Reisagent voor avontuurlijke levenskracht en ongemak. Beweeg, speel en deel je vrij

Tag: heelheid (pagina 1 van 2)

Schaamte in opvoeding en verbinding

“Ik zou maar stoppen met huilen, want je ziet er lelijk uit zo en als we buiten lopen, ziet iedereen dat. Of misschien blijft je gezicht wel zo staan. Dat wil je niet hè?”

Dit zei een oppas tegen een kind van 5 dat haar ouders miste en daarom verdrietig was.

Het was onze dochter, die dit later verontwaardigd met ons deelde.

Serieus, mijn broek zakte af en de boosheid en verbazing spoot bijna uit mijn oren en die ’oppas’ heeft uiteraard nooit meer op onze kinderen gepast.

Maar dat parkeerde ik voor later en in dat moment ging ik bij mijn (ook huilend prachtige want zo menselijk) meisje liggen en vroeg door, liet haar praten ‘waarom zou iemand dat zeggen?!’ en we waren samen bij de emoties die kwamen en gingen.

En vooral wilde ik haar laten voelen in mijn armen dat ze veilig was, ook met de afwijzing van verdriet en de boosheid en haar emotie daarbij. Precies goed zoals ze is, met ruimte voor ontlading. En we schudden samen met onze armen om de spanning van het stresssysteem (dat heel gezond reageerde op deze ongezonde omstandigheid) de ruimte te geven weer te veranderen.

Natuurlijk snapte ik dat die oppas bij voorbaat niet uit was op het pijn doen van een kind. Ze werd getriggerd in haar eigen schaamte, dat ze met een huilend kind over straat zou moeten en wat zouden anderen daar wel niet van denken?

En misschien wel een copy paste van reacties op haar eigen huilen als kind.

Of een uiting van haar verinnerlijkte overtuiging dat verdriet lelijk is en niet hoort in het zicht van anderen.

Maar die verantwoordelijkheid hoort niet bij een kind. Zij hoeft daar geen begrip voor te hebben.

Schaamte oproepen in een ander om jouw (ongezonde) overtuiging uit te leven, je zin te krijgen of je eigen gevoelens van schaamte niet te hoeven voelen, is misbruik, is destructief voor degene die dat moet ondergaan (en voor jezelf!) als dat regelmatig gebeurt.

Zo iemand gaat geloven dan ze innerlijk vast zit en het beperkt een onbevangen levensstroom.

(Enne de oppas is een mooi mens dat zelf misschien ook liefdevolle armen kunnen gebruiken in haar verdriet en/of bevrijdende dansjes waarmee de schaamte kan buitenspelen en oplossen in verbinding)

Nou wil ik met dit verhaal vooral niet suggereren dat schaamte iets slechts is. Ik zou eerder nieuwsgierigheid naar schaamte suggereren. Schaamte is namelijk gezond en helpt jou in de samenleving groeien.

Maar niet als (verinnerlijkte onbewuste) opvoedingstechniek.

En het andere:
Doordat dit moment toen de ruimte kreeg (via het lijf ipv alleen via woorden) heeft het niet bijgedragen aan een overtuiging dat verdriet lelijk is (waarop ze haar gevoel en gedrag zou aanpassen).

Het heeft met vele andere momenten bijgedragen aan een gevoel van verbinding en aanwezigheid. Die haar basis zijn nu 9 jaar later.

Als volwassene (los van dat ik deel van dit verhaal was) geeft het me een ingang naar mijn ervaring. Bij jou misschien ook.

Er zijn vele theorieën over schaamte (bv Brené Brown zegt hier mooie dingen over) maar de grootste inzichten komen via je eigen breinlichaam.

Enjoy the ride én gun jezelf verbinding 💛

You shall not pass en andere magie

Als de ‘ancient demon from another world’ waar zelfs de wijze Gandalf het van verliest. Die ervaring. Dat is de beeldspraak die opkomt bij waar ik doorheen ga, of beter: wat door mij heen gaat.

‘You Shall Not Pass!’, bezweert hij met magie het krachtige wezen dat hen volgt. Hij staat met zijn fragielogende grijze lichaam op tegen een reusachtig monster dat zich donderend en destructief uit het vuur van de diepten laat zien nu en dan. Hij stopt het en houdt het daarmee weg van het reisgezelschap en de grotere missie. Maar zelf laat hij het leven. 

‘Run, you fools!’, spreekt hij zijn beroemde laatste woorden. 

De krochten van de menselijke wereld, vol met ‘wezens’ die ouder zijn, waar jonge menselijke vaardigheden en inzichten niets lijken te doen, ‘van een andere wereld’.

Daar sta ik soms overweldigd door dat zoveel grotere en oudere. Wat is mijn bijdrage? Wat heb ik hiermee te doen? Die vraag is, vanuit een andere oeroude realiteit, eindeloos. Hij is me vertrouwd als rode draad. Soms meer soms minder schurend. En nu (een week in 2019) sinds lange tijd vol in zicht.

En onbespreekbaar in normale taal, het overvalt me en is met de mensen om me heen niet vanzelf deelbaar.

Oh ik doe heus wel pogingen. En direct na de start hoor ik: ‘oh ja, ik heb ook..’ gevolgd door een leedverhaal van de ander, of, al aandachtiger: ‘je overvraagt me’, ‘het is alsof ik al een marathon heb gelopen, en jij net opgewarmd bent’, of meer handsoff: ‘zou je zelf ook niet liever wat minder voelen, zien en denken?’, ‘probeer dit, dan kom je ervan af’.

En dan is het weer terug bij twee: de oude demon uit de andere wereld en ik – het samenraapsel van mijn vele ikken 😉

Inclusief volle aanstaand van mijn stress-systeem, alert, fysieke onrust, vlucht- & vechtneigingen, een zenuwstelsel dat verlamd, emotie, vol gedachten die geloofwaardig zijn en echt aanvoelen (maar niet per se waar zijn), eenzaam. En vooral: hier voelt vrij kiezen, empathie en speelsheid niet mogelijk.

Het is uiteraard het meest zichtbaar in de meest intieme relatie, die met mijn lief. Met daarbij de verleiding om het op de ander, hem, te projecteren of op mezelf. In plaats van op het gebeuren -dat door me heen gaat- zelf. 

Het is groter dan ik, groter dan mijn persoonlijke lijden, groter dan het kleinmenselijke geluk of de moeite. Groter dan de worstelingen tussen ons. Het draagt een collectiviteit in zich en iets uit eerdere generaties, iets collectief menselijk. De wereld is zo gepolariseerd met hevige meningen en die energie vertaalt zich ook in het persoonlijke, tussen mensen, tussen ons. Als het zo stormt en dondert, kost het me grote inspanning om in het stille midden van de orkaan te komen, observeren, vanuit het ‘zwarte gat’ dat het midden is.

Als vele malen eerder in mijn leven zoekt mijn brein naar iemand, iemand die er kan zijn, die hier bij me kan zijn. Iemand voor wie deze krachten die door me heen gaan, geen belasting of bedreiging zijn, die geen oplossing zoekt. Het scant razendsnel ieder die ik ken, op de gave van aanwezig zijn. Ook bij dit. Mijn cortex gaat door in cirkels, wie? En vindt niemand. Ik wil namelijk niet het verhaal of de gebeurtenis vertellen, ik wil aanwezigheid bij wat er nu aan intensiteit is.

Na een eerste wanhoop impuls bij de ‘niemand’, volgt er: He! Maar ja: ik! Mjjn lichaam schreeuwt van overweldiging, ook ik ben overvraagd hier. Hoezo ik dan wel? En ik ken de machteloosheid van die vraag en ook een kiertje licht.

Ja echt: Ik kan aanwezig zijn.

Bij wat is, door me raast.

Na een stil tijdje aanwezig zijn, dondert er ineens een stem als verrassing door me heen:

Stop, you shall not pass! 

Ik glimlach door mijn tranen heen. 

Mijn felt sense geeft beelden, kleuren, sensaties en ik herken. Neem ze aan als expressie de beelden, systemische uitingen. En de erkenning komt van diep. 

Het is een nieuwe laag van wat ik vele malen eerder doorging. Uit mijn eigen vroege ervaringen, maar ook die van de generaties voor me. Het onrecht en de ontkenning van Nederlands-Indië, van de hel uit de jappenkampen en de Birma spoorlijn, van Papa Nieuw Guinea en een redeloze jonge dood. Hoe onverwerkte delen van onze grootouders bij onze ouders kwamen en daarmee bij ons. En hoe daderschap en slachtofferschap in één mens aanwezig is, oorlogsdrama.

De subtaak die ik in elk geval helder heb: deze ancient demon hou ik weg bij de generatie die volgt, bij mijn kinderen.

 ‘You shall not pass’!, donder ik nu hardop mee met die innerlijke stem. 

Kippenvel met lach en ontroering en een weten. Het is geschied.

Punt.

En dan in de voelbare afronding van de intensiteit komt de vraag op:

Wat in mij zal daarbij sterven?

Ik zie Gandalf the Grey weer vallen voor mijn geestesoog. Dat wat sterft zal ruimte maken.

Ik denk aan het uit-eenvallen van Dabrowski. 

Er is overgave aan het krachtige natuurlijke groei-instinct, ook juist via intense emoties. Een doorgang naar een nieuwe ontwikkellaag. 

Nieuwsgierig merk ik in mezelf de vraag op:

Hoe zal ik terugkeren met grotere magie, met Gandalf the White? 

Ineens komt een zin op van een van mijn leraren, arts en yogaleraar (in een lezing over cortex, hypothalamus, hormonen en hogere breinfuncties):

Our brain is made for intuition. This is our potential. Yoga just makes this path clear.

Extra ruimte voor intuïtie, daar reageert mijn lichaam op op vele manieren. Onmiskenbaar een ja.

Het is groei als een ont-wikkelen, afwikkelen: een naderen tot de magische heelheid die altijd was, is, en zal zijn.

Als deze ancient demons mijn brein minder vaak bezig te houden, is er meer energie voor het goddelijk menselijke potentieel Ja, misschien, Maar daar hoef ik niet naar te streven. Dit is onderdeel van de potentie.

En dit was nu. En zal vast ook zijn. In de intensiteit ontdek, speel, schreeuw ik vanuit de krochten, samen met Gandalf. (Thanks man!). Zijn met wat is, zonder het te worden. En na diepe aanwezigheid, verandert en schuift het, zonder wilskracht (als ik tenminste kies om niet mee te gaan met de zuigende herhalende gedachten) en merk ik de andere keuzes in beweging op. En het breekt open:

“I was without thought or time with the stars wandering above me and life came back to me”, zegt Gandalf als hij uitlegt hoe hij doodging als Grijze en terugkwam als Witte tovenaar.

I am with him still. 

Regelmatig vond ik mezelf terug onder de sterren van vele landen en barre innerlijke terreinen en was ik zonder gedachte en tijdloos als het leven weer terugstroomde.

En met het stromende leven kan ik steeds weer een grotere magie ontdekken en laten doorstromen. In ons gezin, familiesysteem en naar de wereld via aanwezigheid.

Ook als er stevige actie en een rauwe keuze nodig is, voor de ander inclusief mijzelf. Dan lijkt de magie weg, maar ze werkt dan alleen tijdelijk ondergronds.

Dan heb ik iets te doen wat ik niet gemakkelijk vind, me uit te spreken waar ik kwetsbaar voel. Te oordelen en te kiezen voor een waarde, ondanks dat anderen het oneens zijn. Uit te reiken, als een neiging opkomt naar zelf-doen, of ‘vertrouwen dat het dan nu niet voor mij..’. Te staan voor iemand (of een minderheid) waar een massa tegen is.

Op vele kleine momenten werd de afgelopen jaren ‘you shall not pass’ als een dans met de demon. Een vrije speelse dans. Een nieuwsgierig magisch ontdekken dat eindeloos doorgaat. In aanwezigheid. Voor de wereld, inclusief jou en mij.

#Modderigespiritualiteit #beinthedoing #moederschap #intensmens #metaphorsweliveby #polyvagaaltheorie #dabrowski #ontwikkeling #zijnskracht #bewustzijn #heel

Verlangen – de vraag die mag blijven

Verlangen kan een afleidend iets zijn, zoals verlangen naar Netflix, eten, seks, alcohol spelletjes, of oplossingen bedenken. Het is vaak een vorm van afleiding, vermijding of onderdrukking (van bv emotie).

Dit is het soort ‘verlangen’ dat in de yogafilosofie RAGA heet. Aantrekking. Willen wat nu meteen fijn voelt. Aantrekking is de andere kant van afkeer, waar je van weg wil.

Vanuit vele oude tradities is de uitnodiging hier bewust van te worden en ruimte of pauze te voelen.

Verlangen op een diepere laag heeft te maken met levensvreugde. Jouw richting. Of verlangen naar essentiële voeding om het leven te laten stromen om jouw authentieke bijdrage te geven aan wat het leven (via je omgeving) vraagt.

Dit verlangen komt in de buurt van bij SANKALPA, intentie, in de yogafilosofie.

Ik noem het ook wel ‘de vraag die mag blijven’.

Afstemmen op het tweede, laten we het lekker luchtig 😉 ‘verlangen ten leven noemen’, valt te trainen. Via aandacht en ermee in actie zijn, doen, klank en beweging geven.

Dat versterkt de verbindingen in je hersenens om op ontdekking te zijn met dat wat je jezelf gunt vanuit je ware natuur.

Je kan als mens belichaamd bewust worden van dit levensverlangen via je felt sense – wat via je wijze lijf te voelen is. Dat kan zich tonen als diepe rust, kippenvel, een impuls om te bewegen, emotie, een zucht, gaap een beeld dat opkomt, of een kleur, of een glashelder inzicht (ahaa!).

Het gaat voorbij aan wat je wil voor je zgn gescheiden ik-je, naar waar je in ontmoeting bent met alles om je heen. Naar wat klopt met wat je de wereld in kan brengen als jij.

Je bent dienend door te dóen in contact met jouw/de levensstroom (prana, ruach, chi).

Daar ligt de vraag die mag blijven.

Ondanks alle antwoorden die je hoofd erop wil geven (en waar je ook lekker mee kan spelen als je wil, of je kiest om die gedachten als sneeuwvlokken verder laat glijden en opgaan in het geheel), blijft deze vraag, het verlangen ten leven.

Dienend aan jouw diepste natuurlijke groei-instinct en aan de hele samenleving. Want je brengt dan wat alleen jij op jouw manier te brengen hebt.

Wat gun jij jezelf? Hoe laat jij de vraag die mag blijven ronddwarrelen door je bestaan?

Grenzen in actie voor levenslust


Speel je vrij (Afstudeer schrijfsel deel 3)

We krijgen allemaal een zwembadbuis. Uh? Zo’n lichtgewicht ding dat je helpt drijven in het water. In tweetallen gaan we een grenzenspel doen.

De een gebruikt zijn drijver als signaal voor de persoonlijke (speel)grens, de ander als slaghout (níet zo-een als op foto 😅) tegen de benen en rug van de eerste persoon. Deze laatste stopt direct als het de eerste de grens laat zien met haar drijver.

Wat vooraf ging (met welke emoties)

Voor mij is het een wat ongelukkig moment. We deden vlak hiervoor een oefening met om te dansen met de bovenbenen, de plek waar volgens uitleg boosheid ervaren kan worden. So far so good.

Maar het blijkt ineens een competitie van 4 deelnemers tegenover publiek dat het hardste applaus voor de beste bovenbeendanser geeft.

Error error erroooorrrr

Worden we beoordeeld op hoe je bovenbeendanst ten opzichte van een ander?
Met error en al dans ik met de bovenbenen, alsnog leuk (het competitieve laat ik nu even, competitiedrang is mij niet vreemd, maar hierbij wel haha) en experimenteer bewegend. Langzaam kom in mijn eigen ritme.

Met pijn in spieren en van een blessure waardoor kramp in mijn bovenbenen schiet. Buiten adem lach en klap ik na 2 minuten mee met het applaus aan de twee winnaars.

Grappige oefening wel ondanks dat het niet mijn favoriet is zo voor publiek, denk ik nog, terwijl mijn bovenbeen spieren enorm trillen en hoor ik de hoofdtrainer (saillant detail: ik was co-trainer..) zeggen tegen de anderen: ‘Monike danste niet met haar bovenbenen, maar met haar rug’.

Uh? Een standje? Ook nog tegen de rest van de groep óver mij? Niet alleen een rare competitie maar ook nog iets wat je fout kan doen? Ik voel het bloed uit mijn gezicht trekken. Die trillende benen helpen niet mee en mijn zenuwstelsel schiet in een wat defensieve houding.

Als boer met kiespijn lach ik, ‘nou, dat is vreemd als mijn bovenbeenspieren pijn doen nu’

Maar de automatische piloot neemt over, ‘ik’ lijk vertrokken, terwijl de zuigende werking van verlamming door mijn zenuwstelsel gaat.

Inmiddels ken ik mijn systeem en besluit ik even tijd te nemen en op mezelf te zijn om bij te komen, mijn spieren te laten ont-trillen en mijn systeem te laten kalmeren.

De verandering

Als ik bijna zit, vraagt de hoofdtrainer of ik de drijver-grensoefening mee wil voordoen. Ik twijfel, voel een lichte nee.

‘Je hoeft alleen maar te staan’.
Ok, dat lukt wel.

Het verlammende gevoel is nog erg aanwezig en de ‘ok’ merk ik op als grotendeels sociaal wenselijk want tja ben toch de co-trainer hè?

Máár: ik merk ook een spoortje nieuwsgierigheid op. Dat is bij mijn systeem vaak begin van signaal veilig op komst 🙂 dus ga ik klaar staan.

Ze begint rustig met op mijn benen slaan en voert dat snel op, omdat ze weet dat ik deze oefening ken. Ik voel nog lang geen grens.

Opeens een klap op mijn rug waar ik van schrik en mijn drijver-grens ineens van omhoog schiet. Ik realiseer me dat het geluid nu ook gaat meespelen in mijn speelgrens, maar vind het nog een hele tijd leuk om te ondergaan.

Ik voel dat ik weer helemaal land in mijn lijf, van de flinke aanraking na de ‘verlamming’ en het ‘vertrek’ van vlak daarvoor. Én dat ik weer in een speelstand kom. Bubbeliger. 👻

Spelen met boosheid

We draaien de rollen om, het is mijn beurt om te slaan. Eerst voorzichtig, maar omdat er geen enkele beweging in haar grens komt, al snel harder. Als ik zo hard sla dat ik met twee benen van de grond spring, gaat haar drijver-grens een flink stuk omhoog en stop ik.

‘Oei, het gaat te ver’, concludeerde een gedachte door me heen.

‘Hé, nu wordt het pas lekker voor me, niet stoppen omdat je dénkt dat ik dat wil, dan ontneem je mijn ultieme plezier!’, roept ze.

Ik kijk naar haar gezicht, stem af of haar woorden kloppen met haar non-verbale expressie en kijk naar haar drijver. Deze laat inderdaad nog een klein stukje speelgrens zien.

Ineens ‘snap’ ik wat ze zegt. Ja, dat stukje! Daar is het grote plezier.

En ik ga met al mijn spierkracht door met de drijver als slaghout. Ik merk op hoe bevrijdend om hiermee tot mijn grens te spelen zeker-wetende dat zij haar eigen grens goed bewaakt.

Dat laatste is noodzaak. Het voelt voor mij onveilig, als zij niet zorgt voor haar eigen grens. En dat geldt omgekeerd ook.

Door het afstemmen en kunnen vertrouwen op de eigen speelgrens van de ander en die van mij, merk ik dat een laag dieper vrij komt. Boosheid kon door me heen stromen, op een krachtige manier, destructieloos en vrij. Heerlijk – levenslust.

Boosheid die nog vrij kwam na het moment hiervóór: mijn zenuwstelsel in standje freeze verandert als vanzelf via deze onstuimige beweging. Ook de bovenbenen zijn uitgetrild en tot rust gekomen, door het wegstromen van overtollige energie.

Doordat mijn systeem alweer van het slot af is, de energie zowel door mij als door mijn speelmaatje heen stroomt, voel ik de verbinding tussen ons weer open stromen. Zonder dat er een woord over ‘uitgepraat’ hoefde te worden.

Wat is ons systeem toch gaaf hè. Dat wat we vaak boos noemen is een enorme levenskracht.

Dankzij afstemmen via heldere (woordenloze!!) grenzen was het veilig om om voluit te genieten en (ervaring) te delen.

En tegelijk was het voor mij persoonlijk een waardevolle ervaring op inter-menselijk vlak rond veilig voelen, oude geraaktheid in ‘klein gemaakt’ (interactie status!) voelen, keuzes, en gelijkwaardigheid en alsnog in verbinding met eigen lijf en elkaar voluit genieten.

Rationele susser

Oh en tja, mijn rationele deel zag achteraf natuurlijk die opmerking ‘ze danste met rug ipv bovenbenen’ als iets kleins, neutraals, waar geen issue van hoeft gemaakt. Iets waar makkelijk overheen gestapt had kunnen worden. Jij als lezer hebt dat misschien ook gedacht. Maar, als ik het had genegeerd had omdat ik er boven wilde staan, of zen wilde overkomen, was de verstarring niet alleen onbewust verder gegaan, maar had ik/wij iets bijzonders gemist.

Deze ervaring reist (net als die eerdere minder vrije) onbewust via mijn zenuwstelsel voor altijd mee als verruiming. Mooi inzichten voor het dagelijkse leven toch? Welke zou jij hier uit halen? 😉

Error error erroooorrrr

#speelmomentuitdeoudedoos #speeljevrij #afstuderenPlayfulness #belichaamdleiderschap #beinthedoing #eigenwijsinevenwicht #zelfcoaching #triggers

Laat je een systeem je menszijn veranderen of andersom? Schoolsysteem voorbeeld

In de school-ouder(tienminuten😅) gesprekjes wordt het systeem direct zo duidelijk.

‘Zo, dus jullie hebben een vraag of zorg over je dochter. Laat maar horen.’

Nou de enige vraag is eigenlijk:
‘hoe ziet u haar?’

‘Nou ja uh, ik heb van allerlei leerlingen statistiekjes en tabellen gemaakt, maar niet voor haar. Ze staat er voor alle vakken goed voor.’

‘En buiten de cijfers om?’

‘Nee ik heb niets negatiefs over haar te zeggen’

‘Nou, iets positiefs dan?’

….

Hij stamelde na een stilte dat het wel positief was dat ze niet met de druktemakers meedeed.

En dat, dat is dus wat er mis is. Er is niet systematisch aandacht voor de mens die elk kind daar is, buiten cijfers, lastig gedrag of zogenaamde (leer)problemen om.

Wij zaten daar precies om die reden, om door elkaar even te zien, contact te maken. Bij deze docent (mentor) ruimte te wrikken in een systeem dat in iemands hoofd is gaan vastzitten: Zie haar. Kijk open.

Ook deze leerling (ons kind en alle soortgenoten haha) waarvan de hele basisschool door leraren gezegd is dat ‘ze er van haar wel 40 in de klas kunnen hebben’, heeft recht om gezien te worden, steun te krijgen bij waar ze hapert en vooral aangemoedigd worden in de richting die ze wil qua leren omdat ze er blij wordt.

Ook als haar cijfers geweldig zijn, ze sociaal krachtig en emotioneel stabiel is.
Ze is net zo mens.

Het schoolsysteem mag hopelijk in een kernvisie transformeren in de komende jaren en decennia.

Voor de volledigheid:

A) deze mentor is een aardig mens dat welwillend is. Maar niet gewend aan deze manier van kijken en dit gesprekken.

B ) er zijn leraren en mentoren die hun menszijn juist het systeem laten beroeren ipv andersom.

Ik ben nog steeds dankbaar voor zo’n directeur die, toen we met onze India-richting voor hem zaten, zei: ‘doen! Ze gaan daarvan meer leren dan ik ze hier op school kan laten leren. Geen idee hoe we het gaan doen, maar laten we samen pionieren.’

Ik ben nog steeds dankbaar voor zo’n leraar die in haar laatste twee jaar basisschool bijdroeg aan de ruimte die dochter in durfde nemen om stevig naar middelbaar te gaan.

Ik ben nog steeds dankbaar voor de mentor in haar brugklas, die zo kon relateren dat ze er de hele middelbare school op kan teren (en met wie ik het liefst leuke belichaamde onderwijs projecten zou ontwikkelen).

Ik ben dagelijks (echt dagelijks) dankbaar voor de leerkracht van andere dochter die nu in haar twee laatste basisschooljaren ruimte in relatie biedt voor ontdekking en ontwikkeling op vele vlakken. Hoe vrij (op haar eigen manier) ze nu praat, beweegt, creatief, intuïtief is en vraagt.

Deze mensen zullen vast menselijke relaterende impact hebben op het transformerende schoolsysteem. 🙏🏼

Wat kan ik doen?

In gesprek (in relatie) blijven gaan, juist zonder problemen.

Voorleven dat er al gewoon ruimte is voor jou, net als voor anderen.

(En misschien dus samenwerken met die ene mentor 😅 zal ik hem gewoon eens een berichtje sturen? )

Dat ben je óók!

Dat ben je óók’, zei ze zachtjes.

Terwijl zij en haar man naar me bleven kijken, veel stilte toelatend. Ik zat huilend, snikkend, niet wetend waar het te zoeken op hun bank. 

Op de zachte verwelkomende bank zat ik daar toen midden in een rauw stekelig overweldigend rouwproces. Degene die mij alles liet zijn, in alle vormen, was zomaar dood gegaan, na veel te kort in het leven samen te hebben geleefd (dat kon ik nog niet alleen, alles zijn). 

Vulkanisch was het. Niet alleen de emoties en ontbering rond zijn dood, maar het hele overleven ervóór dat ik met vele reizen, ontmoetingen en avontuur had opgeleukt. De existentiële eenzaamheid raasde naar buiten. 

Deze mooie mensen wilden me laten voelen dat ik geliefd was en zeiden ‘voor hoeveel mensen ik iets beteken’. 

Uit mijn tenen stroomde de pijn: ‘ja dat weet ik. Ik voel mensen, kan er voor ze zijn in hun emoties, ik kan leuke diepe gesprekken initiëren die voeden, ik kan grappig en luchtig doen, ik kan mensen meeslepen op avontuur weg van geklaag, ik kan energie uitdelen als snoepjes. En ik kan reizen, mensen ontmoeten en oude culturen diep in me ervaren en daarover delen en inspireren. Maar dat ben ik allemaal niet. 

Dít ben ik. Hier, deze chaos, puinzooi, deze diepe afgrond, zwart, dát ben ik. En dat willen diezelfde mensen allemaal niet. Dus kan ik niet bestaan.’ 

En daar was de zin. 

‘Dat ben je óók’. 

Ik wilde er iets tegenin brengen, deed ik vast ook mij kennende, maar er was niets. 

Alles in me wist dat dit klopte, ook al was het niet de tijd toen om dat ruimte te geven.

Toen mocht de aandacht en ruimte op die zwarte chaos van rauwe rouw, het verdriet ‘nemen’ om het vrije leven later te kunnen nemen en laten stromen. En dat kreeg ik op die bank, vele, vele keren in hun nabijheid: ruimte voor rouw. 

Tegelijk legden ze er heel zacht een dikke gekleurde deken naast, zonder dat ik er iets mee hoefde in het moment. De deken die symboliseerde dat ik ook de reizende, grappige, diepdenkende, diepvoelende, empathische, verbindende, oudecultuur en natuurliefhebbende, irritante, inspirerende, ontmoetende, avontuurlijke ik was. 

Twintig jaar later hoor ik die woorden nog soms. Net nog. Als ik soms een zuigende diepte voel en de tranen stromen zomaar, dan komen oude existentiële en eenzame gedachten mee. 

Zo werkt dat in ons zenuwstelsel leerde ik later, gedachten plakken zich vast aan je staat van zijn. Je denkt dat je denkt, maar het zijn automatische vuringen van het brein, die dat doet omdat het al zo vaak samen is gegaan. 

Het leven leerde me in die twintig jaar ‘alles te zijn’. Ik ben me veilig gaan voelen in vormeloosheid en alle vormen via mijn lijf. Ik ervaar diep in de cellen dat zwart ook een kleur is in mijn wereld 🙂 net als wit en dat ik ze allemaal ben (en niet ben) als deel van het grote geheel. 

Als ik in zo’n soms-moment dat even niet meer weet, de tranen op mijn wangen voel, mijn handen ondersteuning laat geven aan mijn hoofd, en de on-gedachten zie opkomen, hoor ik plots, net voordat ik ze geloof: dat ben je óók.  

Ars Moriendi

Ars Vivendi

En ik 

En jij

#beinthedoing #balansinbeweging

Over schaamte, verbinding en beuken

Het is zo’n vier jaar geleden. Ik herkende het in een seconde in hoe hij bewoog: een man die vanzelfsprekend ruimte inneemt. En ik merkte een ontdekkingskriebel in me op.

Op zo’n twee meter voor me staan stoelen zo dicht op elkaar dat er met moeite een persoon langs kan, niet twee tegelijk. De man aan de andere kant van dit obstakel loopt breed, trefzeker, lijkt gewend zijn zin te krijgen.

Vaak vond ik zo’n situatie niet belangrijk en gaf ik de ander voorrang, waarom niet? Soms had ik er last van. Voelde ik me geïrriteerd.

Soms liep ik door net als mijn tegenligger. Maar dan had ik nog een tijd allerlei stressgevoelens in mijn lichaam en daarbij gedachten die er vooral op neerkwamen dat de ander toch teveel ruimte in nam en mijn gedrag rechtvaardig was.

Hoe meer ik leerde over schaamte, hoe nieuwsgierig ik ook naar dit soort situaties werd. Want dat ‘stressgevoel’ kon ik onderzoeken. Hoe en waar voelde ik het in mijn lijf? En was het niet doodgewoon schaamte die de zelfverdedigende gedachten nodig maakte?

Schaamte is overal. Het is verstopt onder vele laagjes in mens en samenleving. Schaamte vernauwt, verkleint, roept onbewust afweermechanismen wakker zoals agressie, vinger wijzen, anderen kleineren, of zelfdestructief gedrag. En dat op heel subtiele manieren.

Schaamte in ongezonde zin beperkt ons. Door er bewust van te worden en we op een veilige manier mee te spelen, brengt het ons juist innerlijke vrijheid.

Schaamte is in essentie namelijk een gezonde sociale emotie die bijdraagt aan het leven in een samenleving. Schaamte kun je zien als signaal. Een behoefte aan ruimte in verbinding.

Terug naar de zelfzekere man en mij en de vernauwing tussen ons in. Ik voelde mijn handen gaan trillen, maar met een speels lachje in mijn hart. Ja, ik ga doorlopen om te oefenen. Zonder geïrriteerde gevoelens, met een beetje spanning en nieuwsgierigheid wat er precies zou gebeuren.

Hij liep net zo stevig door als verwacht, net als ik. Onze schouders beukten tegen elkaar. Hij keek even verrast. Ik glimlachte. We vervolgden onze weg. Ik trilde nog even door terwijl mijn hartslag weer vertraagde. Dat was het. Geen druk hoofd, geen woedende reactie en wel een gevoel van vrijheid. Want ik had bewust kunnen kiezen in het moment.

Juli 2022

Meebewegen en aanpassen

In de Efteling zaterdag regende het aan een stuk door! Iedereen liep met poncho’s, paraplus en doorweekte kleding. En het was druuukkk 😳

Ik loop dan gefascineerd rond, want dan ineens laat niemand zich door de regen tegenhouden. Gillen we net zo hard vrolijk in achtbanen, staan we ellenlang in wachtrijen om te gaan met verveling en ontstaan nieuwe spelletjes en gesprekken, laten we onze lieve lijven doodsangst doorstaan en lachen we erom.

Die opties hebben we dus in ons. Ook op werkdagen, ook als het leven andere vormen van stress brengt. Het gaat om keuzevrijheid, innerlijk bewegen en je niet tegen laten houden te genieten.

Natuurlijk heeft de regen en kou effect. Ons zenuwstelsel staat dan meestal wat sneller op standje onveilig. De vier meiden die we bij ons hadden wilden meestal niet alleen de rijen en attracties in (wat op zonnige dagen als vanzelf wel gebeurd).
Dus gaan we samen.

En een momentje droog zitten in een horeca plek helpt de rust, warmte weer te laten terugkeren, waarna de energie helemaal weer bruist en de rest van de attracties en wachtrijen voorbij vliegen en het ineens 20u in de avond is tot grote verbazing.

Ook in het dagelijkse kunnen we meebewegen met wat er is én aanpassen wat nodig is voor de staat van je (zenuw) gestel.

Nou ja, zomaar een Efteling overdenking 🤪

20 jaar liefde via rouw

“Ik ga dit niet nog 20 jaar doen, met jouw doodzijn hier blijven”, zei ik in wanhopige tranen.

En vandaag (26 jan 2022) is het dan 20 jaar na het ongeluk. En ik ben hier. Ik ben aanwezig, vol hier en senang met wat het leven door me heen laat gaan. Dat is dus niet altijd zo geweest en is ook niet moeiteloos gegaan.

Tim liep net naast me naar de plek van het ongeluk, de boom, de weg, de symbooltaal, de weg in voor en na, de veilige achterkant. De roos die ik vanmorgen van hem kreeg en we aan de boom gaven, ten leve.

Als ik meevoel met de mij-uit-die-eerste-jaren, kan ik niet anders dan begrijpen dat het ver boven mijn draagkracht ging en wat ik ook gekozen zou hebben, valideren en ruimte geven. En de keuze bleek hier. In liefde, in menselijkheid, in relatie en in eigenheid.

Ik voel dagelijks dankbaarheid in de diepste diepten voor de liefdes om me heen, Tim, Jana, Isha en onze innercirceltribe. En voor naast de horizontale lijn, de diepte en hoogte op de verticale lijn. De bron waar ik via beide lijnen op in kan pluggen, gevoed (nourished) wordt en bezield leef. En immens daarin dankbaar ook voor de oude wijze leraren die in mijn leven zijn. ZIJN. En in ziel- en hartconnectie is Johan.

Het diepe duistere donker waar ik die eerste jaren buikschuivend klauwend door heen ging. Ik krijg er soms nog tranen van als ik terugdenk aan die jaren waarin ik afdaalde in het rauwste rauwe en de diepste eenzaamheid. En steeds weer vond ik daar zijn Liefde. Dat ik ook zó, zo in stukken uiteen gevallen, bestaansrecht had.

Waar de meeste levenden om me heen vonden dat ik door moest, hem moest loslaten, de pijn liever niet wilden zien/horen, ik aan anderen moest denken, moest genieten en niet zo zwaar moest zijn, kon ik in zijn liefde, wél zijn wie ik was, ook in al deze vormen. En was de zin uit een nummer eindeloos vertrouwen “zolang ik je niet verlies, vind ik heus wel mijn weg met jou’. En dat bleek.

In zijn energie ontmoette ik de Liefde in alle immensheid en manifestaties na de dood.

En ik zag hem alle weken, maanden en jaren die volgden hangend in de deuropening met een glimlach kijken naar mij en mijn leven. Of kon ik in wanhoop in de wijdsheid van zijn aanwezigheid wegkruipen, bestaand zoals ik was en ontving ik energie voor herstel. Na tien jaar voelde ik alsof zijn dood opgeheven was. En in een van de zwaarste perioden daarna was hij gewoon nietdood aanwezig.

De afgelopen jaren ben ik onze interactie en dat wat ik voelde en ontving, wat hij gaf, ook in het licht van de polyvagaal theorie gaan zien. Hoe jong hij ook was, hij was voor mij een master co-regulator.

Ik met mijn vele sympathische reacties, strijdend voor recht, intens emotioneel, of in vurige betogen, dat riep vrijwel bij iedereen een sympathische (en dan is er ruzie) of dorsale (en dan was er disconnectie en eenzaamheid) respons op.

Hij bleef in zijn eigen energie en diep betrokken als ik eens iets deelde wat er toe deed. Ik zie me nog met starre snelle bewegingen kleding in de kast leggen, staccato boos pratend over iets pijnlijks. Iets wat ook hem raakte. En ik verwachte stilte en weggaan of een reactie met irritatie toen ik hem vanaf de kast een blik toe wierp. Hij zat op de rand van de bank. Hij keek naar mij met een blik waarin ik niets anders kon lezen dan echtheid en nabijheid. En hij bleef. Ik hoorde hem zeggen toen de stilte me teveel werd: ‘weet je wat ik nu voel? Ik voel buikpijn voor jou’. Al mijn sympathische wapens smolten in die pure aanwezigheid en met zijn armen om me heen waren mijn tranen veilig en helend. (En was in retrospect de staat van mijn zenuwstelsel ventraal-dorsaal geworden.)

Vandaag, net als op vele onverwachte momenten, eer ik zijn leven, de bruisende levende energie die hem kenmerkte en wat hij mij gaf en ik door de jaren heen integreerde. Intregratie to the max in mijn aardse zijn.

Integratie in het leven wat na enkele jaren stroomde richting Tim en de magie die zich toen patsboem kenbaar maakte en in het doorworstelen van grote (inter)menselijke rugzakken en patronen 😅. Tim zei ergens in het begin ‘nu hoef je hem niet meer alleen te dragen’. Die grootsheid. Die warmte. En ook dat veranderde vloeiend weer naar daar waar niets gedragen meer hoefde worden. Naar alleen nog stroom van Leven in Liefde. Hier. En overal. Ik dank en verstil.

20 jaar van voor en na is een.

De eerste keer in de praktijk

Het heeft me de afgelopen jaren veel gebracht, de kennis van de Polyvagaal theorie laten zakken naar wijsheid (lijf). Door ermee te oefenen, ontdekken en spelen, tot op een dag het ‘in the heat of the moment’ beschikbaar bleek.

Ik zie me nog staan, de eerste keer dat ik midden in een ruzie met Tim oude dynamieken en bekende gedachte en daarnaast voelde dat ik zelfs midden in die stress en emotie, een andere keuze had. 

Een heel kleine gaatje

Want er waren ook veel gebruikelijke argumenten in mijn hoofd en gevoel: hij had me genegeerd, daarna harde woorden gezegd en ik was toch geraakt. Logisch dat ik boos wordt en een grens aangeef! En het is ook nog kwetsbaar dat ik me laat zien en uitspreek dat hij me raakt met tranen in de ogen. Kortom: ik heb gelijk om door te gaan tot hij dat snapt. 

Maar ja, die verhalen ken ik wel. En gelijk willen halen (wat we allebei goed kunnen) bouwt niet aan onze relatie. En het is eigenlijk ook voor mezelf oppervlakkig, want niet waar mijn hele breinlichaam behoefte aan heeft (hoewel dat wel zo kan lijken, want dat bij dat ‘gelijk’ krijgen we een dopamineshot wat ons krachtiger en beloond laat voelen). 

Na veel en vaak ontdekken hoe een mens werkt en specifiek mijn eigen zenuwstelsel, is er nu midden in dit automatische zenuwstelsel- en interactiepatroon een gaatje voor een andere keuze. 

Het ongemak van een andere keus uitvoeren

En in plaats van meer argumenten en uitleg, nam ik even tijd om te voelen, via mijn wijze mijn lijf. En vandaar uit deelde ik met hem:

‘mijn zenuwstelsel staat zo aan in dit moment, het heeft tijd nodig zonder praten. Wil je nu alleen een hand op me leggen?’ 

Echt niet gemakkelijk. Want deze verhalen hielpen me vaak prima via gedachten (en daden) als ‘ik los het zelf wel op, dat lukt sowieso’. Of ‘hij weet toch dat dat iets ouds in mijn triggert ‘genegeerd worden‘, zou hij wel rekening mee mogen houden, ik kom gewoon op voor mezelf’.

Kortom: die oude neigingen (verhalen) in me vonden dat er geen andere keuze was, en zeker die laatste vraag te ver gaan: iemand die mij in dit moment niet wil begrijpen, of rekening met me wil houden, zo’n kwetsbare vraag stellen. Ook nog met het risico dat hij ‘nee’ zegt, of het niet wil doen. Ben malle pietje niet.

Toch, dat gaatje was er, ik kon er naar kijken, naar dit hele schouwspel van gedachten, emoties, reacties, interpretaties en zenuwstelsels. 

En ik kon het aan om bovenstaande (en andere) verhalen in mijn hoofd over dit moment, over hem, over ons, niet te geloven en er dus niet op door te denken en voelen.

Het moment delen ipv uit de verhalen laat levensenergie stromen

In plaats daarvan bleef ik puur bij mijn biologische staat van zijn. En reikte uit met die vraag. Waar hij met ja of nee op kon reageren en ook die beide was ik bereid te dragen.

We werden toen beiden stil en hij legde zijn hand op mijn rug. Eerst nog wat onwillig, of nou ja, dat is mijn interpretatie, misschien was het onwennig, of afwezig doordat zijn systeem de aandacht vroeg 🙂 

Ik merkte hoe ik de aanraking echt kon toelaten en mijn zenuwstelsel langzaam kalmeerde. Ik ademde met de warme hand op mijn rug en voelde sensaties in me veranderen: andere hartslag, ademhaling, andere aanspanning. En ik was bewust van de energie door ons heen. 

En echt, de verhalen verdwenen ook. Ik raakte de gedachten kwijt over waar ik voor mezelf moest opkomen, wat hij anders moest doen, of ik en gelijk halen was geen issue meer. Ik voelde me in een andere staat van zijn komen, waar mijn systeem me niet wil beschermen door vechten of vluchten. 

Ik geloof dat ik een paar uur later bijna juichend tegen hem zei: de Polyvagaal Theorie werd belichaamd in me!!

Ik kon me uitspreken vanuit die heel andere plek, waardoor het bij hem ook iets anders deed in zijn zenuwstelsel, zonder dat alle afleidende en soms schadelijke ‘verhalen’ ook nog verwerkt moesten. 

Zo zonder die trigger-autorespons, stroomde levensenergie vrijuit vanuit onze ware natuur. 

PS. Niet omdat dit nu altijd zo gaat, haha, i love de menselijke emotie, maar het is een innerlijke vrijheid diep te ervaren dat er keuze is, en als ik soms die keuze niet voel, te weten dat die er wel is en de volgende keer wel weer voelbaar is.

Er kwamen daarna nog eindeloos veel zenuwstelsel-ontdekmomenten, tussen ons, met de kinderen, met vrienden en vreemden, in ziektesymptomen, als reactie op gedachten en emoties, in de natuur en de samenleving. Ik laat het graag doorstromen vanuit mijn belichaamde ervaring tijdens elk retraite, elk coachtraject en elke yogales in meer of mindere mate.

PPS. Als je nu graag meer in je zenuwstelsel wil duiken, met de invloed op interactie en emoties en hoe wij mensen ‘werken’ in de wereld om vanuit een speels ontdekkende geest het leven meer te laten stromen: welkom bij de 3 maandstraining Belichaamd Leiderschap. Start in september.

Kom je top down (cognitief en theoretisch) en bottom-up (vanuit het lichaam) met ons mee ontdekken? We laten samen met de groep de training steeds weer ontstaan.