoger net gebouw. Dit wordt ons verblijf.

Frustratie en aanpassing

Isha slaapt diep, Jana wordt wakker en Tim sjouwt de koffers naar boven. Ik vraag me af hoe ik na deze reis überhaupt nog boven kom. Dat blijkt langzaam en met laatste krachten te lukken, maar bij aankomst boven is daar de eerste tegenvaller: we zien maar twee vrije bedden en er ligt een dame in ons appartement te slapen. Met enige frustratie tik ik (eufemisme) tegen de deur van de slaapkamer, die ze op slot had gedaan, terwijl daar nog een leeg bed staat. Met dat bed erbij komen we alsnog een bed tekort, waar op dit uur, inmiddels half 4 Indian time, niets meer aan gedaan kan worden. We adjust. Tim slaapt met de meiden in twee tegen elkaar geschoven (ongelijke!) bedden en ik stort neer op een bed in de hoek. Isha slaapt trouwens gewoon door al deze commotie heen, gelukkig.

De volgende ochtend vertrekt de jongedame naar haar rechtmatige verblijf en kunnen wij ons huisje gaan besnuffelen en de tassen uitpakken. Als eerste hangen we op: de fotohanddoeken met vriendinnen, de prachtige vriendinnenkalender die Jana kreeg, de verrassingsfoto die Isha van haar klas kreeg en een foto van de buurmeisjes. We make it a home.