Reisagent voor avontuurlijke levenskracht. Beweeg, adem, speel en deel je vrij

Categorie: Sensitief opvoeden (pagina 1 van 3)

Omgaan met teleurstelling – kind & opvoeder

Wij mensen (volwassenen en kinderen!) hebben het vaak moeilijk als iets anders gaat dan we willen.

> Het bezoek doet niet aardig

> Je mag niet meespelen op het schoolplein

> Je baas heeft kritiek op je of je werk stopt

> Die leuke reis, workshop of relatie gaat niet door

> Je ouders hebben even geen tijd voor je

> Je vriendin zegt dat ze niet wil afspreken.

Of jonger nog: het eten mag niet tegen de muur gegooid of de autogordel moet aan.

Of groter: de dood van een bekende of zelfs geliefde komt nabij.

Ten eerste: Natuurlijk is het belangrijk te kijken hoe het zit met zowel de behoefte aan autonomie, grenzen en verbinding rondom ‘pijn’.

Daarnaast is capaciteit belangrijk: OEFENEN met veerkracht. En dat vraagt blootgesteld worden aan ongemak, teleurstelling en aan dat wat we (denken) niet (te) willen.

Tijd te gunnen en nieuwsgierigheid te hebben naar die vaardigheid.

“Wanneer je niet al heel jong leert dat er momenten zijn dat je pech kunt hebben, dan zal je of proberen alsnog je zin te krijgen of je geeft het op.”, schreef Thea Adema in 2017 in dit artikel

Jaren geleden gaf ik workshops rondom rouw en verlies bij kinderen en was dit een basis die ik mee gaf aan opvoeders.

Waarom?

Ouders, verzorgers en docenten leren hun kinderen het meest door hun eigen voorbeeld. Aan ons volwassenen dus de schone taak om zelf te oefenen. Met onze teleurstellingen.

Hoe doen wij volwassenen dat?

Protesteren, klagen, opgeven? Hoe je dat ook verwoord: het kan klinken als ‘laat maar’, ‘dit is stom/saai’, maar in de spirituele wereld klinkt dat eerder als ‘als iets niet lukt is het gewoon niet mijn weg’, of geef jij subtieler op met ‘ah ja, het past ook niet bij me’?

Of.. de andere kant op: ga je anderen verwijten maken? Zijn het de omstandigheden (het weer, de groep, de regels, etc) die maken dat je ermee stopt, en verklaar je dat als buiten je invloed?

Of schuil je achter een ‘persoonskenmerk’ – ik ben (hoog)sensitief, chaotisch, diepverwerkend (HB), voel te veel van anderen) om doorzetten van teleurstelling niet te hoeven aangaan? (En ligt dat aan buiten – ‘de wereld snapt mij gewoon niet of zet me onder druk)

Uitzoomen en jezelf waarnemen
Of merk je op wat er in je gebeurt aan emoties en zenuwstelselstaten? Wil je dat voelen, aankijken, zien hoe jouw gedachten bijdragen aan die werkelijkheid via je interpretaties en ben je onderweg al oefenend met niet-lukken, niet-weten, veel voelen en toch leren kiezen (voor bv ander gedrag)?

En oefenen we als opvoeders tegelijk (wat een klus hè, naast je hele eigen pad ;)) om onze reacties op het kind te bekijken?

In het artikel van Adema:

“Worden ouders boos? Gaan ze de strijd aan? Krijgt het kind bij nader inzien toch zijn zin? Of blijven ouders rustig en standvastig bij hun beslissingen en tonen ze leiderschap?

En als het dan toch echt om verdrietige en bijna onverteerbare zaken gaat?
Troosten ouders (docenten, begeleiders) dan hun kind door het gegeven te bagatelliseren? Proberen ze de teleurstelling voor hun kind te compenseren door hen iets aan te bieden als troost? Lachen ze de teleurstelling weg? Zeggen ze dat hun kind zich niet moet aanstellen? Geven ze snoep en lekkers als gewoonte om negatieve emoties weg te leren eten?”

Opvoederstaak

Onszelf observeren en reguleren als opvoeders om vrij te zijn in de reacties naar kinderen en hun emoties te kunnen opvangen, is niet vanzelfsprekend. Maar wel onze taak.

We kunnen onszelf en kinderen helpen te accepteren wat er is. Door kleine vormen van overgave aan alles wat er is in het leven te gebruiken. Faalaardigheid opzoeken. Zoek manieren om teleurstelling recht te doen.

Buigen voor de emotie

Thea Adema spreekt over het gebruik van het woord ‘jammerr’ met een buiging. Buigen als een vorm van overgave aan de teleurstelling, een handeling, om daarna weer ruimte te voelen voor iets anders.

De buiging wordt in systemisch werk ook regelmatig gebruikt. Te eren wat er is, in plaats van er tegen te vechten. Een bepaalde nederigheid naar de situatie en dus de teleurstelling. Dit is heel krachtig mits oprecht van binnenuit (zonder per se serieusheid), niet bedacht of sociaal/ ‘spiritueel’ wenselijk. Een buiging als handeling om het jammere of het rouwgevoel te erkennen.

Als vakspecialist Playfulness nodig ik mensen vaak uit om hun teleurstelling eens ruimte in een beweging te geven en om het nog groter te maken. Te ervaren wat er dan gebeurt. Of juist de teleurstelling of de rouw een schriftelijke ode te brengen. Hoe verrassend wat we dan ontdekken en ervaren!

Als vocal sound healer nodig ik mensen uit om hun ervaring van ongemak en teleurstelling of diep verdriet klank te geven.

Het zijn allemaal ingangen om te zijn met wat er in dat moment is. Er niet aan te willen ontsnappen, en er ook niet in verdrinken. De teleurstelling vorm laten krijgen (in klank, beweging, taal, interactie) en daarmee vanzelf door het menselijke systeem te voelen stromen. Aan de andere kant ontstaat ruimte.

Menselijke en compassievolle opvoeders

Als opvoeders ervaren we het gedrag van een kind met teleurstelling, of het meevoelen van die teleurstelling als ongemakkelijk als we geen adequaat belichaamd antwoord hebben.

Leef voor, benoem wat je zelf oefent, kies zelf voor faalaardigheid en zoek mislukking en teleurstelling (een nee krijge, afgewezen worden, etc) wat vaker bewust op om je eigen palet aan reacties te ontdekken en misschien zelfs te vergroten.

Daarmee kunnen we veilige aanwezigen zijn voor kinderen met al hun grote en kleine emoties. En daarin dus soms ook lekker de mist ingaan en dat met hen delen 😎

Je ouders vergeven of zelf voelen?

“Ik heb mijn ouder(s) vergeven”. Ik hoor het mensen regelmatig zeggen en vraag dan voorzichtig door wat ze daarmee bedoelen. Want het klinkt heel nobel, spiritueel of gewoon handig om zelf door te kunnen met je leven. Vergeven wordt in sommige richtingen zelfs als het hoogste goed gezien en als iets wat je voor jezelf doet. ‘Ik heb mijn ouders vergeven’, klinkt vrij groot ook. 

En dat laatste is een aanwijzing waarom ik niet zo enthousiast ben over ‘je ouders vergeven’. Systemisch gezien hebben we allemaal een eigen plek. Een plek met bijhorende verantwoordelijkheid, rol, balans en verbinding. En er is verschil tussen de kleine (het kind) en de grote (de volwassene).

Als je als kind emotioneel, mentaal of fysiek niet kreeg wat je nodig had, pas je je aan. Je zorgt voor een slimme bescherming mechaniek dat je niet meer voelt dat je nodig hebt wat je nodig hebt. Of je gaat, vaak heel subtiel, zorgen dat je ouder wel voor je kan zorgen. Je maakt jezelf als het ware groter dan je bent en passend is bij je ontwikkeling en leeftijd. Op een bepaald niveau worden de rollen van ouder en kind verward of zelfs omgedraaid.

En dat is super, want je overleeft daardoor! 

Je beschermt tegelijk (onbewust) het natuurlijke instinct van loyaliteit aan je ouder. Daarbij ontwikkel je hulpbronnen en vaardigheden die je kan gebruiken in de rest van je leven. Om dankbaar voor te zijn!

Maarrr…als die patronen als volwassene automatisch blijven, kan dat voelen als vast zitten, of dat het leven niet vrij stroomt, als weinig lichaamsbewustzijn, of veel fysieke klachten, of in een overtuiging dat je altijd je best doet en doorgaat en de grotere moet/wil zijn bij conflicten of pijn.

‘Ik heb mijn ouder vergeven’ houdt dat in stand. Het is namelijk vanuit de ‘grote’ positie, je gaat boven je ouder staan. In plaats van echt je eigen (kind)plek in te nemen en te voelen. Je helpt jezelf daar niet mee.  

-> Het is niet aan jou om je ouder te vergeven. Dat is niet je natuurlijke plek.

En ook niet om hen te verwijten of te laten inzien wat ze allemaal fout hebben gedaan. Dat is de andere kant van de medaille. Je ouders hebben gedaan wat ze konden, wat ze te geven hadden hebben ze gegeven. Tegelijk kan dat voor jou niet genoeg zijn geweest. Dat is niet hun schuld, maar wel een feit.

Wat is dan wel aan ons zelf?

  • Te ontdekken hoe de pijn voelen iets anders is dan verwijten. Het is aan jou om je verantwoordelijkheid te nemen om te voelen wat je voelt en de pijn en het gemis te nemen. Daar steun bij te vragen en toe te laten als nodig. 
  • En als we ons plots weer geraakt voelen -terwijl we dachten dat we dat allang achter ons lieten- dat te voelen en ruimte te geven, zonder in de verhalen-van-vroeger te gaan hangen. 
  • Voelen dat je het leven via je ouders doorgekregen hebt, dankbaar te zijn voor die gift, naast het (eventuele) verdriet. Om niet alleen de pijn, maar juist ook de kracht van het hele voorouderveld achter ons te ontvangen. Daarvoor open te (leren) staan. 
  • Het is ook aan ons om te ontdekken of we ons groot en klein mogen voelen van onszelf, in welke omgevingen en daarmee te experimenteren. Doe het eens anders, wat dan?

—- > En te merken waar en wel en niet lukt, zonder dat daar iets van afhangt, en mild te zijn naar onszelf.

Misschien bedoelt iemand dat hij de eigen pijn heeft opgepakt, doorvoeld en als volwassene een fijne band met de ouders heeft, als  hij zegt ‘ik heb mijn ouders vergeven’. Vandaar mijn voorzichtige doorvragen 😉 

En toch hebben de woorden die we kiezen ook een eigen energie. Kijk eens hoe het voor jou werkt. Of je meer op je eigen plek voelt (met natuurlijk ongemak, want je bent de ‘grote’ plek gewend) als je laat doordringen dat het niet aan jou is je ouders te vergeven. En of andere woorden meer passen. 

#systemischeinzichten #beinthedoing #balansinbeweging #eigenwijsinevenwicht #opstellingen

Wil je hiermee (systemisch) op verkenning? Welkom!

Over moed en – zonder zelfzorgtijd – aanwezig zijn voor een ander

Any intelligent fool can make things bigger, more complex, and more violent. It takes a touch of genius — and a lot of courage — to move in the opposite direction.” – Einstein

Hoe ben ik hiermee op pad? Met de vele nuances die ik waarneem, de pure stroom voelen? Hoe kan ik versimpelen?

Bv versimpelen een discussie met lief, waarin hij verhard, we beiden verwijten en hij cognitieve diarree heeft net als ik?

Vandaag over dochter. Hij maakte haar wakker op een vraag van mij, want ze had zich voor haar eigen structuur verslapen. Zij huilend want te laat wakker en het verdriet bleef stromen, zij ging alleen beneden. Hij stapte onder de douche en bleef daar.

Ik begreep het niet, wachtte, zodat ik volgens hem niet ‘te snel reageer en hij geen tijd heeft om te reageren, omdat ik alweer sneller ben’.

Ik wachtte ook of haar tranen zouden uitstromen en stoppen, soms vindt ze dat fijner als er niemand bij is. 

Het huilen bleef.

En toen liet ik alles uit mijn gedachten vallen om bij haar te zijn.

Ondanks dat ze dacht dat ze geen tijd had, kwam ze bij me op de bank onder het dekentje dat ik had opengeslagen. Ik sloeg mijn armen benen en rug om haar heen en haar snikken nam al snel af. Zonder woorden, was de energie van aanwezigheid.

Verwondering dankbaar over en in het moment.

Verwonderd over de kracht die ik niet heb, over de zelfzorg die er dan niet kan zijn, over de lege kop omdat niemand ooit voor mij zo alles laat vallen om vol in aanwezigheid en in aandacht te zijn bij wat er in me stroomt, en dat ik nu toch in complete volheid en zachtheid en verwijtloos hier ben.

Aanwezig, gelukkig. 

Dat is de kracht van God, spirit, de universele natuurkracht van liefde, die ik niet hoef of kan vasthouden; waar ik niet iets van hoef te hebben, mijn lichaam of mind niet mee gevuld hoeft te zijn vooraf.

Want ik ben het instrument, de materie waardoor liefde stroomt. Ik hoef het nu niet eerst te krijgen van iemand, ook niet van lief, om het te kunnen doorgeven. Het is er en stroomt dwars door me heen, door ons heen, en dochters lijfje kalmeert, haar geest gaat weer open.

We kiezen om nog 1 minuut langer daar te verblijven, in liefde.

Dan stapt ze van de bank en maakt zich verder klaar voor school. Ik ga terug naar boven en hervat mijn eigen ochtend klaarmaak acties en lesvoorbereiding. 

Samen fietsen we daarna kalm met de tijd als ruime jas over onze schouders. Zij naar school, ik naar werk. 

Pure liefde.

Zuivere liefde.

Is het antwoord op al uw vragen, twijfels en verwijten.

Het vraagt moed

Maar het vraagt zoals Einstein zegt moed en de aanraking van een genie (doorheen jezelf) om die tegengestelde richting op de gaan. Liefde.

Ook steeds weer voor mij. 

Want ergernis komt op om mee te worstelen. Als ik me overvraagd voel, als ik meer verantwoordelijkheid op mijn nek krijg dan natuurlijk is voor me, als ik mezelf niet kan delen en niet ontvangen wordt in liefde. 

Zoals net uiting kreeg in een bescheiden clash tussen lief en mij.

Dan nemen zogenaamde beschermingsgedachten en verwijten ons allebei razendsnel over. Intelligent genoeg beide breinen om daar zo snel in te schieten. 

Maar laat ik het het hier nu bij mezelf houden: 

Dan vuurt mijn brein verwijten in gedachten of daarbuiten, vanuit de overleefstand (vecht of vlucht/sympatisch) van mijn zenuwstelsel. Of gedachten van moedeloosheid, laat maar, ik doe het wel zelf, ik ben alleen, in elkaar gedoken, vanuit de overleefstand (collapse/dorsaal) van mijn zenuwstelsel. 

En vernauwt mijn bewustzijn waardoor liefde minder vrij stroomt; of eigenlijk niet, maar ben ik daar minder van bewust en heeft dat effect op mijn staat van zijn en mijn hele fysieke.

Zoals ik vanmorgen in de les die ik gaf over Pratyahara regelmatig hardop zei en mee oefende: trek de aandacht en de energie terug weg van de input en indrukken van de zintuigen, weg van wat onze gedachten daarmee doen, naar de energie binnen. Naar de natuurlijke energiestroom langs en voorbij de ruggengraat.

Nu zou ik toevoegen: naar liefde.

#beinthedoing #aanwezigzijn #polyvagaaltheorie #vrijmenselijk #modderigespiritualiteit #embodiment #herwilderen #eigenwijsinevenwicht #naturalgrowth #bewustzijn #liefde #pratyahara #moedigdeanderekantop #versimpelen #onderwegmetEinsteinquotes

Geef je kind wat stress

Een taak voor ouders is om kinderen veilig te leren omgaan met stress.

Dus niet om stress te voorkomen, op te lossen of weg te praten/lachen. Maar juist stress toelaten, opzoeken, ermee spelen, emoties herkennen en leren hoe dat bij jou werkt.

Het is oefenen, doen, zodat de hoge route (inclusief onze neocortex) in het brein gebruikt kan worden bij stress i.p.v. alleen de korte route (via oa amygdala, hypothalamus en hippocampus).

Oefenen juist buiten hevige stressmomenten om.

Spelend leren kinderen (ook de grote 🤪) het beste, dus zoek spelend spanning op om stress uit te lokken.

Dat gebeurt bv als oudershun dreumes in de lucht gooien om daarna weer op te vangen. Stress, spanning, letterlijk even uit verbinding, om daarna te ervaren veilig opgevangen te worden. En daarbij samen te lachen van plezier.

Onze kinderen,net als veel anderen, vroegen daar eindeloos om, nadat ze de veiligheid (ik word gevangen en mijn ouder vind het ook leuk) erin hadden ervaren.

En bespreek als ze iets ouder worden nu en dan wat het met jou doet en stel vragen. Zo leert een kind vertrouwd te raken met wat stress in het lichaam doet en verruimt de keuze(levens)vrijheid.

Doordat het lichaamsbewustzijn en het bewustzijn van stress en emoties groter wordt, zal een kind ook langdurige ongezonde stress eerder herkennen en ernaar handelen zonder paniek.

Voor ons grote kinderen is dat ook een uitdagende en speelse weg 💥Lets enjoy

Spelen met stress doen we elk retraite, en elke training met alle grote mensen, maar doen we met onze tieners (laten schrikken, butsen, koud water, met woorden) ook nog dagelijks. Rollende ogen of niet 🤪

#beinthedoing #balansinbeweging #speeljevrij #polyvagaaltheorie #vrijmenselijk #modderigespiritualiteit #belichaamdleiderschap #embodiment #herwilderen #eigenwijsinevenwicht #naturalgrowth #stress #kijkopstress #bewustzijn

Schaamte in opvoeding en verbinding

“Ik zou maar stoppen met huilen, want je ziet er lelijk uit zo en als we buiten lopen, ziet iedereen dat. Of misschien blijft je gezicht wel zo staan. Dat wil je niet hè?”

Dit zei een oppas tegen een kind van 5 dat haar ouders miste en daarom verdrietig was.

Het was onze dochter, die dit later verontwaardigd met ons deelde.

Serieus, mijn broek zakte af en de boosheid en verbazing spoot bijna uit mijn oren en die ’oppas’ heeft uiteraard nooit meer op onze kinderen gepast.

Maar dat parkeerde ik voor later en in dat moment ging ik bij mijn (ook huilend prachtige want zo menselijk) meisje liggen en vroeg door, liet haar praten ‘waarom zou iemand dat zeggen?!’ en we waren samen bij de emoties die kwamen en gingen.

En vooral wilde ik haar laten voelen in mijn armen dat ze veilig was, ook met de afwijzing van verdriet en de boosheid en haar emotie daarbij. Precies goed zoals ze is, met ruimte voor ontlading. En we schudden samen met onze armen om de spanning van het stresssysteem (dat heel gezond reageerde op deze ongezonde omstandigheid) de ruimte te geven weer te veranderen.

Natuurlijk snapte ik dat die oppas bij voorbaat niet uit was op het pijn doen van een kind. Ze werd getriggerd in haar eigen schaamte, dat ze met een huilend kind over straat zou moeten en wat zouden anderen daar wel niet van denken?

En misschien wel een copy paste van reacties op haar eigen huilen als kind.

Of een uiting van haar verinnerlijkte overtuiging dat verdriet lelijk is en niet hoort in het zicht van anderen.

Maar die verantwoordelijkheid hoort niet bij een kind. Zij hoeft daar geen begrip voor te hebben.

Schaamte oproepen in een ander om jouw (ongezonde) overtuiging uit te leven, je zin te krijgen of je eigen gevoelens van schaamte niet te hoeven voelen, is misbruik, is destructief voor degene die dat moet ondergaan (en voor jezelf!) als dat regelmatig gebeurt.

Zo iemand gaat geloven dan ze innerlijk vast zit en het beperkt een onbevangen levensstroom.

(Enne de oppas is een mooi mens dat zelf misschien ook liefdevolle armen kunnen gebruiken in haar verdriet en/of bevrijdende dansjes waarmee de schaamte kan buitenspelen en oplossen in verbinding)

Nou wil ik met dit verhaal vooral niet suggereren dat schaamte iets slechts is. Ik zou eerder nieuwsgierigheid naar schaamte suggereren. Schaamte is namelijk gezond en helpt jou in de samenleving groeien.

Maar niet als (verinnerlijkte onbewuste) opvoedingstechniek.

En het andere:
Doordat dit moment toen de ruimte kreeg (via het lijf ipv alleen via woorden) heeft het niet bijgedragen aan een overtuiging dat verdriet lelijk is (waarop ze haar gevoel en gedrag zou aanpassen).

Het heeft met vele andere momenten bijgedragen aan een gevoel van verbinding en aanwezigheid. Die haar basis zijn nu 9 jaar later.

Als volwassene (los van dat ik deel van dit verhaal was) geeft het me een ingang naar mijn ervaring. Bij jou misschien ook.

Er zijn vele theorieën over schaamte (bv Brené Brown zegt hier mooie dingen over) maar de grootste inzichten komen via je eigen breinlichaam.

Enjoy the ride én gun jezelf verbinding 💛

Laat je een systeem je menszijn veranderen of andersom? Schoolsysteem voorbeeld

In de school-ouder(tienminuten😅) gesprekjes wordt het systeem direct zo duidelijk.

‘Zo, dus jullie hebben een vraag of zorg over je dochter. Laat maar horen.’

Nou de enige vraag is eigenlijk:
‘hoe ziet u haar?’

‘Nou ja uh, ik heb van allerlei leerlingen statistiekjes en tabellen gemaakt, maar niet voor haar. Ze staat er voor alle vakken goed voor.’

‘En buiten de cijfers om?’

‘Nee ik heb niets negatiefs over haar te zeggen’

‘Nou, iets positiefs dan?’

….

Hij stamelde na een stilte dat het wel positief was dat ze niet met de druktemakers meedeed.

En dat, dat is dus wat er mis is. Er is niet systematisch aandacht voor de mens die elk kind daar is, buiten cijfers, lastig gedrag of zogenaamde (leer)problemen om.

Wij zaten daar precies om die reden, om door elkaar even te zien, contact te maken. Bij deze docent (mentor) ruimte te wrikken in een systeem dat in iemands hoofd is gaan vastzitten: Zie haar. Kijk open.

Ook deze leerling (ons kind en alle soortgenoten haha) waarvan de hele basisschool door leraren gezegd is dat ‘ze er van haar wel 40 in de klas kunnen hebben’, heeft recht om gezien te worden, steun te krijgen bij waar ze hapert en vooral aangemoedigd worden in de richting die ze wil qua leren omdat ze er blij wordt.

Ook als haar cijfers geweldig zijn, ze sociaal krachtig en emotioneel stabiel is.
Ze is net zo mens.

Het schoolsysteem mag hopelijk in een kernvisie transformeren in de komende jaren en decennia.

Voor de volledigheid:

A) deze mentor is een aardig mens dat welwillend is. Maar niet gewend aan deze manier van kijken en dit gesprekken.

B ) er zijn leraren en mentoren die hun menszijn juist het systeem laten beroeren ipv andersom.

Ik ben nog steeds dankbaar voor zo’n directeur die, toen we met onze India-richting voor hem zaten, zei: ‘doen! Ze gaan daarvan meer leren dan ik ze hier op school kan laten leren. Geen idee hoe we het gaan doen, maar laten we samen pionieren.’

Ik ben nog steeds dankbaar voor zo’n leraar die in haar laatste twee jaar basisschool bijdroeg aan de ruimte die dochter in durfde nemen om stevig naar middelbaar te gaan.

Ik ben nog steeds dankbaar voor de mentor in haar brugklas, die zo kon relateren dat ze er de hele middelbare school op kan teren (en met wie ik het liefst leuke belichaamde onderwijs projecten zou ontwikkelen).

Ik ben dagelijks (echt dagelijks) dankbaar voor de leerkracht van andere dochter die nu in haar twee laatste basisschooljaren ruimte in relatie biedt voor ontdekking en ontwikkeling op vele vlakken. Hoe vrij (op haar eigen manier) ze nu praat, beweegt, creatief, intuïtief is en vraagt.

Deze mensen zullen vast menselijke relaterende impact hebben op het transformerende schoolsysteem. 🙏🏼

Wat kan ik doen?

In gesprek (in relatie) blijven gaan, juist zonder problemen.

Voorleven dat er al gewoon ruimte is voor jou, net als voor anderen.

(En misschien dus samenwerken met die ene mentor 😅 zal ik hem gewoon eens een berichtje sturen? )

De stilte roept en draagt – een week de eerste lockdown in

De stilte riep me luid deze afgelopen tijd. In isolatie op een Franse Berg. Zijn met wat is.
Zonder te willen redden (mezelf of anderen) of meteen in de actie te gaan terug naar functioneren.

Ik ben.
Zonder bezwering van de onrust, of dat nou gaat via oproepen tot lock down, complotinzichten of positieve energie het universum in sturen. Ik zag bijzondere online initiatieven, toch wilde mijn lijf, mijn ziel, niet mee.

Re-ti-rare – terugtrekken naar binnen, naar de essentie, de zingeving, daar was de flow.

Waar wil ik zijn?
Hoe wil ik zijn?
Met wie wil ik zijn?
Hoe draag ik bij aan het grote geheel?

We vertrokken de eerste dag tegen de stroom in.
Scholen dicht, alle lessen vervielen en dus ook al onze inkomsten. Naar de (waarschijnlijke) lockdown in Frankrijk, naar een uitgestorven bergdorp vol schone lucht, sneeuw, zon en liefde met familie.

Om te diep te verbinden met de aarde en het niet-weten.
Ik luister naar de berg in volledige isolatie.

Week 1 ging voorbij zonder dat ik iets poste op mijn tijdlijn, zonder dat ik inging op de vele mails met gratis online aanbod, zonder Netflix en met slechts een enkel whatsapp contact.

De kinderen startten vanuit de sneeuw met thuis-scholing. Ze werkten waar ze wilden en speelden waar nodig. Veel dus.

Als ik mijn iPad pakte omdat van alle kanten ideeën aangereikt waren om online toch aan inkomen te komen, legde ik hem binnen minuten weer weg. Niet uit de angst om zichtbaar te zijn, niet omdat ik me lamlendig voel of niet betrokken ben. Maar omdat mijn lichaam me de weg wees.

Wees stil. Ben hier.

Laat de digitale wereld. Luister naar de vogels, de beek die zich vult met smeltwater en de innerlijke roering. Voel de zon, de kou op deze hoogte en ruik de aarde. En dat deed ik.

Ik zong dagelijks om 8 uur s morgens in mijn eentje naar de berg een mantra. Omdat de plek in de zon me trok en ik er vanzelf heen liep. En elke dag bij dezelfde regel kwamen er tranen in mijn ogen en diep ontspanning, Het gaat over gedragen worden. Het grotere geheel, waar de berg met zijn grillige vorm symbool voor staat: het weet, wat ik niet weet.
De berg laadt me op en daagt me uit.

Deze week was mijn richting voor onze kinderen, mijzelf, ons nieuwe gezin van 9 en de rest van de wereld:
verbinding onder de oppervlakte, veilig gedragen voelen, emoties laten stromen, rouw erkennen, voeding voor lichaam en ziel ontvangen en volop genieten.

‘Hoe draag ik daarmee bij aan het grote geheel?’, vroeg ik, omdat de woorden nog ontbraken bij mijn diepere weten.
Een mooi mens antwoordde me: ‘Hoe meer we ons verankeren, hoe meer we bedding creëren met zn allen, van rust, liefde. Dus ja, zo draag je juist bij aan het grotere geheel’. Een andere vriendin appte me: ‘mooi hoe jullie een andere manier van kijken voorleven’.
En dat steunde me de ruimte te nemen om in de stilte te zijn en te wachten, te laten ontstaan als het tijd is.

We deden ook veel wel.

We aten twee keer per dag gezond met groenten en namen nodige supplementen.
We klommen dagelijks de berg op, buiten adem, en speelden met sleetjes.

We hielpen elkaar door te zitten met verwarring en voorbijkomende angsten.
We bespraken nieuws en deelden wat dat met ons hoofd en energie deed, zetten het uit en weer aan en weer uit.
We voelden angst toen Tim koorts kreeg en zich beroerd voelde, net als mijn zus en later Jana en Isha, maar ook nabijheid en vertrouwen.

We hielpen de kinderen met schoolwerk en leerden daar zelf van.
We lieten kinderen uithuilen en uitrazen in onze veilige armen en aandacht.

We starten elke dag op in verbinding met beide gezinnen, via yoga, gekke spelletjes en een eigenwijsje voor de dag en lieten oma in Nederland via beeldbellen meedoen.
We schreven enkele oprechte mails en wensen aan geliefden overal ter wereld.
Tim en ik lagen dagelijks tegen elkaar aan, liefde die overvloedig doorstroomt.

We vierden een hele dag de lente met taart, muziek, buitenspelen en zaadjes planten.
We vonden de eerste paarse bloempjes naast de paden waar de sneeuw net weg is.
We zien de lucht steeds blauwer worden.
Ik las met tranen in mijn ogen ‘en de lente wist het niet’ voor aan zus en lief.

We dansten een avond uitbundig met elkaar op ‘Leef alsof het je laatste dag is!’.

Ik ging op alle perspectieven staan rond dit virus en de ontregeling van de samenleving. Ik doorvoelde ze zover dat kan. Het gaat er niet om wat waar is. Het zijn allemaal delen van de werkelijkheid. Angst is geen tegengestelde van liefde, het is er deel van.

Lief en ik liepen met woorden, gevoelens en voorbeelden om de kern heen, de kern waar deze wereldwijde situatie een gevolg of uiting van is. ‘Een lek in het zwijgen’ noemen wij dat, naar een dichtregel die we in poëziedorp Watou leerden kennen.

Het onzegbare, te groot voor ons cognitieve brein, maar van essentiële waarde om aandacht aan te geven en er dus samen om heen te blijven lopen.

Ik ben vrij om te kiezen waar ik me mee wil verbinden.
Jij ook.

En vandaag voelde ik hoe de energie veranderde.
Er wil meer in actie door me heen, ook wat online, ook met bijdragen wat ik vanaf mijn unieke plek bij te dragen heb.
Ik ben nieuwsgierig naar hoe.

Vandaag was de eerste dag hier dat de zon niet scheen en ‘mijn ‘ (the one I talk to) berg in de wolken hing. En ik ging na onze yogastart, schooljuf-rol en ontbijt alleen de berg op, hijgend door de sneeuw, hoorde de bomen kraken, vond de eerste lentebloemen, zakte tot mijn knieën in de sneeuw (weet je hoe zwaar het dan is om zelfs maar 20 meter te lopen?!) en rolde zijwaarts de berg af. Gewoon om levenslust ultiem te ervaren.
Zodat ik daarvan vol gevoed weer door kan geven, naast zingeving (incl rouw, emoties, betekenis geven) en modderige spiritualiteit.

De eerste cliënt mailde me zojuist voor een online afspraak. Flow. Synchroniciteit.

Ik ben dankbaar. Dat we onze buik-keuzes volgen. Ondanks twijfel toch de vertraging en de afstemming volgen. Tegen de stroom in lijkt het soms, maar het is misschien eerder surfen op de onderstroom.

I wish us all well ❤ ❤

# 24 maart 2020

Vrij verbonden – een Polyvagaal verhaal

Ze ligt met een vertrokken gezicht in diep verdriet te huilen in de armen van haar vader als ik binnen kom. Ik stap erbij op het bed. Laat mijn handen en armen de weg zoeken naar waar ze nu bij haar horen. Ze is omringd door delen van papa en mama (buik, borst, hart, handen en zoveel liefde), terwijl ze de emoties door zich heen laat gaan. Wij in vertrouwen dat ze dit kan dragen. Hoe zwaar ze het ook ervaart nu.

Lief vraagt of hij woorden mag geven aan wat er door haar heen ging voordat ik binnenkwam. Ze knikt. Ze wil dat ik het weet, maar wil het niet zelf herhalen. 

Opgestapelde andersheid

De opeenstapeling kwam er uit. Hoe anders ze zich voelt. Of hoe ze anders is volgens maatschappelijke normen. Ze verwoordde krachtig op welke onderdelen dat anderszijn speelt.

Het meisje dat veel in ‘jongensenergie’ door het leven gaat en vooral met jongens omgaat. De baby die in de baarmoeder haar tweelingbroertje verloor aan de dood en daar nog altijd bewust mee leeft. Het bewegelijke kind dat vaak ongelukjes en verwondingen oploopt. De creatieve geest die denkt en kijkt op een manier die ze niet overal om zich heen gespiegeld ziet. De doofheid van haar rechteroor, waardoor ze de wereld anders meekrijgt, het sneller onveiliger voelt, ze geluid niet kan filteren en haar brein geen locatie kan bepalen: ze hoort niet waar geluid vandaan komt. En de angsten die ze in zichzelf waarneemt, terwijl ze ook zo stoer is.

Er is in wezen geen probleem met haar anderszijn. Ze is vaak anders. Ja. En daar kan ze zich heerlijk bij voelen, of eenzaam. Allebei is waar, allebei is een ervaring en allebei is zowel belangrijk als onbelangrijk. En iets om oprecht te laten stromen.

Dus ja, ze is ook anders. Ze is eigen en uniek. En dat kan overweldigend voelen als je 9 bent. Of op alle leeftijden wel, zeker bij moeheid, of als er te weinig verbinding is geweest met mensen die je echt zien, of doordat de balans hersteltijd / sociale interactie tijdelijk scheef was. 

En wat we haar willen laten ontdekken is dat ze het aankan alles te ervaren en het ook weer verandert. In onze veilige nabijheid, die zich vanzelf uiteindelijk verinnerlijkt.

Zorghaken drijven als gedachten voorbij

Er is veel om aan vast te haken als ouders, veel optie om ons zorgen te gaan maken. Die passeren nu en dan via gedachten.

Want ze gaf niet alleen aan zich anders te voelen – wat op zichzelf mensen al kan triggeren om dat ‘positief te leren duiden’ als ‘ja je bent anders en dat is mooi juist’, of te ontkennen ‘ nee joh, je bent niet anders’ – maar er zaten ook existentiële vragen en dieptes aan vast.

‘Als jullie er niet meer zijn, dan wil ik ook niet meer leven’. ‘Waarom moeten we bestaan als mensen hier op aarde?’. ‘Ik wil soms dood zijn’.

Daar kun je als ouders natuurlijk van alles over vinden en alert en reactief van worden. Het zielig vinden voor haar en op willen lossen voor haar, zodat ze zich weer fijn voelt. We weten mede door dit wonderkind dat dat niet de weg is. Daar heeft ze niet wezenlijk iets aan, want er valt niets op te lossen, het is al perfect.

Aanwezig zijn als grootste cadeau

De kennis van de biologie van het zenuwstelsel helpt me daarin ook.

Dus we zijn aanwezig, kijken naar haar, voelen de diepe energetische verbinding en de overgave. Ik leg haar benen over die van mij en ze zoekt de aanraking van ons, het mannelijke en het vrouwelijke. Ze huilt met dikke snikken en soms enkele stotterende woorden.

‘Misschien ben je wel hier op aarde om dit nu te ervaren’, zeg ik. Overbodig voor haar lichaam, maar voor haar gedachten helpt het om aanwezig te blijven. 

Ze huilt nog even door, ontlaadt zich zo vanzelf van spanning, terwijl ze in verbinding is. Gezien en met bestaansrecht, ook in worstelingen of zielspijnen, met betekenis. En langzaam verzacht haar lichaam, haar adem en stroomt er een kalmte door haar heen. Keuzevrijheid in zichzelf komt terug.

We benoemen hoe omringd ze is door liefde, niet alleen van ons maar van geliefden, alle voorouders, de bergen, de kosmos en dat ze daar een mee is. Ze kijkt met diep open ogen, ontvangt en weet. Ze komt overeind en slaat haar hele lichaam om me heen. Dan legt ze haar hoofd op papa’s schouder, die haar naar bed draagt. Ze valt in een diepe herstellende slaap.

Rauwe blijheid naast ruw verdriet binnen liefde

De volgende dag gaan we met z’n vieren naar de voet van een gletsjer. Rauw hooggebergte. Smeltwater dat begin te komen in de kleine rivier die van de zomer nog overstroomde. Ze springt van steen naar steen, voeten in het ijswater, de zon om zich heen als een mantel. Ze roept hoe gelukkig ze is. Hoe blij. Hoe vrij ze zich hier voelt. Dat het de leukste dag van haar leven is en of we hier morgen weer heen gaan.

En wij kijken weer naar haar, terwijl we net zo gelukkig en verbonden zijn als gisteravond. Omringd door ancestors en liefde, die we zelf ook zijn.

Co-reguleren als oudertaak

Dit is naast al het andere wat er in kan zitten, ook de Polyvagaal Theorie in de praktijk, gezien vanuit de hoek van co-regulatie. Een van de drie principes (naast de hiërarchie in het autonome zenuwstelsel en neuroceptie) onder deze theorie is de invloed van menselijke zenuwstelsels en de staat ervan op elkaar.

Wij zijn hier als ouders co-regulators: doordat ons zenuwstelsel veilig en verbonden is (en we niet in sympathische activatie van oplossen of in verlammende bezorgdheid schieten) kan zij voelen wat er te voelen is in haar lijf en als vanzelf terugkeren naar haar eigen veilige en verbonden staat in haar zenuwstelsel.

Vrije vogel

Ze hoeft de inhoud van haar gedachten en emoties niet als vaststaande feiten mee te nemen, niet als waarheden, niet als ‘zo ben ik’ waarmee ze haar essentie laat beperken.

Ze beweegt zich tot in alle hoeken van emoties en zenuwstelsel staten, omdat ze die capaciteit nu al heeft, naast haar prachtige intensiteit. Ze neemt onbewust mee dat ze alles kan zijn, alle (emotionele, fysieke en mentale) vormen aan kan nemen. En dat ze daarbinnen altijd heel, gezond en stralend is, verbonden met wat groter is dan zij.

Haar wens van heel jong is, dat ze kan vliegen. Dat herhaalt ze regelmatig. Ze stelt zich voor hoe vrij, beweeglijk en geraakt door de natuur ze zich dan voelt. Wat ze nog niet beseft: ze vliegt al!

Over opvoedkundig falen en er bij zijn

Ik zit, nou ja, je zou kunnen zeggen ‘mokkend’ aan tafel. Ik ben alleen en neem een eerste hap van mijn bord. Het bord naast me is onbemand. Echtgeliefde is werken, één kind at onverwacht bij een vriendin en met het andere kind kwam ik tijdens het koken in een wat vaag conflictachtige situatie terecht en zij is boven. Eerder schoot ik in een kleine kramp door allerlei werk gerelateerde voorbereidingen voor een retraite. Mijn lichaam doet pijn, er is een tíkkie weerstand, een rommelig huis en kinderen die vakantie hebben. Dus logisch toch, deze geïrriteerde stemming, dat is gewoon vervelend voor me. Dus ik projecteer nog even op dochter die niet beneden kwam om te eten.

Als ze wel beneden komt, kijkt ze even verbaasd naar mijn half lege bord en barst in tranen uit. Ik reageer nog even uit mijn (zeer volwassen) mokstand, ‘ik riep net ‘waar ben je?!’ en je kwam niet’. 

Met meteen kortaf erachteraan ‘waarom huil je?’.

Ze kijkt even op en huilt met lange uithalen ‘ik moet gewoon huiuiuilen! Dat kan toohoch!?’

Ik adem meteen lichter, lach en kijk snel en mild naar mijn eigen mokgebeuren. Hoe fijn dat de laat-alles-er-zijn en veerkracht-blik me al zoveel jaren hielp mijn kind te leren dat huilen ontladen is, het uitnodigt om te verbinden en er niet (direct) een antwoord nodig is op vragen als ‘wat is er gebeurd?’. Én dat ik ook opvoedtechnisch soms mag ‘falen’. En mokken 😉

Ik sta op en krijg toestemming haar te omhelzen. De borden staan naast ons af te koelen. Ik laat haar huilen in mijn armen. Het plakkende gemok in me ‘ikhebgelijk, want..’ en ‘ikvoelmerot’, is compleet weg. Ik bemerk een vrije keuze om gewoon bij haar te zijn. ‘Wat een verdriet meisje’. Ze huilt nog harder. Als het afneemt en ze kan praten zegt ze dat ze dacht, dat ik gewoon wilde weten waar ze was en niet dat het eten op tafel stond. ‘Dat klopt’, zeg ik. 

En in mijn innerlijke ooghoek zie de neiging opkomen om te zeggen ‘maar je wist heus wel wat ik bedoelde’.

Ik doe er niets mee. Heel zen bedank ik mijn brein voor dit zelfbeschermende mechanisme (om toch mijn gelijk te halen in die kleine nuance) en kies opnieuw bewust. Want het voegt nu niets toe aan haar, ons, mij, of de wereld, om mijn (zelfs al voorbije) emoties via haar te rechtvaardigen.

Emoties komen en gaan, soms maken we ze onbewust. Steeds vaker kan ik ze observeren en ontdekken wat ze willen of laten. Door oefenen is mijn innerlijke vrijheid enorm toegenomen. Dit hele besef komt heel snel voorbij daar in dat moment op de witte tafelbank met mijzelf om een huilende dochter gedrappeerd. En ik maak een nieuwe kleine keuze: om mijn volledige aandacht weer aan dit mooie kind te geven.

Ze huilt nog een beetje, maar als ik haar verdriet nogmaals erken, golft haar verdriet huizenhoog op. Ze zegt snikkend ‘het lijkt wel of jullie wat ik voor jullie gemaakt waardeloos vinden. Jullie doen er niets mee, het ligt steeds weer op mijn bureau en ik heb er heel lang aangewerkt’.

Ik voel een steek in mijn buik. Dit moest blijkbaar nog gezegd. Zachtjes aai ik haar wang en luister geconcenteerd naar haar huilen. En vraag haar waar in haar lichaam ze het voelt. Keel, buik, hart, zelfs in haar armen.

Opnieuw zie ik een neiging bij mezelf opkomen, namelijk zeggen dat dat niet waar is, dat we haar en wat ze maakte niet waardeloos vinden.

Ik zie ook dat het haar gevoelens tekort zou doen als ik dat op dit moment zeg en dat dit haar op lange termijn niet zou helpen. Ik wil als moeder natuurlijk zeggen dat ze waardevol is, hoe bijzonder. Maar dat heb ik al heel vaak gezegd op rustige momenten en zal ik haar nog oneindig vaak zeggen.

 Nu zou ik het zeggen, omdat ik haar pijn in dit moment niet wil, eigenlijk niet aan kan. En wat voor boodschap geef ik haar daarmee? Dat deze emotie te zwaar is, ook voor haarzelf.

Dit zal niet de laatste keer zijn dat ze zich zo zal voelen. Dus mijn werkelijke taak is haar nabij zijn, zodat ze vertrouwt dat ze dit gevoel kan dragen, dat emoties komen en weer gaan. En dat ze tegelijk op een diep niveau weet dat ze waardevol is.

Ik ben dus stil en laat haar voelen. Dat zware. En ben bij haar. 

Stil

In de stilte dringt bij mij door hoe mooi ze het formuleerde. Ze was niet stellig en betrok het waardeloze niet op haar als persoon. Ik check dat na een tijdje wel even: ‘wat als we het echt waardeloos vinden?’.

‘Dat vind ik niet leuk’.

‘Zou jij dan minder waardevol zijn, of zouden je denken dat we minder van je houden?’

‘Nee!’, wel stellig nu.

‘Kun je dat naast dat pijnlijke gevoel voelen in je lichaam?’

‘Ja, dat past wel.’

Nu alles er mocht zijn, ze mijn vertrouwen mee kon krijgen dat ze dit aan kan en ik overtuigd ben dat het wel snor zit met haar eigenwaarde, zeg ik ‘ik geloof niet dat we het waardeloos vinden. Zullen we daar straks met papa nog even op terugkomen?’. Dat vindt ze fijn en met een lach draait ze zich naar haar bord. We eten gezellig kletsend.

Ik schrijf na het eten een blog 🙂

***

Radicale acceptatie. Van alles in je, van alles in je kind, van wat het leven voor je voeten gooit. Omdat het er nu eenmaal is, niet omdat je het leuk of goed moet vinden. Dat is ook yoga. Huh? Yoga is toch voor flexibele spieren, tot rust komen in je hoofd en fancy leggings op de mat? Nee dus!

Het gaat over innerlijk observeren, bewustzijn, ontwikkeling, verbinding, ‘zijn’ en actie. Dat klinkt natuurlijk lekker groots en vaag, daarom deel ik soms concrete momenten. En hoe oefenen me vele kleine andere keuzes hielp maken, die weer een grote impact bleken te hebben. Practice om de richting van het wijze lichaam te horen, om te vertrouwen, intuïtie ruimte te geven, levenslustig te bruisen en deel van aarde en samenleving te zijn in actie. 

#veerkracht #hsp #yogainhetdagelijkse #opgroeien #liefde #yoga #eigenwijsinevenwicht #goedzoalsjebent #emotieskomenengaan #waardenvolleven #zijninhetdoen #opvoedfaalkunde #mei2019

Opvoedtechnisch leren falen met yoga

Ik zit, nou ja, je zou kunnen zeggen ‘mokkend’ aan tafel. Ik ben alleen en neem een eerste hap van mijn bord. Het bord naast me is onbemand. Echtgeliefde is werken, één kind at onverwacht bij een vriendin en met het andere kind kwam ik tijdens het koken in een wat vaag conflictachtige situatie terecht en zij is boven.

Eerder schoot ik in een kleine kramp over de voorbereidingen van retraite die we organiseren in augustus. Mijn lichaam doet pijn, er is een tíkkie weerstand op marketing, een rommelig huis en kinderen die vakantie hebben. Dus logisch toch, deze geïrriteerde stemming, dat is gewoon vervelend voor me. Dus ik projecteer nog even op dochter die niet beneden kwam om te eten.

Als ze wel beneden komt, kijkt ze even verbaasd naar mijn half lege bord en barst in tranen uit. Ik reageer nog even uit mijn (zeer volwassen) mokstand, ‘ik riep net ‘waar ben je?!’ en je kwam niet’. Met meteen kortaf erachteraan ‘waarom huil je?’.

Ze kijkt even op en huilt met lange uithalen ‘ik moet gewoon huiuiuilen! Dat kan toohoch!?’

Ik adem meteen lichter, lach en kijk snel en mild naar mijn eigen mokgebeuren. Hoe fijn dat de yogic- en veerkracht-blik me hielp mijn kind te leren dat huilen ontladen is, het uitnodigt om te verbinden en er niet (direct) een antwoord nodig is op vragen als ‘wat is er gebeurd?’. Én dat ik ook opvoedtechnisch soms mag ‘falen’.

Ik sta op en krijg toestemming haar te omhelzen. De borden staan naast ons af te koelen. Ik laat haar huilen in mijn armen.

Het plakkende gemok in me ‘ikhebgelijk, want’ en ‘ikvoelmerot’, is compleet weg. Ik bemerk een vrije keuze om gewoon bij haar te zijn. ‘Wat een verdriet meisje’. Ze huilt nog harder. Als het afneemt en ze kan praten zegt ze dat ze dacht, dat ik gewoon wilde weten waar ze was en niet dat het eten op tafel stond. ‘Dat klopt’, zeg ik.

En in mijn innerlijke ooghoek zie de neiging opkomen om te zeggen ‘maar je wist heus wel wat ik bedoelde’.
Ik doe er niets mee. Heel zen bedank ik mijn brein voor dit zelfbeschermende mechanisme (om toch mijn gelijk te halen in die kleine nuance) en kies opnieuw bewust. Want het voegt nu niets toe aan haar, ons, mij, of de wereld, om mijn (zelfs al voorbije) emoties via haar te rechtvaardigen.

Emoties komen en gaan, soms maken we ze onbewust. Steeds vaker kan ik ze observeren en ontdekken wat ze willen of laten. Door dagelijks te oefenen is mijn innerlijke vrijheid enorm toegenomen. Dit hele besef komt heel snel voorbij daar in dat moment op de witte tafelbank met mijzelf om een huilende dochter gedrappeerd. En ik maak een nieuwe kleine keuze: om mijn volledige aandacht weer aan dit mooie kind te geven.

Ze huilt nog een beetje, maar als ik haar verdriet nogmaals erken, golft haar verdriet huizenhoog op. Ze zegt snikkend ‘het lijkt wel of jullie wat ik voor jullie gemaakt waardeloos vinden. Jullie doen er niets mee, het ligt steeds weer op mijn bureau en ik heb er heel lang aangewerkt’.

Ik voel een steek in mijn buik. Dit is de kern. Zachtjes aai ik haar wang en luister geconcenteerd naar haar huilen. En vraag haar waar in haar lichaam ze het voelt. Keel, buik, hart, zelfs in haar armen.

Opnieuw zie ik een neiging bij mezelf opkomen, namelijk zeggen dat dat niet waar is, dat we haar en wat ze maakte niet waardeloos vinden.
Ik zie ook dat het haar gevoelens tekort zou doen als ik dat op dit moment zeg en dat dit haar op lange termijn niet zou helpen.

Ik wil als moeder natuurlijk zeggen dat ze waardevol is, hoe bijzonder. Maar dat heb ik al heel vaak gezegd op rustige momenten en zal ik haar nog oneindig vaak zeggen. Nu zou ik het zeggen, omdat ik haar pijn in dit moment niet wil, eigenlijk niet aan kan. En wat voor boodschap geef ik haar daarmee? Dat deze emotie te zwaar is, ook voor haarzelf.

Dit zal niet de laatste keer zijn dat ze zich zo zal voelen. Dus mijn werkelijke taak is haar nabij zijn, zodat ze vertrouwt dat ze dit gevoel kan dragen. En dat ze tegelijk op een diep niveau weet dat ze waardevol is.

Ik ben dus stil en laat haar voelen. Dat zware. En ben bij haar.

In de stilte dring bij mij door hoe mooi ze het formuleerde. Ze was niet stellig en betrok het waardeloze niet op haar als persoon. Ik check dat even: ‘wat als we het echt waardeloos vinden?’.

‘Dat vind ik niet leuk’.

‘Zou jij dan minder waardevol zijn, of zouden we minder van je houden?”Nee!’, wel stellig nu.

‘Kun je dat naast dat pijnlijke gevoel voelen in je lichaam?’

‘Ja, dat past wel.’

Nu alles er mocht zijn, ze mijn vertrouwen mee kon krijgen dat ze dit aan kan en ze overtuigt is van haar eigenwaarde, zeg ik ‘ik geloof niet dat we het waardeloos vinden. Zullen we daar straks met papa nog even op terugkomen?’. Dat vindt ze fijn en met een lach draait ze zich naar haar bord.

Ik schrijf na het eten een blog 🙂


***Veerkracht in alledaagse momenten en hoe yoga werkt. He? Yoga is toch voor flexibiliteit, tot rust komen en fancy leggings op de mat? Nee dus!

Het gaat over innerlijk observeren, bewustzijn, ontwikkeling. Dat klinkt natuurlijk lekker groots en vaag, daarom deel ik concrete momenten waarin ik heb ervaren dat yoga me heeft ondersteund om daar te komen waar ik ben. En om vele kleine andere keuzes te maken, met grote impact. De oefening op het yogapad helpen om de richting van mijn wijze lichaam te horen, om te vertrouwen, intuitie ruimte te geven en levenslustig te bruisen en ontdekken.

Als je op een stukje van dit opvoedpad graag een reisagent hebt, you know where to find me !