Reisagent voor avontuurlijke levenskracht. Beweeg, adem, speel en deel je vrij

Tag: herstel (pagina 1 van 1)

Stress: een ongelukje en het zenuwstelsel

‘Ik dacht dat ik dood ging’, zei ze ontastbaar kalm. Ze is 10. Ik kijk opzij naar haar, zij kijkt recht door de voorruit.

In deze tijdbubbel lijkt de tijd opgeheven en zitten we eindeloos stil. Dan een ademhaling, een blik naar elkaar en een uitroep: ‘ik heb geen pijn’.

In die stille tijdloosheid is mijn geest superscherp en snel. Voorbij haar gezicht zie ik in de verte auto’s aankomen en we staan haaks op de weg, met de achterkant van de auto op de verhoogde rotonde geklapt, zomaar.

De auto start niet.
Ik kan haar niet laten uitstappen, te veel risico. Vlakbij komt een auto de rotonde op, de man kijkt me aan en rijdt door. Wat?!

De auto start nog niet.
‘Mijn leven schoot voorbij’, zegt ze. Ik grinnik en ben ontroerd. Filmisch.

De auto start nog niet.
Op de 70 km p/u weg komen de auto’s die ons in de bocht waarschijnlijk niet zien staan, snel dichterbij. Er moet nu iets gebeuren.

Dan start de auto, maar het wiel achter blokkeert.
Ik heb geen idee hoe, maar het lukt om van de rand af te komen en zonder te kunnen sturen, ons van de rondweg af veilig de ventweg op te krijgen.

We stappen uit, springen, lachen, huilen en dansen samen. Schudden, trillen, ongelovig lachen.

Papa/lief-held is snel bij ons na een belletje, tranen komen in zijn veilige armen, we pakken de dag op, ‘s avonds wordt de auto weggesleept en de garageman blijkt ook een held.

Niet alleen maakt hij de auto, hij weet me ook te co-reguleren over dat ‘zomaar’ en we rijden alweer maanden in dezelfde auto over dezelfde wegen met dezelfde mensen en vooral: we zijn zelf helemaal heel gebleven.

Eind goed al goed. Toch?

Toch slaat voor elke rotonde bij nat weer haar alarmsysteem aan en roept ze ‘langzamer!’.

Toch voel ik elke snelwegbocht mijn schouders naar elkaar toe trekken en ben ik me daardoor weer ineens bewust dat de wielen ‘zomaar’ onder me uit kunnen schieten.

Toch zijn allebei onze buiken aangespannen als we om 8 uur op de bewuste rotonde rijden.

Toch laat haar stem zich regelmatig horen op momenten die daarvoor ongemerkt voorbij gingen.

Haar systeem (en dat van mij) reageert na en leert door. Stress-systeem werkt, check, het geeft aan waar het ooit onveilig was of kan zijn.

En we kunnen moeilijk de wegen allemaal recht maken 🙂 of nooit meer autorijden. Of elke chauffeur vragen om met 30 km p/u te rijden (dat tempo hou ik zelf ook niet vol haha).

Dus laat maar komen, lief systeem, jouw manier om me veilig te willen houden. En dan luister ik en kies ik waar kan.

Door nu eens het tempo op de weg aan te passen.

Een andere keer samen te gillen, ademen m, praten of lachen.

Of het lijf te laten bewegen alsof het die schrik of angst is en dan verandert die emotie-energie vanzelf weer.

En we spelen ermee buiten de auto.

Het leven geeft ons ervaringen. Aan ons om ermee op ontdekking te gaan of niet. All good.

#stress #kleintraumainhetzenuwstelsel #balansinbeweging #regulatie #coregulatie #polyvagaaltheorie #belichaamdleiderschap #samenzijn #liefde

Over schaamte, verbinding en beuken

Het is zo’n vier jaar geleden. Ik herkende het in een seconde in hoe hij bewoog: een man die vanzelfsprekend ruimte inneemt. En ik merkte een ontdekkingskriebel in me op.

Op zo’n twee meter voor me staan stoelen zo dicht op elkaar dat er met moeite een persoon langs kan, niet twee tegelijk. De man aan de andere kant van dit obstakel loopt breed, trefzeker, lijkt gewend zijn zin te krijgen.

Vaak vond ik zo’n situatie niet belangrijk en gaf ik de ander voorrang, waarom niet? Soms had ik er last van. Voelde ik me geïrriteerd.

Soms liep ik door net als mijn tegenligger. Maar dan had ik nog een tijd allerlei stressgevoelens in mijn lichaam en daarbij gedachten die er vooral op neerkwamen dat de ander toch teveel ruimte in nam en mijn gedrag rechtvaardig was.

Hoe meer ik leerde over schaamte, hoe nieuwsgierig ik ook naar dit soort situaties werd. Want dat ‘stressgevoel’ kon ik onderzoeken. Hoe en waar voelde ik het in mijn lijf? En was het niet doodgewoon schaamte die de zelfverdedigende gedachten nodig maakte?

Schaamte is overal. Het is verstopt onder vele laagjes in mens en samenleving. Schaamte vernauwt, verkleint, roept onbewust afweermechanismen wakker zoals agressie, vinger wijzen, anderen kleineren, of zelfdestructief gedrag. En dat op heel subtiele manieren.

Schaamte in ongezonde zin beperkt ons. Door er bewust van te worden en we op een veilige manier mee te spelen, brengt het ons juist innerlijke vrijheid.

Schaamte is in essentie namelijk een gezonde sociale emotie die bijdraagt aan het leven in een samenleving. Schaamte kun je zien als signaal. Een behoefte aan ruimte in verbinding.

Terug naar de zelfzekere man en mij en de vernauwing tussen ons in. Ik voelde mijn handen gaan trillen, maar met een speels lachje in mijn hart. Ja, ik ga doorlopen om te oefenen. Zonder geïrriteerde gevoelens, met een beetje spanning en nieuwsgierigheid wat er precies zou gebeuren.

Hij liep net zo stevig door als verwacht, net als ik. Onze schouders beukten tegen elkaar. Hij keek even verrast. Ik glimlachte. We vervolgden onze weg. Ik trilde nog even door terwijl mijn hartslag weer vertraagde. Dat was het. Geen druk hoofd, geen woedende reactie en wel een gevoel van vrijheid. Want ik had bewust kunnen kiezen in het moment.

Juli 2022

20 jaar liefde via rouw

“Ik ga dit niet nog 20 jaar doen, met jouw doodzijn hier blijven”, zei ik in wanhopige tranen.

En vandaag (26 jan 2022) is het dan 20 jaar na het ongeluk. En ik ben hier. Ik ben aanwezig, vol hier en senang met wat het leven door me heen laat gaan. Dat is dus niet altijd zo geweest en is ook niet moeiteloos gegaan.

Tim liep net naast me naar de plek van het ongeluk, de boom, de weg, de symbooltaal, de weg in voor en na, de veilige achterkant. De roos die ik vanmorgen van hem kreeg en we aan de boom gaven, ten leve.

Als ik meevoel met de mij-uit-die-eerste-jaren, kan ik niet anders dan begrijpen dat het ver boven mijn draagkracht ging en wat ik ook gekozen zou hebben, valideren en ruimte geven. En de keuze bleek hier. In liefde, in menselijkheid, in relatie en in eigenheid.

Ik voel dagelijks dankbaarheid in de diepste diepten voor de liefdes om me heen, Tim, Jana, Isha en onze innercirceltribe. En voor naast de horizontale lijn, de diepte en hoogte op de verticale lijn. De bron waar ik via beide lijnen op in kan pluggen, gevoed (nourished) wordt en bezield leef. En immens daarin dankbaar ook voor de oude wijze leraren die in mijn leven zijn. ZIJN. En in ziel- en hartconnectie is Johan.

Het diepe duistere donker waar ik die eerste jaren buikschuivend klauwend door heen ging. Ik krijg er soms nog tranen van als ik terugdenk aan die jaren waarin ik afdaalde in het rauwste rauwe en de diepste eenzaamheid. En steeds weer vond ik daar zijn Liefde. Dat ik ook zó, zo in stukken uiteen gevallen, bestaansrecht had.

Waar de meeste levenden om me heen vonden dat ik door moest, hem moest loslaten, de pijn liever niet wilden zien/horen, ik aan anderen moest denken, moest genieten en niet zo zwaar moest zijn, kon ik in zijn liefde, wél zijn wie ik was, ook in al deze vormen. En was de zin uit een nummer eindeloos vertrouwen “zolang ik je niet verlies, vind ik heus wel mijn weg met jou’. En dat bleek.

In zijn energie ontmoette ik de Liefde in alle immensheid en manifestaties na de dood.

En ik zag hem alle weken, maanden en jaren die volgden hangend in de deuropening met een glimlach kijken naar mij en mijn leven. Of kon ik in wanhoop in de wijdsheid van zijn aanwezigheid wegkruipen, bestaand zoals ik was en ontving ik energie voor herstel. Na tien jaar voelde ik alsof zijn dood opgeheven was. En in een van de zwaarste perioden daarna was hij gewoon nietdood aanwezig.

De afgelopen jaren ben ik onze interactie en dat wat ik voelde en ontving, wat hij gaf, ook in het licht van de polyvagaal theorie gaan zien. Hoe jong hij ook was, hij was voor mij een master co-regulator.

Ik met mijn vele sympathische reacties, strijdend voor recht, intens emotioneel, of in vurige betogen, dat riep vrijwel bij iedereen een sympathische (en dan is er ruzie) of dorsale (en dan was er disconnectie en eenzaamheid) respons op.

Hij bleef in zijn eigen energie en diep betrokken als ik eens iets deelde wat er toe deed. Ik zie me nog met starre snelle bewegingen kleding in de kast leggen, staccato boos pratend over iets pijnlijks. Iets wat ook hem raakte. En ik verwachte stilte en weggaan of een reactie met irritatie toen ik hem vanaf de kast een blik toe wierp. Hij zat op de rand van de bank. Hij keek naar mij met een blik waarin ik niets anders kon lezen dan echtheid en nabijheid. En hij bleef. Ik hoorde hem zeggen toen de stilte me teveel werd: ‘weet je wat ik nu voel? Ik voel buikpijn voor jou’. Al mijn sympathische wapens smolten in die pure aanwezigheid en met zijn armen om me heen waren mijn tranen veilig en helend. (En was in retrospect de staat van mijn zenuwstelsel ventraal-dorsaal geworden.)

Vandaag, net als op vele onverwachte momenten, eer ik zijn leven, de bruisende levende energie die hem kenmerkte en wat hij mij gaf en ik door de jaren heen integreerde. Intregratie to the max in mijn aardse zijn.

Integratie in het leven wat na enkele jaren stroomde richting Tim en de magie die zich toen patsboem kenbaar maakte en in het doorworstelen van grote (inter)menselijke rugzakken en patronen 😅. Tim zei ergens in het begin ‘nu hoef je hem niet meer alleen te dragen’. Die grootsheid. Die warmte. En ook dat veranderde vloeiend weer naar daar waar niets gedragen meer hoefde worden. Naar alleen nog stroom van Leven in Liefde. Hier. En overal. Ik dank en verstil.

20 jaar van voor en na is een.

Alle hoop moet dood

Welk thema zal ik de yogales geven? Vroeg ik aan de meiden tijdens het koken.  

Hoop, zei Jana,

Zeker in deze tijd

Alle hoop moet dood, zei een vriend 25 jaar geleden. Hij had iets heel heftigs meegemaakt en gemerkt dat als hij hoop hield dat het goed kwam of weer het oude, dat teveel pijn deed.

En toen ik ergens mee zat was zijn advies ook alle hoop moet dood. Ik begreep hem al te goed. 

Ook andere ontmoetingen en ervaringen leken in die richting te wijzen, zij het wat genuanceerder. Het ging daar niet over ‘moeten’ verliezen, maar over een gevolg als dat wel gebeurt.

Zo was er een bijzondere ontmoeting met een man uit zuid Amerika op het strand in Israel. We hadden diepe gesprekken en verbinding en toen verloor ik een dierbare ring in het zand. Zoeken leverde niets op. Toen we stopten en in rust weer verbonden met het gemis (ik) en elkaar, lag de ring ineens in het zicht. Just when you give up hope, you find what you are looking for. 

Deze herinneringen waren een begin van de beweging die ik maakte door ‘hoop’ op te nemen, door mijn geest en lichaam te laten struinen via mijn ervaringen, wereidsituaties, gangbare hoop-ideeën en wat het lijf ermee deed.

Hoop kun je hebben en weer verliezen.

Hoop is bv in tegenstelling tot vertrouwen dat gaat over het heden gedragen door het verleden, toekomstgericht. Toekomst, waar je weinig controle over hebt en die er nog niet is. 

Hoop wordt vaak verward met verwachting: het resultaat moet zijn wat we gewenst (gehoopt) hebben. Hoop wordt in deze lijn ook verward met optimisme (dat het goed afloopt, de zon gaat schijnen na regen). 

Hoop wordt ook vaak gebruikt als magische bezwering: ik hoop dat je snel beter wordt. (Of bij sommigen de magie van: alle hoop moet dood). 

Toch voelde ik in de suggestie van dochter een andere lading. Diep in mijn buik reageerde ook iets. Hoop in diepte en met openheid tegelijk. 

Hoop gaat niet over licht dat we verwachten aan het eind of begin van de tunnel (zoals genezen, of terug naar hoe een levenssituatie was en fijn was, of juist door naar iets nieuws wat wél fijn is) maar over in de tunnel zijn en blijven lopen. In beweging blijven, dóen, uitreiken naar het onbekende, vanuit het niet-weten en niet-zien. 

Dat is dubbel op anders dan de maatschappij ons voorhoudt met het maakbare leven, controle en zekerheid. En ineens komt een gedicht van Vaclav Havel op dat een toffe collega me ooit gaf en eindigt met:

Hope is not the conviction 

that something will turn out well 

but the certainty 

that something makes sense, 

regardless of how it turns out.

Hoop is handelen zelfs als je weet dat het resultaat niet is wat je wil, onhaalbaar is zelfs misschien. Hoop is dan toch handelen omdat je het belangrijk vindt. Je hele lichaam (niet alleen je gedachten) die richting op neigt. 

Aansluitend daarbij merkte ik in mijn lijf rondom hoop een uitreik-beweging op. Zowel uitreiken (actie) om hulp of steun te vragen, als uitreiken om steun te bieden, te geven waar de situatie dat vraagt. En dan weer terug komen naar de neutrale positie, mijn midden. Om te ontvangen en om te herstellen. En herhaal. En die herhaling kan in vele houdingen, vele soorten bewegen fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel. 

Met deze hoopvolheid ontving ik de deelnemers en nodigde ik hen uit hoop in hun lichaam te ontdekken. In het doen, de beweging, daarna de statische houding en dan de terugkeer uit de houding en tenslotte in het niet-doen. Hoop heeft vele lagen en kleuren en is voorbij een gevoel, verankerd in dóen.

Dat is misschien wel de hoop die doet leven.

Een Indiase hond beet mijn kind

Gepubliceerd op MAMASCHRIJFT 30 november 2017

https://www.mamaschrijft.nl/moederschap/een-indiase-hond-beet-mijn-kind

Monike woont met haar man en twee dochters in India en deelt regelmatig haar ervaringen. In dit blog vertelt ze hoe haar 5-jarige dochter is gebeten door een hond, en wat voor emoties en zorgen dit bij iedereen losmaakt.

Vorige week zette de ziekenhuisarts een vijfde en laatste injectie in de bil van onze jongste. Het was in de weken ervoor een periode van extra bezorgdheid en allerlei andere emoties staken hun hoofd om de hoeken van ons veilige huis.

Gebeten door een hond
“En het is nog wel mijn vrieieiendjeeee”, snikt mijn dochter, terwijl ze zich in papa’s armen stort. Haar lijfje schokt van het huilen.

Ze is net twee keer in haar gezicht gehapt door een hond op de campus. Ze zat op haar hurken rustig bij de hond en aaide hem zacht. Ineens horen we een geluid en rent ze naar ons toe. De hond beet niet door, maar gaf met twee happen (op de neus net onder haar oog en op haar voorhoofd) krassen en een bultje. De schrik, maar vooral dat haar vríendje dit deed, maakt haar overstuur. Dat blijft ze herhalen.

Vrienden die iets meemaken

Hondsdolheid
Wij schrikken ook. India is land nr 1 qua hondsdolheid en verantwoordelijk voor 35% van de doden door die ziekte wereldwijd. En het wordt ook via slijmvliezen (zoals in een oog) overgedragen. De dokter is binnen 5 minuten ter plaatse en verwijst ons door naar het ziekenhuis. Een uur later krijgt ze de eerste injectie (dag 0 van de blootstelling) in haar bil en nog een uur later staat ze weer oog in oog met de hond.

Ons meisje is voorzichtig, maar overtuigd dat ze zo zachtjes gebeten is, omdat ‘de hond ook weet dat hij haar vriendje is’. De hond loopt recht op haar af om contact te maken. ‘Hij kwam sorry zeggen, mama’. Tja, vrienden maken wel eens wat mee met elkaar.

Emoties in het lijf voorrang op het verstand
Mijn huilen komt later, als ik lees over de symptomen van rabies en de realiteit inkickt van de 100% dodelijkheid en ongeneselijk als er symptomen verschijnen. Ik blijf bij mijn angst en verdriet. Er komen gedachten voorbij als ‘maak je niet druk, het valt vast mee’ of ‘we waren er snel bij’. Toch laat ik die voorbijgaan en voel gewoon volop de emotie. In mijn keel, buik en gezicht slaan de golven omhoog van verdriet ‘als ze er niet meer zou zijn’. Ik huil vanuit de diepte de verkramping van mijn maag (angst?) eruit. En praat erover met lief.

Daarna voel ik nog meer hoe bijzonder ze is voor me, onze dochter, zo magisch en vol leven. En dat ik haar nog oneindig lang wil meemaken. Ik voel de warmte in mijn borst. En wat ik haar van ons als ouders en het leven gun. Mooie voornemens die morgen als ze wakker wordt, meteen concreet kunnen worden in meer geduld bij een van haar energieke (maar soms pijnlijke) uitbarstingen bijvoorbeeld.

Ok, nu mag mijn ratio. Die schat de kans klein in, dat ze besmet is en vertrouwt, just in case, dat de injecties zullen beschermen.

Rebellie en verdriet als geneesmiddel
Op dag 3 volgt de tweede injectie en onze dappere vijfjarige ademt rustig met gesloten ogen naar haar bil. Ze vraagt de dokter wel nog even niet in haar bot te spuiten. De arts lacht en belooft het.

Rebellie vol overgave

Injectie drie en vier gaat ze huilend in. De dokter krijgt niet eens een hallo. De spanning van het ziekenhuis, het wachten, de spuit en natuurlijk dat dit allemaal nog hoort bij die beet van haar vriendje, krijgt ze niet meer weg geademd. Het moet eruit gehuild. Niet een keer, maar vaker. Er moet opstandig gedaan door onze kleine rebel. Ze moet springen, in de lucht schoppen en hard gillen. Ze doet het met overgave.

De laatste injectie, na 3 weken, gaat ze weer kalm en rustig in

In het ziekenhuis

Ze lacht weer met de dokter en blijft nog even hangen bij de (geen Engels sprekende) verpleging. Buiten eten we verse ananas. Onze emoties niet weg redeneren, helpt om het leven te leven. Zeker in India, waar het leven de dood veel meer zichtbaar meedraagt. De gevoelens gaan door ons heen en door er, naast woorden aan te geven, zo fysiek mogelijk bij te blijven -waar en wat voel ik in mijn lijf?- ervaren we dat ze vanzelf uit ons systeem verdwijnen.

Omdat fysiek zo lastig is op papier, deel ik als afronding wat woorden van dichter Kopland. Dit gedicht dwarrelt al drie weken door mijn hoofd en stond tevens op het geboortekaartje van ons krachtkind:

Je ziet hoe het gebeurt
het is klaarlichte dag – en het gebeurt
voor je ogen zie je hoe het kleine lichaam
van een meisje
levend afdaalt in de aarde.

Het is heel licht, het is van dat hevige
verzadigde zomer-licht waarin je weer even ziet: ja dit
dit was het landschap
hemel, aarde, riviertje, boompjes, gras.

Lichaam, denk ik, als het lichaampje bent
van haar
waar heb je haar gevonden
waar breng je haar heen
waar laat je haar gaan

en hoe moet het zijn zonder jou,
hoe lang, hoe diep, hoe alleen.

Uit: Rutger Kopland – Over het verlangen naar een sigaret

G.A. van Oorschot, 2001

Herstel part 2 – Val in de ruimte

Mentaal hielp het.
Naast de westerse artsen en blik, de ziekte zien als signaal. Een zekere mate van afstand, ondanks alle beperkingen. Mét de zwaarte de symptomen onderzoeken op wat ze te zeggen hadden. Uit het onoverkomenlijke stappen.

‘Ik ben ziek’ vermeed ik uiteindelijk  waar mogelijk. Taal brengt ook iets in de wereld. Ik droeg een ziekte bij me. Of droeg… nou ja. Ik ben ook reusachtig naast het ziekte-deel. En zocht naar manieren dat geheel van mij zo optimaal mogelijk te zijn.

Leven als geheel
Ayurveda, ofwel: de wetenschap van het leven. Waarbij Ayu de betekenis van ‘leven’ heeft, in vier deelgebieden: body, mind, senses and soul. Veda staat voor het onderzoek in dit geheel van vier.

Het is duizenden jaren oud. Ouder dan de mensheid, stelt de overlevering. Wat in elk geval waar is voor alle medicinale kruiden die gebruikt worden  De eerste teksten van de Ayurveda gaan zo’n 3500 jaar terug. Daarbij is het van belang te bedenken dat volgens dit oeroude healing system of India, dat wat in de (macro)kosmos aanwezig is, ook in het lichaam in de microkosmos aanwezig is. Je onderzoekt zo steeds twee richtingen op.
Ayurveda is een manier van leven, het beslaat alle levensgebieden voor gezondheid. Beweging, het denken, het voedsel en de behandeling van ziekte die altijd een uiting is van disbalans.

Disbalans
Misschien wel het eerste signaal dat India op ons pad hoorde te komen. Mijn letterlijke balansprobleem dat zo plotseling opkwam. De wereld tolde rond me heen. Lopen zonder hulpmiddel lukte niet meer. Vrij snel omvatte ik dit als thema waar ik voorlopig op allelei lagen in meer of mindere mate mee bezig zou zijn.

Hoe kon ik bezig zijn met de les die hieruit te halen viel, terwijl ik me zo ziek voelde? Moet ik er per se een les uit halen? Hoe blijf ik dan weg uit schuldgevoel, als ik de les niet zie en het dus ‘niet goed doe’? Is het niet gewoon iets wat me overkomt, lijfelijk, domme pech dus? Hoe breng ik al die stemmen en intuitie in me in balans?

Het initiele streven van ‘snel beter worden’, dwz de oude, werkte tegen me. ‘Beter’ kwam niet en dat was teleurstellend, falen zelfs. En, wat is dat de oude worden? De innerlijke weg was kronkelig.

Herstel en steun
Yoga (en mijn geweldige yoga leraar in Nederland) heeft hierin veel betekend, naast andere methodes om het zelfhelende vermogen te ondersteunen. Maar vooral de kracht diep in me, flexibiliteit en nieuwsgierigheid hebben me geholpen op dit pad van evenwicht. Zowel puur fysiek, biologisch kijken, als mentaal en naar de zin van ziekte.

Het vechten mocht los komen van mij. Het is mooi geweest met dat mijn best doen. De richting is zijn en doen wat ik nu in deze omstadigheden wil en kan. Herstel naar iets nieuws, in plaats van beter worden. Die intentie bekrachtigde ik met een luchtig ritueel, na een zware autorit met lief naar een arts in Maastricht. Iets met stenen, ijsjes en liefde 🙂

Cesuur
De ziekte bracht ook een keuzemoment voor of tegen India met Ayurveda en yoga en ommekeer. De red or blue pil? Down the rabbit hole.

De komende interne week komt meer licht op het (on)evenwichtige in mij. Via Ayurveda ga ik het geheel van mijzelf langs en voor een grote schoonmaak.

Langzaam zie ik de ziekte alvast ook als een cadeautje. De ziekte, hoe pijnlijk ook, bracht een cesuur, een vóór en na.

Ruimte dus.