Reisagent voor avontuurlijke levenskracht. Beweeg, adem, speel en deel je vrij

Tag: kind (pagina 2 van 2)

Een Indiase hond beet mijn kind

Gepubliceerd op MAMASCHRIJFT 30 november 2017

https://www.mamaschrijft.nl/moederschap/een-indiase-hond-beet-mijn-kind

Monike woont met haar man en twee dochters in India en deelt regelmatig haar ervaringen. In dit blog vertelt ze hoe haar 5-jarige dochter is gebeten door een hond, en wat voor emoties en zorgen dit bij iedereen losmaakt.

Vorige week zette de ziekenhuisarts een vijfde en laatste injectie in de bil van onze jongste. Het was in de weken ervoor een periode van extra bezorgdheid en allerlei andere emoties staken hun hoofd om de hoeken van ons veilige huis.

Gebeten door een hond
“En het is nog wel mijn vrieieiendjeeee”, snikt mijn dochter, terwijl ze zich in papa’s armen stort. Haar lijfje schokt van het huilen.

Ze is net twee keer in haar gezicht gehapt door een hond op de campus. Ze zat op haar hurken rustig bij de hond en aaide hem zacht. Ineens horen we een geluid en rent ze naar ons toe. De hond beet niet door, maar gaf met twee happen (op de neus net onder haar oog en op haar voorhoofd) krassen en een bultje. De schrik, maar vooral dat haar vríendje dit deed, maakt haar overstuur. Dat blijft ze herhalen.

Vrienden die iets meemaken

Hondsdolheid
Wij schrikken ook. India is land nr 1 qua hondsdolheid en verantwoordelijk voor 35% van de doden door die ziekte wereldwijd. En het wordt ook via slijmvliezen (zoals in een oog) overgedragen. De dokter is binnen 5 minuten ter plaatse en verwijst ons door naar het ziekenhuis. Een uur later krijgt ze de eerste injectie (dag 0 van de blootstelling) in haar bil en nog een uur later staat ze weer oog in oog met de hond.

Ons meisje is voorzichtig, maar overtuigd dat ze zo zachtjes gebeten is, omdat ‘de hond ook weet dat hij haar vriendje is’. De hond loopt recht op haar af om contact te maken. ‘Hij kwam sorry zeggen, mama’. Tja, vrienden maken wel eens wat mee met elkaar.

Emoties in het lijf voorrang op het verstand
Mijn huilen komt later, als ik lees over de symptomen van rabies en de realiteit inkickt van de 100% dodelijkheid en ongeneselijk als er symptomen verschijnen. Ik blijf bij mijn angst en verdriet. Er komen gedachten voorbij als ‘maak je niet druk, het valt vast mee’ of ‘we waren er snel bij’. Toch laat ik die voorbijgaan en voel gewoon volop de emotie. In mijn keel, buik en gezicht slaan de golven omhoog van verdriet ‘als ze er niet meer zou zijn’. Ik huil vanuit de diepte de verkramping van mijn maag (angst?) eruit. En praat erover met lief.

Daarna voel ik nog meer hoe bijzonder ze is voor me, onze dochter, zo magisch en vol leven. En dat ik haar nog oneindig lang wil meemaken. Ik voel de warmte in mijn borst. En wat ik haar van ons als ouders en het leven gun. Mooie voornemens die morgen als ze wakker wordt, meteen concreet kunnen worden in meer geduld bij een van haar energieke (maar soms pijnlijke) uitbarstingen bijvoorbeeld.

Ok, nu mag mijn ratio. Die schat de kans klein in, dat ze besmet is en vertrouwt, just in case, dat de injecties zullen beschermen.

Rebellie en verdriet als geneesmiddel
Op dag 3 volgt de tweede injectie en onze dappere vijfjarige ademt rustig met gesloten ogen naar haar bil. Ze vraagt de dokter wel nog even niet in haar bot te spuiten. De arts lacht en belooft het.

Rebellie vol overgave

Injectie drie en vier gaat ze huilend in. De dokter krijgt niet eens een hallo. De spanning van het ziekenhuis, het wachten, de spuit en natuurlijk dat dit allemaal nog hoort bij die beet van haar vriendje, krijgt ze niet meer weg geademd. Het moet eruit gehuild. Niet een keer, maar vaker. Er moet opstandig gedaan door onze kleine rebel. Ze moet springen, in de lucht schoppen en hard gillen. Ze doet het met overgave.

De laatste injectie, na 3 weken, gaat ze weer kalm en rustig in

In het ziekenhuis

Ze lacht weer met de dokter en blijft nog even hangen bij de (geen Engels sprekende) verpleging. Buiten eten we verse ananas. Onze emoties niet weg redeneren, helpt om het leven te leven. Zeker in India, waar het leven de dood veel meer zichtbaar meedraagt. De gevoelens gaan door ons heen en door er, naast woorden aan te geven, zo fysiek mogelijk bij te blijven -waar en wat voel ik in mijn lijf?- ervaren we dat ze vanzelf uit ons systeem verdwijnen.

Omdat fysiek zo lastig is op papier, deel ik als afronding wat woorden van dichter Kopland. Dit gedicht dwarrelt al drie weken door mijn hoofd en stond tevens op het geboortekaartje van ons krachtkind:

Je ziet hoe het gebeurt
het is klaarlichte dag – en het gebeurt
voor je ogen zie je hoe het kleine lichaam
van een meisje
levend afdaalt in de aarde.

Het is heel licht, het is van dat hevige
verzadigde zomer-licht waarin je weer even ziet: ja dit
dit was het landschap
hemel, aarde, riviertje, boompjes, gras.

Lichaam, denk ik, als het lichaampje bent
van haar
waar heb je haar gevonden
waar breng je haar heen
waar laat je haar gaan

en hoe moet het zijn zonder jou,
hoe lang, hoe diep, hoe alleen.

Uit: Rutger Kopland – Over het verlangen naar een sigaret

G.A. van Oorschot, 2001

Hoe haar naam naar ons kind toekroop

Deze week 9 jaar geleden werd ze geboren. ‘Jana’ heet ze vanaf die dag. De vraag die me bezig hield in de eerste maanden was: wie heet zo? Hij klopte met haar, die naam, maar ook nog niet.

Naamloos is het meisje dat bij ons kwam.

Jana een week oud

Ik sta verbaasd van mijn wennen om haar naam te noemen. Nooit eerder heb ik gewend aan een naam van een kindje dat ter wereld kwam. Hooguit vond ik hem niet of wel mooi. Maar die baby heette nu eenmaal zo. Die namen zijn makkelijker voor me om uit te spreken, dan die van ons eigen kind. Gewoner, bestaander, reeds behorend aan iemand.

Maar Jana. Dat is een naam die Tim en ik geproefd hebben, geklonken, bevoeld. En toen goed bevonden voor de kleine leermeester in mijn buik.

Naam naast mens
En deze naam, deze voor ons hele nieuwe naam en dit heel nieuwe mensje, hechten maar langzaam aan elkaar. Vele malen ben ik me bewust dat er nog iets te overbruggen viel, ‘Jana’ zegt nog niet alles. In mijn hoofd ontstaat een error, soms mild, soms wild, als ik haar zo noem.

Het verrast me hoe ze is zonder de naam en met naam en dat de naam soms haast in de weg staat. Ik kan haar alleen goed gaan zien, als ze naast Jana ook nog even naamloos blijft: mensje.

Met haar vele zwarte haartjes, de heldere ogen die vanaf dag 1 eerst kijken, voordat ze aan de borst wil. Maanden later nog, eerst uitgebreid oogcontact, dan pas drinken of lachen. Met haar gespannen vuistjes en haar weerstand tegen deze koude wereld. Het wezentje dat ons continu nabij wil. Ze laat zich zien, we mogen haar grondig lezen. Maar het is een eigenheid! Niets deel van ons.

Jana 10 maanden

Zo voelde dat in mijn buik al. Zij heeft haar eigen wereld, haar aanvoelen en beleven. Wij kunnen observeren en liefde uitwisselen (en doen dat met heel ons hart), maar ze blijft ook de ander, een eigen zelf.

Benamen en traditie
Volgens de bijbelse traditie was de eerste opdracht aan de mens om namen te geven aan de dieren. Eerst onderzoeken hoe het er uitziet, beweegt en wat het dier kenmerkt. Het wezen zien in het wezen. Kijken en dan be-namen, als afronding en een start.

Dat mochten wij doen. Dit bijbelverhaal helpt om woorden te geven aan wat ik voel. We staan aan het begin, doordat we een naam aan deze individuele mens mogen geven. Ze zal haar levenlang als Jana bekend staan, door de keuze die wij maakten. Zal zichzelf als Jana kennen, door onze benaming.

Deze mens, kosmos in zichzelf, vraag ik om te behouden wat ze is en ons niets te laten afnemen van haar. Haar menszijn komt me zo compleet voor, dat ik eerst dat te erkennen en respecteren heb. Daarna pas kan ze verder met een naam.

In andere culturen is een naming ceremony heel gebruikelijk. Zowel bij de joodse als moslim wereld is een naamritueel gebruikelijk na een week (of soms twee), in China na een maand en in India afhankelijk van de geloofsrichting tussen 12 dagen en 3 maanden. In alle gevallen wordt het kindje dan opgenomen in de groep, de familie met het fluisteren of bekendmaken van de naam. Het is dus op veel plekken in de wereld een bijzondere mijlpaal, het geven van de naam.

Mijn persoonlijke proces past in dit rijtje  en bevestigt de natuurlijke waarde die rituelen voor mij hebben.

Mens en naam vallen samen
Het gaat ondergronds door en op een dag besef ik op alle niveaus: Ze heet Jana! Niet langer is mijn verstand in de war elke keer als ik haar bij naam noem. Lief prachtmens, langzaam zijn al je eigenheden en zichtbaarheden geabsorbeerd in je naam. De naam en het naamloze nieuwe kosmische mensje vallen vier maanden na je geboorte samen. Jana.

Jana danst Laat het Stromen festival

 

We mochten gelukkig nog vele ontdekkingen, reizen en eigenheden van haar (en onszelf) in het licht van haar naam zien komen in de maanden, jaren erna en nu in India.

Nu al 9 jaar Jana <3

Een ritueel voor een nieuwe (oude) scooter.

Gepubliceerd op MAMASCHRIJFT 14 november 2017 Lang leve de vrijheid! Monike en haar gezin die in India wonen hebben een scooter. En geheel Indian Style, rijden ze daar gewoon met z’n vieren op én krijgt de scooter een ritueel.

Ja, we hebben een scooter dus. Maar die scooter was er niet zomaar. Drie maanden lang hebben we pogingen gedaan om er een op de kop te tikken. Er rijden nogal wat motorbikes en scooters hier, dus dat leek geen probleem. Dat denken we wel vaker, dat iets ‘even snel’ te regelen is. India heeft zijn eigen ondoorgrondelijke logica-wetten. En de scootie bleek een grote uitdaging.

We bleven proberen, want meer autonomie en goedkoper vervoer was gewenst. Vorige week was zo ver: mijn echtgeliefde reed onze nieuwe aanwinst voor. Einde zoektocht en verhaal. Niet hier in India.

Een ritueel moest er komen volgens Indiase vrienden
Met een Har (bloemenslinger), kokosnoot en ‘sweets’. Dus we togen naar de markt, liepen kraampjes en shopjes af voor de benodigde symbolen, de meiden kozen met zorg mee. Oh, en de scooter moest gewassen worden. Ik mijmer intussen in de warme zon. In Nederland initieerde ik regelmatig een ritueel met de kinderen. Als ze naar een nieuwe klas gingen, rondom een belangrijk moment, bij ziekte/gezondheid, de dood van een vis, een magische schatkist voor dagelijks kleine ritueeltjes, of als iets na veel oefenen gelukt is. De kinderen genoten ervan, emoties kregen ruimte en de handelingen zorgden vaak voor spontane woorden en extra inkijkjes in de belevingswereld van de meiden.

De glimlach wijkt niet van mijn gezicht dus, dat ons een ritueel in de schoot geworpen wordt, hier in India bij deze mijlpaal (de aanhouder wint!)

Lokaal ritueel voor een nieuwe auto of scooter

Indiase gebruiken in witte handen
De volgende avond is het zover. Met vrienden en buurtgenoten die toestromen, staan we netjes gekleed bij de scooter die de bloemenkrans om krijgt. Een olielampje met de verschillende gekleurde specerijen op een zilveren blad wordt vooruit gehouden. De kruiden worden naar alle windrichtingen gegooid en met het vermiljoenrode Sindur wordt een Swastika op de voorkant van onze tweewieler getekend. Onze oudste dochter beweegt, volgens Indiaas gebruik, het olielampje rond voor de scooter. Dan slaat lief de kokosnoot kapot en het sap gaat over de banden. Tot slot delen we het lekkers uit aan alle aanwezigen en krijgen we van iedereen een felicitatiehand. Dit alles op aanwijzing van een vriend, een oudere man uit het dorp, en toeziend oog van de dorpelingen.

De voordelen van een ritueel
Een westerling die ervan hoorde, zei ‘all that for a secondhand scooter?!’ Zo’n ritueel is vanuit Westers standpunt misschien overdreven.

Waarom ik een voorstander ben van goed gekozen rituelen, is om de kracht ervan. Het blijft hangen en geeft richting. Onder andere door symbolen die verwijzen naar waarden die je belangrijk vindt in je gezin. Ook bevestigt of versterkt het de verbinding met elkaar, door samen stil te staan of vooruit te kijken. Vooral geeft het volle aandacht, in dit geval aan de risico’s en het vrije gevoel. Aandacht verdiept een ervaring en helpt ons mensen beter te leren, mooie bijwerking toch? En als bonus creeert een ritueel warme herinneringen voor de kinderen, waar ze later graag aan terug denken.

We vieren vrijheid en veiligheid
Bij dit ritueel waren ‘vrijheid en veiligheid’ mijn intenties. Dat paste ‘toevallig’ ook bij de symboliek en de betekenis volgens oude Indiase geschriften. Het olielampje staat voor licht dat beter zicht mogelijk maakt. Het kapotslaan van de kokosnoot staat voor ruimte voor ons ware zelf, voorbij de harde schil van ons ego. In het kader van veiligheid zijn beide wel zo prettig in het (gekke Indiase) verkeer.

Bloemenkrans toont nog het ritueel en brengt felicitaties

En ook is het gewoon een feestje! We vieren ons 3-maandse-doorzettingsvermogen en dat we elk willekeurig moment kunnen opstappen naar de winkel, of op ontdekkingstocht. De kleine ceremonie verankert daarbij onze dankbaarheid. Het is niet vanzelfsprekend dat je als mens kan aanschaffen wat je wenst, zeker niet in India.

On the road – freedom

 

De volgende ochtend stappen we alle vier bewuster op de scootie en we genieten van de wensen voor een veilige scootertijd, op een extra rustig tempo, van de wind in onze haren.

Over zelfstandige kinderen en moederangst.

(Gepubliceerd op MAMASCHRIJFT 22 oktober 2017: Monike is ervan overtuigd dat gedragscontrole een negatieve invloed heeft op het gevoel van zekerheid van een kind. Dat betekent dus dat je ze waar mogelijk de vrijheid geeft. En dat doet ze ook, maar dat vergt best wat vertrouwen in een land als India.)

Vijf en acht zijn ze, op pad langs een weg met voorbijsnellend verkeer. Ze gaan een kilometer door het dorp, langs een veld en meertje tot onder de brug. Onderweg met hun zakgeld om yoghurt te kopen. Ik, als moeder, zit thuis in India met hun zelfstandigheid op schoot.

Slang op de weg

Moederangst
De weg is niet al te druk, maar Riksja’s en motorbikes rijden flink door en soms rijdt er een grote bus die nergens naar kijkt. Lopen ze goed links? Letten ze wel op of er geen slang onder hun voeten doorkronkelt? Weten ze het woord voor yoghurt nog wel, dahi? Blijven ze onderweg niet spelen, terwijl ik hier de 20 minuten aftel die we afspraken om terug te zijn?

 

slalom bus en koeien

Wat mooi dat ze dit van me vragen en aandurven samen, gloeit er tegelijk door me heen.

 

Ze zijn de enige witte kinderen hier in Lonavala en continu wil iemand hen aanraken of een foto maken. We lachten van te voren toen we samen zo hard mogelijk gilden en ze voordeden hoe ze in handen zouden bijten, mocht iemand hen mee willen nemen. Dat voor de piepkleine kans dat het zich voordoet, maar natuurlijk vooral voor mijn eigen geruststelling. Want ja, ik geef hen toestemming in vertrouwen om te gaan én ik voel angst en bezorgdheid door me heen gaan.

Opvoeden met ruimte voor autonomie
Nadat de deur achter hen sloot, heb ik bewust even gevoeld wat voor grote stap dit was voor mij, niet voor hen, en al mijn emoties er omheen begroet met een lachje. Dan besluit ik te gaan schrijven (dit blog meteen maar) en hun de eigen energie te gunnen.

Een van de meest belangrijke strevens in ons ouderschap, is dat we de meiden ruimte geven, zodat ze vanuit intrinsieke motivatie kunnen zijn en handelen. Die autonomie geldt op veel meer vlakken natuurlijk, zelf op pad zijn is daar één van.

Vanaf hun geboorte heb ik sterk gevoeld dat een van onze taken is om hen zo ‘heel’ mogelijk te laten. Daarmee bedoel ik, dat ik waar mogelijk mijn emoties niet op hen wil projecteren. Ik kan je zeggen, dat is best een uitdaging soms, eerst de eigen emotie (bezorgdheid, frustratie, verdriet) als ouder hanteren en dán pas reageren op mijn kind. Maar ik geloof ten diepste dat dit hen de kans geeft zich vrijer te ontwikkelen.

Wetenschappelijke kijk op motivatie
En onderzoeken die ik later las, bevestigden mijn bij-de-geboorte-gevoel. Gedragscontrole (meestal ingegeven uit angst van de ouder) heeft een negatieve invoed op het gevoel van zekerheid van een kind. Daarnaast kun je intrinsieke motivatie later niet afdwingen, niet actief aanleren. Dat ontstaat. Een recent onderzoek onder kinderen van 8-12 jaar, toonde de link tussen autonomie en intrinsieke motivatie opnieuw aan. Er is ruimte nodig voor zelfbeschikking. En volgens de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci, zijn daarnaast nog twee dingen nodig: compententie en sociale verbondenheid.

Zelfstandig onderweg in India

Door bijvoorbeeld zelfstandig een boodschap te doen (oef ja, dus ook nu we in India wonen) ervaren ze hun eigen competentie. De sociale verbondenheid zit hem in verbinding: een volwassene die betrokken is en zich bekommert om hun welzijn.

 

Empathie en verantwoordelijkheid
Veel eerder dan verwacht klinken hun voetstappen op de trap. Ik spring blij naar de deur, trek hem open ‘daar zijn mijn stoere meiden alweer!’. Ze lachen om mijn blijdschap. Rode konen, hijgend. Ik bewonder de yoghurt en high five ze. Betrokkenheid zullen ze niet betwijfelen!

Oudste zegt: we hebben heel snel gelopen mama. Ik wist gewoon dat jij met een gevoel in je buik zou zitten of het wel goed gaat. Ik kus haar en zeg dat ze gelijk heeft. ‘Bijzonder dat ik dat wist toch, mam?’ ‘Zeker! Fijn dat je rekening houdt met iemand anders.’ Even ben ik stil, want ik bemerk een onrust in mij als ze dit zegt, naast de bijzonderheid ervan. Dan besef ik dat ze vooral bezig was met mij, vandaar de alarmbel.

Handelen voor het gevoel van de ander
Als dat zich maar vaak genoeg herhaald, handelen voor het gevoel van de ander, kan dat leiden tot het later onbewust negeren van je eigen gevoel. Hoe blij ik ook ben dat ze snel terug zijn en ze de ongerustheid begrijpt, ik wil haar de andere kant ook meegeven. Dat ze competent wordt, om haar eigen gevoelens te scheiden van die van de ander (mij, nu).

‘Weet je, meisje, verwar dat meevoelen niet met wat je zelf voelt.’
‘Wat bedoel je?’
Hm, dat was niet erg helder voor haar, die samenvatting van mijn gedachten.

‘Je weet dat ik het spannend vindt en dat is mooi. Maar het is niet jouw emotie, je mag die spanning bij mij laten. Leef gerust mee, maar vergeet je eigen lijf niet. Als je langer weg bent, omdat het druk was bij het winkeltje, dan is dat zo. Je hoeft niet te rennen om mij gerust te stellen. Je hield je aan onze afspraak, vergat de tijd niet door te gaan spelen. Dus voel jij vooral ook hoe blij je bent met de vrijheid en dat je zin hebt die bak yoghurt leeg te eten. Ik zorg wel voor mijn angst.’ (Einde monoloog)

Ze lacht, komt me knuffelen me en lijkt opgelucht.
Dat laatste kan ook mijn projectie zijn 🙂

Monike vertrok in juli 2017 met man en hun twee meiden (8 en 5 jaar oud) voor 9 maanden naar India. Voor herstel van de ziekte die plots overviel, yoga in het land van oorsprong en om als gezien het avontuur aan te gaan. Na 7 jaar in de de reisbranche en 10 jaar sociaal-juridisch en beleidsmatig met vluchtelingen te hebben gewerkt, werd ze in India geintroduceerd als ‘housewife’ 😉 Naast behandelngen en hersteltijd geeft ze de kinderen deels homeschooling, naast de Indiase school waar ze heen gaan. Deze ervaringen naast de liefde voor oude wijsheden, rituelen en opvoeding deelt ze in haar blogs.

“We are like water”

Rijke levenslessen in een land van tegenstelling, India

Gepubliceerd op MAMASCHRIJFT oktober 2, 2017:
https://www.mamaschrijft.nl/reizen/rijke-levenslessen-in-een-land-van-tegenstelling-india/

Monike is met haar hele gezin verhuisd naar India voor herstel van de ziekte die haar plots overviel, de yoga in het land van oorsprong en om als gezin het avontuur aan te gaan.

‘Ze zijn arm en ze spelen gewoon met wat er wel is’. ‘Met bijna niets’. Onze dochter van 8 kijkt aandachtig naar de kinderen hier in India die we elke dag tegenkomen en hier op blote voeten spelen. Ze let niet op mij, ze bevindt zich in haar eigen wereldje. De woorden die ze zegt, zijn ook niet zo zeer aan mij gericht. Ze brengt haar observaties gewoon de lucht in.

Ik voel een warme golf door me heen gaan. We namen onze kinderen twee maanden geleden mee naar India. Na de eerste week nieuwsgierige gulzigheid, kwam de ‘ik wil terug naar Nederland’-fase. Daarna ontstonden vriendschappen. Op dit moment zijn ze volop hier. Uiteraard missen ze hun vriendinnen en familie en het Nederlandse eten soms, maar ze genieten van de veelheid, de kleuren en alles wat ze leren en meemaken. Rijke levenslessen in een land van tegenstelling.

Hilltribe
Lief en ik dachten dat deze blote-voeten-kinderen en hun families misschien tot de laagste kaste van India behoorden. Dit (voor)oordeel ontstond door onze interpretatie van het uiterlijk, hun terughoudendheid in contact en de armzalig ogende hutjes op de heuvel, zonder water of elektriciteit. In onze geraaktheid was het label ‘zielig’ snel geplakt.

In een gesprek met een local, leerde ik dat het gaat om Hill-tribe-people, die al eeuwen in in de bergen leven in heel Azie. De hilltribes hebben een speciale status in India, vallen buiten het kaste-systeem en zijn inderdaad van oudsher terughoudend in contact. Ziekte komst vrijwel niet voor bij de stam in dit gebied, de Katkari. Zielig komt in de uitleg niet voor (edit: wel helaas bij sommige stammen alcoholmisbruik).

Buffels at Hill-tribe ‘houses’

Buffels, kinderen en geluk
Terug naar het moment. We belopen de dagelijkse weg van school naar huis, langs en door de heuvels. Omgeven door natuurschoon. Glanzendzwarte buffels lopen het water in. Breedgespierd zijn ze ook. We stoppen voor dit beeld. Ze doen een stel nijlpaarden na, vinden we. We lachen en ze kijken ons indringend aan van een afstand.
Aan de heuvelkant van het pad, tegenover het water, wonen de hilltribe mensen. Het zijn hun kinderen die we zien spelen met een touw of een stok met autoband.

Heuvelkinderen in India
De eerste weken dat we hier woonden, kregen we geen enkele reactie op ons ‘namaskar’ of onze glimlach. Op een dag zaten we op het randje bij het water ‘van de buffels’, wat dus vlakbij hun selfmade hutjes op de heuvel is. Drie schattige schoffies lopen ons voorbij en een van hen glimlacht naar ons. Een eerste voeling.

Onze beide kinderen accepteren hoe het is. Ze blijven in de weken erna open en nieuwsgierig en er worden steeds meer glimlachjes uitgewisseld in het voorbijgaan. Vandaag komen de heuvelstam-kinderen naar beneden lopen als ze ons zien zitten. De twee blondjes in schooluniform zitten tegenover vier mooie meisjes in de leeftijd van 2 tot 10 in hun besmeurde, maar mooie jurken. Ik kijk vanaf de zijkant. Ze zitten gewoon tegenover elkaar, lachen en zwaaien af en toe. Oudste vraagt in het Engels en Hindi hoe het gaat. Onbegrip. Er is geen gezamenlijke gesproken taal. Zo zitten ze, de zes meisjes, samen. Minutenlang is er stille verbinding.

Als de buffels het water verlaten, duiken de hill-kinderen er met kleding en al in. Langzaam lopen wij door. Als we het smalle paadje van de heuvel oplopen, zwaaien en roepen ze nog lang, totdat we uit het zicht zijn. Dit is de eerste keer dat zij het initiatief namen.

Katkara meisje

Culturen en gebruiken
Wat een kansen. Onze kinderen leren als een speer door de dagelijkse praktijk. Over de wereld, culturen en gebruiken. Als ouders daar theorie bij geven (wat deze mama geweldig vindt, dat stukje homeschooling is me op het lijf geschreven) maakt het compleet. Dus leren we samen over en tegelijk met de Katkari, hun lage levensstandaard en hun kracht. En zo raken we meteen van wat onnodige overtuigingen af.

‘Als ik hen zie spelen’, brengt dochter me luchtig op de hoogte, ‘krijg ik vanzelf een glimlach. Ik voel me blij als ik naar hen kijk.’

Monike Walraven
Monike vertrok in juli 2017 met man en hun twee meiden (8 en 5 jaar oud) voor 9 maanden naar India. Voor herstel van de ziekte die plots overviel, yoga in het land van oorsprong en om als gezien het avontuur aan te gaan. Na 7 jaar in de de reisbranche en 10 jaar sociaal-juridisch en beleidsmatig met vluchtelingen te hebben gewerkt, werd ze in India geintroduceerd als ‘housewife’:) Naast behandelngen en hersteltijd geeft ze de kinderen deels homeschooling. Deze ervaringen naast de liefde voor oude wijsheden, rituelen en opvoeding deelt ze in haar blogs.
Meer inspiratie?
Facebook: /eigenwijsinevenwicht
voor persoonlijke ontwikkeing en opvoeding
Facebook: /groups/693464470838788/
We are like water, voor het India avontuur, yoga en ayurveda.

About a special place at Kaivalyadham

It is full of strong calming energy. Tims eyes suddenly filled with tears five months ago, when we first set foot here. My mind became peaceful and the soul wide open.

Every time we are present in the fire-ritual (homa) that is done here, Jana’s serenity is shining and with closed eyes, is she reciting sanskrit mantra by heart. And our energetic girl Isha sits calm and silent near the fire for 10 minutes and then falls asleep in my arms for the rest of the ceremony. Literally every time. Every one knowing her sees her jumping and running and expressing her emotions. Such a strong energy and safety in this room, that naturally she feels relaxed.

Both girls regularly ask to come here again.

It is a place in the back of the Kaivalyadham-campus where the spiritual leader of Kaivalyadham lives, Swami ji.

In 1924 swami Kuvalayananda founded kaivalyadham. He was an educator and a pioneering researcher as he started scientific research on yoga in 1920, and published the first scientific journal specifically devoted to studying yoga.

Today swami Maheshanandaji is conducting the ancient Himalayan ritual, Agnihotra (fire ceremony and Vedic chanting)

Some facts on Swami

The word swami means master. Master the habit patterns and ego to let the eternal Self within come shining through. A swami is a monk. In the Indian Law becoming a swami, is regarded as civil death.

A swami has taken vows of renunciation. “I am a threat to none, a danger to none; may no living being henceforth fear me.” All materiality has been given up and the past has been ‘burnt away’. A renunciate claims an intimate relationship with all, attached to none. “Attached to none” means that he desires nothing from anyone, needs no emotional support from anyone but gives encouragement to all.

Being present is healing

Swamiji is present. He encourages our family by seeing us. Hardly any words are needed. We feel welcome and loved and pure, being in an healing environment.

The ritual that Swami Maheshananda learned from his guru, and shares with whoever wants to be there, is supporting that energy. The strength within us all.

Agnihotra, HOMA ritual

Agnihotra, is a healing fire from the ancient science of Ayurveda. It is a process of purifying the atmosphere through the specially prepared fire.

The tradition says we can make changes in the atmosphere with Sanskrit mantras and fire prepared with specific organic substances, timed to the sunrise/sunset biorhythm. The fire burns in small copper pyramid. Rice, dried cowdung and ghee are burned and these qualities with the  rhythms and mantras and energy from the fire, produces the full effect of this healing fire. The medicinal advantages are said to be: Agnihotra renews the brain cells, revitalizes the skin and purifies the blood. It is the holistic approach to life. Thousands of people in different parts of the world have experienced wonderful healings of all types of ailments by using Agnihotra ritual and the ash. A German pharmacist, even makes ash medicines.

 

For us, we are happy that this ritual is done every day in Kaivalyadham and blessed that we can be part of it regularly. Share some vibrations and love and of course we welcome any support to recovering and health.

 

Dit gaat om jou

“Mama, het gaat niet om ons. Het gaat om jou.”

Even weet ik, geirriteerd, niet wat ze bedoelt, maar als ik in haar betraande ogen kijk, ben ik blij.

Zojuist tijdens het eten deed ik gefrustreerd en kortaf tegen de meiden. Ik had teveel gedaan en het rechtop zitten met eten, is dan teveel voor me. En dan kan ik niet meer reageren vanuit wat er is. Ik mopper, doe onredelijke vaststellingen en verwijt beide dochters onbenullige dingen.

Op eerdere momenten zoals deze, of eigenlijk meestal net er na, als de overprikkeling gezakt was, ging ik naar onze dames toe. Dan zei ik dat wat ze vroegen niet onterecht was. Of dat ik het misschien niet fijn vond hoe ze zich gedroegen, maar dat mijn reactie niet helemaal klopte met hun gedrag. Ik leg uit dat oude patronen in mij de baas zijn soms. Dat iets wat ik vroeger (onbewust) geleerd heb, dan zomaar omhoog komt en ik haast vanzelf dingen doe of zeg die ik eigenlijk niet bedoel of wil. Ik sluit dat soort momenten af met ‘eigenlijk heeft het niets met jullie te maken, maar is het iets in mij waar ik nog niet zo goed mee om kan gaan.’

Laatst voegde ik toe, dat ze dat ook tegen me mogen zeggen als ik boos doe of geprikkeld. Omdat ik dat zelf niet altijd meteen doorheb.

Dit was dus het eerste moment. Twee dagen daarvoor vijf geworden, zegt jongste heel dapper in tranen tegen me hoe het zit. Mama, het gaat niet om ons. Het gaat om jou. Door haar snoetje en die wijze woorden, ben ik direct terug bij de onderlaag. Ik zeg dat ze gelijk heeft. Dat het iets in mij is en ze het zich niet hoeven aan te trekken. Mijn hele geprikkeldheid is ook meteen een stuk minder, wonderbaarlijk genoeg. Ook bij hen is de verandering direct merkbaar en we zijn verbonden. Ik geef ze een kus allebei, zeg hoe moe ik ben en zodra mijn bord leeg is, ga ik op bed liggen. Hier in India staat dat, lekker handig, naast de eettafel.

Ik voel de dankbaarheid door mijn lijf stromen. Dat ik haar een beetje wegwijs kan maken rondom gedrag van de ander en wat het met je doet.

Dat vervelend gedrag van iemand niet per definitie aan haar ligt, maar bij de eigenaar van het gedrag hoort. Dat ze dat niet hoeft te verinnerlijken naar ‘ik ben niet goed genoeg’. Hoe ze zich uit kan spreken en met/op mij veilig kan oefenen. En dat tot slot, na dat proces, vaak een rustig gesprek over het aandeel van beide partijen in de situatie mogelijk is. Want er zijn altijd meerdere persepectieven.

Daarnaast, nu ik toch lekker op bed lig te mijmeren, voel ik dankbaarheid voor mijn persoonlijke pad. Steeds krijg ik nieuwe kansen om te ontwikkelen als ouder, als mens. I love motherhood.

 

Goed of niet goed, that’s the question

‘Goed zo!!’ Zes maanden oud stopt ze zelf de lepel met het banaankiwi mengsel in haar mond. Reken maar, reden tot feest! Reuze knap! Hand-oogcoördinatie enzo. Dus enthousiaste ouders en opa en oma. Nog maar een keer: ‘goed zo!’ ‘Wow, geweldig meisje!’

Onze inimienie stopt met eten van haar fruit en kijkt met interesse naar de wild enthousiaste mensen om haar heen. Daar gebeurt iets heel bijzonders. Daar wil ze meer van weten.

Ik zie dat we haar in feite afleiden van waar het om ging. Haar ontdekking. Eten. We trekken haar aandacht van binnen naar buiten.

Zeg ik wat ik bedoel?
In het eerste jaar na haar geboorte werden we verrast hoe vaak wijzelf en de wereld om ons heen ‘goed zo!’ zei. En daarmee een, soms subtiel, oordeel gaven aan een situatie en aan ons meisje. ‘Als ze niet dat specifieke gedrag laat zien, is het dan niet goed?’ vroeg ik me af.

Later herkennen we ‘goed zo’ regelmatig als een automatisme, dat zonder verbinding aan een onderwerp gebruikt wordt. Een kind laat iets zien aan een volwassene. ‘Kijk, wat ik gemaakt heb!’ en haast zonder op te kijken van het gesprek, iphone of de afwas: ‘goed zo schatje, ga maar lekker door.’

Dus lief en ik aan de slag, dat was nog een heel karwei kan ik je vertellen. Om bewust te worden op al onze goed zo’s, en ze te vervangen door oordeelloos aandacht aan het moment. ‘Zo, een toren met rood en blauw. Vind je het leuk om te bouwen?’ ‘Ik vind het spannend om er nog een blokje op te leggen. En jij?’

Maar ‘goed zo’ of ‘knap!’ met bijhorende beloningsstickers, veel complimenten of een toetje voor een leeg bord, bleken niet nodig. Kindlief ontdekte graag en vlot. Of dat nou eten, zindelijk worden, klimmen of tekenen was. Midden in de tripple P periode, met volop complimenten stimuleren, lachten we bij het consultatiebureau met de ervaren verpleegkundige gelukkig om de tegenstelling. Ze zag hoe het ook werkte en stond naast ons.

Vragen en onderzoek naar motivatie
Want we deden ook veel wel en zeven jaar later nog steeds. We zijn aanwezig en verbonden. Stellen vragen bij een (on)opgeloste ruzie, schoolproject, of hoog leesniveau: wat maakte dat je koos om ..?

Er is inmiddels veel onderzoek dat aantoont dat zelfs heel jonge kinderen, baby’s, al weten wat goed of slecht is. Ze hebben ons ‘goed zo’ hiervoor niet nodig. Sterker nog, het maakt ze meer afhankelijk van iets buiten henzelf. Net als straffen maakt ook belonen dat een deel van de intrinsieke motivatie van kinderen verloren gaat. Ze worden onzeker als complimenten uitblijven, wat bij het ouder worden vaker zal gebeuren.

Wat zijn de alternatieven?
Bedank je kind, dan voelt het zich gewaardeerd. ‘Dankjewel dat je je pyjama zelf al aangedaan hebt/broodtrommel voor school zelf klaargemaakt hebt!’
Zeg wat je ziet en stel daarna eventueel vragen. ‘Ik zie je ogen stralen bij je tekening/project! Kun je er iets over vertellen?’
Noem ook wat iets met jou doet. ‘Ik ben blij dat je de schoenen opgeruimd hebt, dan struikel ik niet.’
Vertel dat je het mooi vindt te zien hoe je kind iets probeert en ben samen blij als iets wat lastig leek, toch lukt.

Natuurlijk helpen ook alle knuffels en ik-hou-van-je’s mee aan de ontwikkeling van een gezond zelfbeeld en intrinsieke motivatie. En, dan tot slot de lastigste misschien, zeg soms niets. Geef je kind de ruimte in zijn eigen wereldje te vertoeven. Verstoor het daarin niet. Wil niet alles zien. Neem een kop koffie en zelf ook een rustmoment en geniet.

‘Mag ik dan nooit meer ‘goed zo!’ zeggen?’ vroeg iemand bezorgd. Natuurlijk wel. Hou het speels. Tel voor de grap gewoon eens hoe vaak je het zegt. Vraag je af wat maakt dat je het zegt. En maak er af en toe voor jezelf een spelletje van om alternatieven te gebruiken. Zonder rigide het woord te vermijden.

Goed toch?

Ritueeltje vooraf doorbreekt vurige momenten later

‘Ik wil niet meer met jou in een huis wonen!! Ik wil met papa en zus bij oma gaan wonen!’

Dochter werd vorige week 5 en schreeuwt me deze woorden toe, terwijl ik in de keuken ontbijt sta te maken. Vlak ervoor negeer ik drie keer een zeurderige vraag waarom ze iets niet nu krijgt. Bij keer vier word ik boos en doe haar onaardig na.

Ik voel een onredelijke en niet situationeel gerechtvaardigde woede in me. Dat spreek ik uit naar lief, die naast me staat. Deze boosheid heeft niet met haar te maken. Het triggert iets. Een zin van vroeger komt op: ‘bang dat je iets tekort komt?!’. Het lijkt me over te nemen en het sarcasme is al uit mijn mond voordat ik het doorheb.

Dochter voelt dus terecht aan dat er iets niet klopt. Dat weet ze alleen zelf niet. Ze gaat na mijn onredelijke reactie op haar bureaustoel zitten, de knieën opgetrokken en schreeuwt bovenstaande woorden. Huilend zit ze daar. Woedend. Voelt zich onrechtvaardig behandelt.

Lief en ik kijken elkaar aan. Diepe rust in mij – tot mijn verbazing. Hij vraagt ‘doet dat geen pijn?’. En nee, ik voel geen pijn van afwijzing (en geloof me, in gevoel van afwijzing ben ik master), maar haar behoefte. Zoiets zeg ik ook, terwijl dochter nog eens gilt dat ze niet meer bij me wil wonen. Lief zegt ‘dat zijn oude woorden’.

Ik laat het ontbijt voor wat het is en loop naar mijn kleine woedende meisje, til haar in opgevouwde vorm op en neem haar op schoot op de bank. Ik vraag van tientallen dingen of ze die niet zal missen zonder mij. Op alles zegt ze met harde boze stem ‘nee!’ en dat ze dat niet meer samen wil.

Ik hou twee armen om haar en haar boosheid heen.

Dan vraag ik naar ons avondzinnetje. Een ritueeltje tussen mama en dochter sinds ze kan praten. Ik zeg dan ‘ik hou van jou de zon rond’ en zij antwoordt met allerlei mooie liefdesverklaringen. ‘ik hou van jou de wereld rond, ik hou van jou het licht rond, ik hou van jou feeën en ijsprinsessen rond, ik hou van jou de dood rond’. Geen enkele avond hebben we overgeslagen.

Nu op dit moment dat ze zoveel boosheid voelt dat ze al en half uur niets meer van me weten wil, vraag ik haar: ‘En wil je ook nooit meer samen zeggen ‘ik hou van jou de zon rond’?’. Boos reageert ze: ‘ja, alleen dat wil ik wel met jou!’. Ik glimlach. Langzaam ontspant haar afwerende lichaam. Ik leg uit dat ik de situatie eerder moeilijk vond, niet fijn reageerde en haar pijn zie. Na even slaat ze haar armen om me heen, klemt zich vast en huilt de longen uit haar lieve lijfje. Ze zegt dat ze toch met mij in huis wil wonen. We knuffelen en haar uitstraling en gedrag zijn weer zacht.

Ik verbaas me over de schoonheid van ons alledaagse ritueel van herhaald uitgesproken verbondenheid. Het raakt voorbij de razende woede. Het helpt haar herinneren dat er meer is dan die emotie en opent haar. We gaan over tot de orde van de dag.

De volgende ochtend als ik wakker wordt, staat onze vijfjarige schoonheid naast me ‘sorry mama, dat ik gister zei dat ik niet meer met jou wil wonen.’

Vrijwel elk kind heeft haar uitbarstingen. En als ouder kun je maar wat geraakt zijn, geïrriteerd of ronduit boos. Hoe verbind jij je met jezelf als je kind uitbarst? En welke dagelijkse rituelen helpen jou de verbinding met je kind te herstellen?