Deze week 9 jaar geleden werd ze geboren. ‘Jana’ heet ze vanaf die dag. De vraag die me bezig hield in de eerste maanden was: wie heet zo? Hij klopte met haar, die naam, maar ook nog niet.

Naamloos is het meisje dat bij ons kwam.

Jana een week oud

Ik sta verbaasd van mijn wennen om haar naam te noemen. Nooit eerder heb ik gewend aan een naam van een kindje dat ter wereld kwam. Hooguit vond ik hem niet of wel mooi. Maar die baby heette nu eenmaal zo. Die namen zijn makkelijker voor me om uit te spreken, dan die van ons eigen kind. Gewoner, bestaander, reeds behorend aan iemand.

Maar Jana. Dat is een naam die Tim en ik geproefd hebben, geklonken, bevoeld. En toen goed bevonden voor de kleine leermeester in mijn buik.

Naam naast mens
En deze naam, deze voor ons hele nieuwe naam en dit heel nieuwe mensje, hechten maar langzaam aan elkaar. Vele malen ben ik me bewust dat er nog iets te overbruggen viel, ‘Jana’ zegt nog niet alles. In mijn hoofd ontstaat een error, soms mild, soms wild, als ik haar zo noem.

Het verrast me hoe ze is zonder de naam en met naam en dat de naam soms haast in de weg staat. Ik kan haar alleen goed gaan zien, als ze naast Jana ook nog even naamloos blijft: mensje.

Met haar vele zwarte haartjes, de heldere ogen die vanaf dag 1 eerst kijken, voordat ze aan de borst wil. Maanden later nog, eerst uitgebreid oogcontact, dan pas drinken of lachen. Met haar gespannen vuistjes en haar weerstand tegen deze koude wereld. Het wezentje dat ons continu nabij wil. Ze laat zich zien, we mogen haar grondig lezen. Maar het is een eigenheid! Niets deel van ons.

Jana 10 maanden

Zo voelde dat in mijn buik al. Zij heeft haar eigen wereld, haar aanvoelen en beleven. Wij kunnen observeren en liefde uitwisselen (en doen dat met heel ons hart), maar ze blijft ook de ander, een eigen zelf.

Benamen en traditie
Volgens de bijbelse traditie was de eerste opdracht aan de mens om namen te geven aan de dieren. Eerst onderzoeken hoe het er uitziet, beweegt en wat het dier kenmerkt. Het wezen zien in het wezen. Kijken en dan be-namen, als afronding en een start.

Dat mochten wij doen. Dit bijbelverhaal helpt om woorden te geven aan wat ik voel. We staan aan het begin, doordat we een naam aan deze individuele mens mogen geven. Ze zal haar levenlang als Jana bekend staan, door de keuze die wij maakten. Zal zichzelf als Jana kennen, door onze benaming.

Deze mens, kosmos in zichzelf, vraag ik om te behouden wat ze is en ons niets te laten afnemen van haar. Haar menszijn komt me zo compleet voor, dat ik eerst dat te erkennen en respecteren heb. Daarna pas kan ze verder met een naam.

In andere culturen is een naming ceremony heel gebruikelijk. Zowel bij de joodse als moslim wereld is een naamritueel gebruikelijk na een week (of soms twee), in China na een maand en in India afhankelijk van de geloofsrichting tussen 12 dagen en 3 maanden. In alle gevallen wordt het kindje dan opgenomen in de groep, de familie met het fluisteren of bekendmaken van de naam. Het is dus op veel plekken in de wereld een bijzondere mijlpaal, het geven van de naam.

Mijn persoonlijke proces past in dit rijtje  en bevestigt de natuurlijke waarde die rituelen voor mij hebben.

Mens en naam vallen samen
Het gaat ondergronds door en op een dag besef ik op alle niveaus: Ze heet Jana! Niet langer is mijn verstand in de war elke keer als ik haar bij naam noem. Lief prachtmens, langzaam zijn al je eigenheden en zichtbaarheden geabsorbeerd in je naam. De naam en het naamloze nieuwe kosmische mensje vallen vier maanden na je geboorte samen. Jana.

Jana danst Laat het Stromen festival

 

We mochten gelukkig nog vele ontdekkingen, reizen en eigenheden van haar (en onszelf) in het licht van haar naam zien komen in de maanden, jaren erna en nu in India.

Nu al 9 jaar Jana <3