Reisagent voor avontuurlijke levenskracht. Beweeg, adem, speel en deel je vrij

Categorie: Uncategorized (pagina 1 van 1)

Een kind, dood en uitvaart

‘Ik ga mee!’ Ze roept het luid voordat ik uitgesproken ben. Je zou denken dat het gaat op een speeltuin of een bezoekje aan oma, ze is tenslotte vijf jaar jong. Maar het gaat om een begrafenis. Even ben ik overdonderd, ze kent die persoon niet eens, en kijk haar aan. Ze is opgestaan van haar tekening aan tafel en staat met twee benen stevig op de grond, een vastberaden blik in haar ogen. En een mengeling van nieuwsgierigheid en ontzag. 

Het valt al snel op z’n plek in mijn hoofd en ik reageer dat ze met me mee mag. De persoon die overleed is een vriendin van haar extra-oma. Ze leeft mee ‘het is zo zielig voor oma-Bets dat haar vriendin dood is’ en dit is haar intuïtieve manier om iets te kunnen doen met haar medeleven. Letterlijk naar buiten te brengen in plaats van het slechts binnen in haar kleine lichaam te voelen. 

Een dode kan alleen maar dood zijn

Daarnaast is onze oudste telg al vanaf haar tweede levensjaar bezig met het onderzoeken van het concept ‘dood’. De hoeveelheid vragen die ze erover stelt verbaasde iedereen om ons heen.

De kraamverzorgster van onze jongste vroeg of ze ‘even met me kon praten over iets buiten de baby om, want ze maakte zich zorgen’. Ze was geschrokken van de openheid waarmee deze 3-jarige overvloedig over de dood sprak, het naspeelde inclusief een ‘mor-tu-a-ri-um’ in de schuur.  Of er iets speelde? Ik lachte tussen mijn kraamtranen door, want dat was gelukkig normaal voor haar. 

Ze had met haar begaafde sensitieve brein inderdaad een buitengemiddelde en vroege interesse in wat dood nou precies is, of er ook mensen van vroeger begraven lagen onder de weg waarop we reden, of een dode dan echt niets meer kon van eten, ademen, bewegen, met steeds de ultieme conclusie ‘ja, een dode kan alleen maar dood zijn hè?’ Maar er kwamen geen angsten of verdriet bij kijken. Dus wij zorgden vooral in de buurt te zijn van haar leerproces.

Dat ze nu dan (eindelijk) een begrafenis mee mag maken, is voor haar iets dat klopt, waar ze aan toe is en wat bij het leven hoort. 

Eerst jij, voordat je naar je kind gaat

Uiteraard heb ik als ouder wat extra taken rondom haar wens.

Als eerste vraag ik aan de betrokkenen of ze welkom is op de begrafenis. Ja, ze zouden het heel erg waarderen als ze erbij is, ‘maar misschien vindt ze het wel saai’. Dat deel ik met mijn dochter. Het geeft niet als het saai is, reageert ze. Ik hou alle keuzeopties open: je mag straks, morgen of vlak voordat ik ga van mening wisselen en alsnog niet meegaan, ok? Dat hoeft niet, ik wil mee. 

Daarnaast heb ik als ouder naar mezelf te kijken. Voor heel jonge kinderen kan ‘dood’ an sich intrigerend zijn, maar het is emotioneel meestal vrij neutraal. Wij als volwassenen projecteren regelmatig onze eigen emoties rondom de dood richting onze kinderen, die ze dan als waarheid aannemen. De schone taak is dus om op te merken wat je zelf voelt, daar ruimte voor te nemen, om daarna onbevangen te kunnen luisteren (zonder invullen) wat het voor het kind zelf betekent.

Ik merk in deze situatie bij mezelf de angst op, dat deze dood zoveel verdriet zal brengen bij onze extra-oma en ze zelf daardoor sneller zal overlijden. Ik ben bang haar als vriendin sneller kwijt te raken. Ik neem een momentje om dat te voelen en wat ik daarmee wil. Ik besluit haar over een paar weken een brief te schrijven om te delen wat ze voor mij betekent, zodat ze dat bij leven meekrijgt en ik dat niet op haar uitvaart hoef te delen. Inmiddels voel ik me kalm en dankbaar en ga ik terug naar ons kind.

Als de dood dichterbij komt, in je familie of gezin, ben je als volwassene zelf vaak ook verdrietig. Het is prima als je kind je verdriet meekrijgt, dat hoort er bij.

Maar…. bespaar ze de intensiteit, de complete overweldiging, dat is te groot voor een kind om te dragen. Dat brengt het risico mee dat een kind een patroon gaat ontwikkelen van voor de ouder zorgen (knuffels en kusjes komen geven, tranen wegpoetsen, heel stil zijn, tekeningen of grappen maken etc, zodat de ouder weer stevig staat en voor hen kan zorgen). Je diepe verdriet en angst kun je delen met een andere volwassene. Tranen en het hanteerbare verdriet kun prima laten zien aan je kind. Met enkele woorden erbij, zonder in details te gaan.

Wanneer vertel je dan het je kind als je zelf diep geraakt bent?

Na een nabije dood kun je je kind snel nadat je het nieuws van overlijden kreeg, vertellen wat er is gebeurd, dan zit je zelf nog in een verdoving waarmee je brein je wil beschermen. Als de eerste heftige emoties door je heen komen, is het verstandig het praten met je kind uit te stellen tot de eerste bijna ondraaglijk voelende golf voorbij is.

Vertrouw daarop: emoties komen in golven en gaan ook weer. Net als het weer. Midden in de storm lijkt het soms of je nooit iets anders zal voelen, maar dat is een onwaarheid die ons stressbrein ons vertelt. Steeds weer komt er adempauze, of eigenlijk meer dan een pauze: de kalmte van het leven zelf. Niet omdat het verdriet dan voorbij is, het kan weer terugkomen, maar gebruik zo’n rust / leegte moment om je kind in te lichten en nabij te zijn.

Je kan ook een andere vertrouwde volwassene vragen erbij te zijn of het te vertellen. Het belangrijkste is dat het kind zich veilig voelt tijdens het horen van het nieuws.

Zorg dat je aankan wat de reactie van het kind zal zijn

Verwacht alle reacties van een kind, alles is ok, niets is vreemd. Boos, bang, verdrietig, maar ook weglopen, negeren, doorspelen, erdoor heen praten. De volwassene heeft als een container te zijn, waarin een kind alles veilig kan voelen.

Onlangs mocht ik aanwezig zijn toen een kind van 6 te horen kreeg dat een jongetje waar ze wel eens mee gespeeld had, heel onverwacht en op heftige manier was overleden. Ze rende door de kamer, stond op haar hoofd en zweeg tijdens de boodschap. En kwam soms even op de bank, haar gezicht in een kussen, vragen stellen. Over hoe en wanneer. En zweeg daarna weer vooral. Ze wilde wel mee naar de begrafenis. 

Steun je kind, help het vragen te stellen en hou het licht

Begin redelijk vlot met vertellen wat een kind kan verwachten op de dag van de crematie of begrafenis. Voor een kind is het vaak te onbekend, dus ze weten niet welke vragen er te stellen zijn. 

Misschien zegt een kind wel te weten wat er gaat gebeuren en dat ze geen vragen hebben. Help ze dan door zelf te beginnen: Hoeveel mensen denk je dat er zullen zijn? Hoe denk je dat de plek er uit ziet (binnen, buiten, stoelen, staan etc)? Wat zul jij voelen als je mensen ziet huilen? Denk je dat je de dode nog kan zien? Waar zou je willen zitten? Stel open vragen als een kind dat aankan, als het dichtslaat begin dan met gesloten vragen als ‘wil je tijdens de begrafenis bij mij op schoot zitten?’. 

Luister goed naar de antwoorden, ze geven je informatie wat nog aandacht nodig heeft en waar het kind behoefte heeft aan veiligheid, zich uiten, zelfstandigheid of aan antwoorden op praktische vragen als: kan ik daar naar de wc? Mag ik daar eten?

Onze dochter dacht vanzelfsprekend dat ze bij oma-Bets kon zitten, dat ze haar vragen steeds kon stellen, ze de overledene zou zien en dat ze het niet spannend zou vinden. Dus ik vertelde haar dat ik niet kon beloven waar we zouden zitten, omdat er heel veel mensen zouden komen in een grote kerk en wij een beetje achterin zouden blijven. Ook dat het veel stil zou zijn en de meeste vragen pas later konden komen en dat de dode in een dichte kist zou liggen. Wil je dan nog steeds mee? 

Ja, mam, ik kan heus wel stil zijn, ik wil er gewoon bij zijn. Je mag natuurlijk wel fluisteren als je iets eng vindt, een hele belangrijke vraag hebt, of als je moet plassen. Ok! En weg was ze met haar puzzelboekje. 

Aanwezig zijn

Bij aankomst in het klooster met grote kerk waar de dienst werd gehouden, was ze onder de indruk. Ze keek haar ogen uit. Oma-Bets kwam zelf juist in de buurt zitten van haar. Ze volgde de kist die binnengebracht werd en hield iedereen in de gaten. Ze hoefde niet op schoot, ze wilde kijken, al-les zien en horen. Ze was een en al aandacht en na afloop liep ze sereen stil naast me toen we naar de gezamenlijke maaltijd liepen. 

Ze was het enige kind in de grote groep mensen bij het afscheid en liep in de eetzaal (we waren uitgenodigd voor de lunch) licht huppelend naar een tafel waar iemand die ze kende in tranen zat, om een knuffel te geven en daarna naar andere tafels om een praatje te maken. Ze bewoog zich vrij. Ik hield mijn ongemak bij me, bekeek vanaf mijn stoel hoe de aanwezigen haar toenadering vonden en zag blije gezichten en handen die haar naar zich toe wenkten.

Ook daarna wilde ze niet naar huis, maar mee naar de begraafplaats, zien hoe de kist de aarde in ging. Een handje aarde erop gooien toen dat gevraagd werd. En toen was het genoeg. Ze knuffelde extra-oma en wilde ook niet meer wachten tot iedereen terug naar binnen ging, maar wilde naar de auto. En dat deden we. De dagen erna speelde ze deze dag na, vertelde erover en daarna was het voor haar afgerond. 

Kies voor veerkracht

Een uitvaart is natuurlijk altijd anders en voor elk kind anders. Vertel je kind wat je weet en dat jullie samen gaan ontdekken wat je niet weet en bereid je voor. 

Een minderheid van kinderen blijft zo geïnteresseerd luisteren tijdens de toespraken en de vaker zullen ze zich vervelen.

Onze jongste was bijvoorbeeld zes toen we naar de crematie van onze buurman gingen. Ze was emotioneel geraakt door het verdriet van anderen en de mooie woorden, ze luisterde aandachtig, kwam op schoot zitten, maar na 15 minuten verveelde ze zich. Toen kwam het tekenblok van pas dat ik had meegenomen en ging ze iets voor de dochter van de buurman maken.

Ook als er verveling ontstaat, of een kind geraakt is door het vele verdriet om zich heen, is het meenemen van kinderen naar een uitvaart heel waardevol. De dood is namelijk onderdeel van ons leven hier op aarde, ze gaan het proces van overlijden en afscheid nemen nog vaak door moeten.

Daarom is het van belang dat ze veiligheid ervaren van volwassenen om hen heen, die er voor hen zijn. En die hen leren (of misschien gewoon: laten) omgaan met emoties en verlies, rituelen te vormen om daar uiting aan te geven en ruimte bieden voor de verdieping en zingeving die de dood kan aanraken. UIteraard steeds op het niveau van het kind. Zo groeit een kind op met veerkracht en vaardigheden en voelt het zich veilig in het eigen lichaam, met emoties en alles wat er is, om het leven voluit te kunnen leven.

Openheid en speelsheid geven ruimte

Tijdens de koffietafel na de dienst van onze buurman stelden beide dochters (9 en 6 toen) vragen over cremeren en afscheid nemen en dat ging in de week erna door. Daardoor hadden we opnieuw veel mooie gesprekken. Over ouderdom en ziekte, over na-bestaan dat soms erger is dan zelf doodgaan en dat ze ons (hun ouders) graag nog lang in leven hadden.

Maar als wij dan toch dood zouden gaan allebei, zouden ze ook wel bij tante en oom in Frankrijk willen wonen. Of we dat konden regelen.

Na twee weken lang gehoord te hebben hoe leuk ze dat zouden vinden, in Frankrijk bij hun familie wonen, zei ik met gespeelde verontwaardiging: ok, meiden, sorry voor de teleurstelling, we zijn van plan nog lang lekker te blijven leven met jullie, helaas pindakaas die Franse droom moet wachten!

Ze lachten zo hard dat ze bijna van de stoelen vielen.

Uitgevallen uit mijn eigen leven

Uitgevallen uit mijn eigen leven

Na 7 jaar werken als zakenreisconsulent door heel Nederland (incl leaseauto en luxe hotelovernachting) terwijl ik de wereld over reisde en verliefd was op vele krachtplekken en culturen, werkte ik 10 jaar met getraumatiseerde mensen, stond naast clienten in het onrechtvaardige gevecht voor bestaansrecht tegenover vastgeroeste systemen, zowel sociaal als juridisch. Met bijzonder ontroerende resultaten.

Alle delen van mij kon ik inzetten op deze laatste rijke en zingevende werkomgeving: de puzzelaar, de pitbul, de empatische, de uitdager, de strateeg, de netwerker, de outoftheboxer, de leergierige, de nieuwsgierige, de onderzoeker, de creatieveling, de delegeerder, de uitvoerder, de strenge, de zachte, de kapitein met overzicht, de miereneuker op details, de initiatiefnemer, de ontdekker, de observeerder en de verbinder.

En ik vergat hersteltijd voor mezelf. Niet efficient, niet mogelijk door onderbezetting, niet nodig want ik krijg energie hiervan, geen optie want er hangt een leven van af. Uiteraard plande ik vakanties, saunadagen, leesuurtjes. Gepland. Niet afgestemd op wat ik  nodig had. Geen herstéltijd dus.

Na deze intense jaren overviel mij een neurologische ziekte  met onder andere een virus en een ernstige evenwichtstoornis en problemen met zicht, gehoor en rechtop zijn en viel ik compleet uit. Na veel westerse artsen en behandelingen met te weinig resultaat, voelde ik dat een echte ommekeer nodig was. Een nieuwe balans.
Een onverwacht telefoontje wees ons richting India en vreemd genoeg voelde ik direct een JA in mijn buik.

Zo zaterdag we vier maanden later moedig en vol vertrouwen als gezin in het vliegtuig om een jaar in India te wonen.

Yogatherapie en Ayurvedische therapie ondersteunden mijn herstel naast systemisch kijken en de rollator kon ik achterlaten en de kinderen na twee jaar weer zelf naar schoolbrengen. (lees hier meer over dit deel van mijn verhaal in het Engels).

Voldoende hersteld werd ik naast ervaringsdeskundige ook professioneel opgeleid in deze oude wijsheden in het land van oorsprong en mocht ik via workshops en trainingen doorgeven aan docenten in India.

Wat gaaf, maar hoe nam je die stap vanuit je gesettelde leven?

Uiteraard werden vooraf allerlei bezwaren op ons afgevuurd. Door onze persoonlijke omgeving (wat doen jullie de kinderen aan om hen weg te halen uit hun veiligheid en vrienden, naar een vies land), door onze eigen gedachten overtuigingen en angsten (wat als..) en door de maatschappij (leerplicht, koophuis, werk).

Het omarmen van die veelheid, daarbij blijven, voelen. Elke emotie laten bestaan, maar inhoudelijk niet voor waar aannemen. Ook de bijhorende gedachten niet. Want je kan altijd kiezen.

Mijn lichaam sprak nog steeds de wijze wetende Ja en ik bleef naast al bovenstaande, óók in verbinding met intuïtieve impulsen, mijn innerlijke koers en diepe verlangens. De opleidingen tot systemisch opsteller en mijn persoonlijke yogapractice hebben dit mede geborgd.

Daarnaast was het niet alleen mijn keuze, maar ook die van mijn echtgeliefde en onze kinderen. We voelden allemaal die ‘ja’ diep van binnen en besloten te onderzoeken hoe we de richtingen bij elkaar konden brengen.

‘We doen alsof het al zo is, dat we voor een jaar naar India gaan’.

Dat hebben we neer gezet. En daarmee bleken alle praktische, emotionele en mentale dingen magisch op de plek te vallen. De reis was al wonderbaarlijk voordat we uberhaupt met het vliegtuig vertrokken waren!

Het jaar in India was veel meer dan we ooit konden hopen. We voelden ons door de levensrivier als vanzelf voortgestuwd en gedragen in avontuur en verwondering.

“Wat wil het leven van en voor mij?”
Deze vraag opent deurtjes waarvan je niet wist dat ze bestonden.. give it a go!

Mijn weg met (hoog)sensitiviteit en begaafdheid

Na de dood van mijn geliefde 18 jaar terug, rouwde ik rauw. En kreeg ik een boek over hooggevoeligheid dat me nogal raakte, net als het boek ‘het drama van het begaafde kind’. Door de maatschappelijke ontwikkelingen rondom dat thema de jaren erna, en de invalshoek van ellende wat in die hoek vaak besproken werd, bleef ik er liever van weg, en wilde mezelf zeker niet zien als hoogsensitief, hoogbegaafd of iets wat daarop leek.

Toen ik moeder werd 11 jaar geleden, observeerde ik ons kind aandachtig. En zij observeerde mij, vanaf dag 1 op een manier die de kraamverzorgster nogal opviel. En dat bleef. Haar snelheid en openheid in ontwikkeling (lopen, klimmen, praten, schrijven) bestond naast haar vertraging in sociaal wenselijk reageren en de manier waarop ze tijd nam voor een veelheid aan onderwerpen. Haar genuanceerdheid, empathie en nieuwsgierige interesse in grote leventhema’s zoals oorlog en dood vanaf haar tweede levensjaar vielen op. Ik deed een opleiding ontwikkelingspsychologie en bestudeerde allerlei opvoedingsvisies.

Hoogsensitiviteit kwam weer in beeld. Ondanks mijn allergie voor de term. Om dit wonderschone mensje te laten zijn wie ze is, paste het niet om die sensitiviteit maar onder te schoffelen. Het was namelijk een prachtige eigenschap. Na de geboorte van een tweede wondelijk sensitief meisje met enorme energie, was het onvermijdelijk om ook mijn eigen sensitiviteit aan te kijken.

Op neurodiversiteitstocht

Door een artikel van Elke van Hoof en daarna de bijzondere verdieping van Xandra van Hooff, destijds van Gave Mensen, heb ik hoogsensitiviteit volledig (cognitief, wetenschappelijk en doorleefd) bekeken en omarmd, via de opleiding ‘Psychologie van Hoogsensitiviteit’, met ook de link naar hoogbegaafdheid.

Intussen had ik ook opleidingen afgerond tot NLP practitioner, kindercoach en tot systemisch jeugd -en gezinscoach, yogadocent en in Embodiment.

Daarin zocht ik hoogsensitiviteit, begaafdheid, trauma, overprikkeling, emotionele intensiteit, stress tot in de donkere holletjes van mijzelf, de samenleving en de theorie op. Het was verrijkend, verdiepend en tegelijk ook in hokjes.

De menselijke werking

Daarom besloot ik het relatief los te laten Want uiteindelijk ben ik gewoon een mooi mens. En wil ik een ander mooi mens, jou, leren kennen als mens. En je inspireren om je eigen menselijke werking te leren kennen en de inhoud minder serieus te nemen. Waardoor je meer vrijuit kan leven.

Dus zoek je een reisbegeleider die de neurodiverse tocht zelf belichaamd heeft, ruime kennis heeft van de theorie én daaraan voorbij ook steeds het leven via het lijf ontmoet en jou daarin wil uitdagen? Pick me 😉

Ps.

Enkele jaren fastforward, blijkt dat in het schoolsysteem (Po en Vo) je veel zonder officiële labels kan bereiken, door in relatie te blijven. Met je kind. Met je lijf. Met docenten en schoolleiding. Door je kind voor te leven en te steunen de relatie met het lichaam te exploreren en die met de eigen keuzes, leraren en verlangens. En soms is er per se een papiertje nodig, wat onze kinderen niet definieert, maar slechts een deel van het systeem opent.

Herstel, gezond en well – part 1: Hoe voelt ontspannen?

 29 juli 2017

“You need to relax and be happy” is het advies van de arts bij mijn eerste bezoek aan hem op de campus. Ik glimlach en vind zelf dat ik dat niet slecht deed, ondanks de ziekte die anderhalf jaar geleden op mijn pad kwam.  Ik voelde me vaak dankbaar en gelukkig. Met de innerlijke groeiprocessen, de moestuintjes van ah die ons lekkere groenten opleverde, de lieve mensen om ons heen en Jana, Isha en Tim natuurlijk.

Gemist en geleegd

Ja, ik miste mijn zingevende werk en was ik daar in mijn hoofd af en toe (teveel) mee bezig. Daarnaast moest ik door flinke interne obstakels heen om hulp echt aan te kunnen nemen en geen lijstjes aan te leggen wat ik voor iedereen terug kon doen: die de kinderen van school thuis bracht, me vervoer aanbood, of voor ons kookte. Het was een weg om het gevoel dat anderen misschien wel dachten dat ik me aanstelde, of een profiteur was, er te laten zijn, zonder er steeds naar te handelen (anderen zeiden juist dat het nu tijd was om eens t ontvangen ipv te geven, so it was all in my head).

En ik miste het om een ‘gewone’ dag te hebben: lekker op pad met het gezin, te wandelen of fietsen, mensen te ontmoeten en dan ’s avonds na het eten nog iets gezelligs te doen. Of te reizen, op de manier die wij omarmen: ontdekken, go with the flow en trekken.

Het was tegengesteld nu: veel plannen, vooral om de lege ruimte te bewaken. De stilte-tijd. Liggen. Mijn lichaam reageerde heftig als dat er te weinig was: braken, enorme pijn, extra duizelingen, uitputting, waziger zien en verergerde tinnitus. Of gescheurde knieband, gescheurde meniscus, hielspoor en achillespees-ontsteking. Met bijhorende vele artsen. Het was rusten omdat het niet anders kon.  Ware ontspanning was er eigenlijk niet bij.

Hormonaal herstel

Dus ja, wat de arts zei, is wat mijn lichaam zegt: er is inhaalwerk te doen, na vele jaren zonder voldoende hersteltijd, want alles was leuk en belangrijk. Ik heb nog een ontdekkingsreis te gaan, hoe ‘relaxed’ nou echt voelt. Zó dat mijn lijf gaat herstellen. Een arts in Nederland had het al genoemd, ‘dat even een uurtje of twee voor mezelf inplannen niet werkt, dat het hele ‘inplannen’ niet de ontspanning brengt die nodig is om mijn herstelhormonen te laten werken. Het volledige niets-hoeven, geen break in de to-do lijst, maar van binnen in volkomen rust aankomen. Dan pas is mijn lijf -in de huidige toestand- in staat om de juiste stoffen en juiste hoeveelheid aan te maken.

Stort ter aarde

Ik denk terug aan mijn eerste savasana, de dodemanshouding, tijdens de eerste yogales enkele jaren terug. Na flinke inspanning, plat op de grond in savasana, de houding van volledig loslaten. Mijn lichaam liet me tijdens die eerste les weten: ja! Dit is wat ik gemist hebt! En in alle yoga lessen die gevolgd zijn later, is dat een van de belangrijkste leerpunten geweest, ‘collapse tot the floor, totally relax’ bleef de yogateacher herhalen. Het lukt me langzaam aan. Het gaat als een stroom door mijn hele lichaam als het er is. So, collapse to recover.

Doe de helft

Maar nu dus, hier in India, een volgende fase. Het eerste wat de arts zei was, na niet meer dan 5 minuten met me gesproken te hebben en 3 minuten elke pols te hebben gevoeld: “leer je verantwoordelijkheidsgevoel los te laten”. Dus, mochten mensen om me heen merken dat ik afspraken of papieren vergeet, minder oplettend of attent ben: doktersadvies 🙂

Zonder gekheid, dat is wel precies wat deze ziekte onder meer veroorzaakte: ik stond afgelopen jaar geregeld bij verkeerde ziekenhuizen, zonder de juiste papieren bij de gemeente, vergat vaker afspraken of speciale momenten. Dus ook mijn lijf vertelde me dat het wel een tandje minder mocht. De bedrijfsarts was juist verrast hoeveel papieren ik al voor haar meegenomen had. Daaruit bleek volgens mijn geliefde opnieuw dat als ik de helft doe van wat ik normaal deed, het nog steeds ruimschoots is.

Hier in India kan ik die vaardigheid vast naar de next level tillen door wat meer te leven met de Indian Standard Time (hierover in een volgend blog).

Niet-weten: middel, doel of state of mind?

Het ruime jaar van uitzoeken, willen weten en samen met artsen plannen maken heeft wel wat opgeleverd, maar de ziekte liet me nog niet los. Ik was al een tijd vertrouwd met het niet-weten, kon het gebruiken om vragen te stellen, er gefrustreerd om zijn, of het juist laten. Maar ik was er continu bewust van. Tijdens mijn opleiding tot opsteller leerde ik vanuit het lege midden te werken. Het niet-weten actief doorstaan, om intuïtieve impulsen beter op te merken. Daar heb ik helende bewegingen gemaakt rondom ziekte en oude patronen, ook daarover later meer, die ik nu in praktijk kan toepassen. Hier in India, land van uitersten, komen mijn polariteiten vast samen. En tijdens de yogalessen die deel zijn van mijn herstelprogramma, is Savasana een vast onderdeel. Laat die herstelhormonen maar komen!

Bij de arts hier vergat ik de eerste keer – geheel tegen mijn gewoonte in – te vragen waar de ayurvedische medicatie die ik innam voor diende en hij legde niets uit. Ik ontdekte het pas, toen Tim er naar vroeg. Best relaxed, niet (altijd) te realiseren dat ik iets niet-weet 🙂

 

Goed of niet goed, that’s the question

‘Goed zo!!’ Zes maanden oud stopt ze zelf de lepel met het banaankiwi mengsel in haar mond. Reken maar, reden tot feest! Reuze knap! Hand-oogcoördinatie enzo. Dus enthousiaste ouders en opa en oma. Nog maar een keer: ‘goed zo!’ ‘Wow, geweldig meisje!’

Onze inimienie stopt met eten van haar fruit en kijkt met interesse naar de wild enthousiaste mensen om haar heen. Daar gebeurt iets heel bijzonders. Daar wil ze meer van weten.

Ik zie dat we haar in feite afleiden van waar het om ging. Haar ontdekking. Eten. We trekken haar aandacht van binnen naar buiten.

Zeg ik wat ik bedoel?
In het eerste jaar na haar geboorte werden we verrast hoe vaak wijzelf en de wereld om ons heen ‘goed zo!’ zei. En daarmee een, soms subtiel, oordeel gaven aan een situatie en aan ons meisje. ‘Als ze niet dat specifieke gedrag laat zien, is het dan niet goed?’ vroeg ik me af.

Later herkennen we ‘goed zo’ regelmatig als een automatisme, dat zonder verbinding aan een onderwerp gebruikt wordt. Een kind laat iets zien aan een volwassene. ‘Kijk, wat ik gemaakt heb!’ en haast zonder op te kijken van het gesprek, iphone of de afwas: ‘goed zo schatje, ga maar lekker door.’

Dus lief en ik aan de slag, dat was nog een heel karwei kan ik je vertellen. Om bewust te worden op al onze goed zo’s, en ze te vervangen door oordeelloos aandacht aan het moment. ‘Zo, een toren met rood en blauw. Vind je het leuk om te bouwen?’ ‘Ik vind het spannend om er nog een blokje op te leggen. En jij?’

Maar ‘goed zo’ of ‘knap!’ met bijhorende beloningsstickers, veel complimenten of een toetje voor een leeg bord, bleken niet nodig. Kindlief ontdekte graag en vlot. Of dat nou eten, zindelijk worden, klimmen of tekenen was. Midden in de tripple P periode, met volop complimenten stimuleren, lachten we bij het consultatiebureau met de ervaren verpleegkundige gelukkig om de tegenstelling. Ze zag hoe het ook werkte en stond naast ons.

Vragen en onderzoek naar motivatie
Want we deden ook veel wel en zeven jaar later nog steeds. We zijn aanwezig en verbonden. Stellen vragen bij een (on)opgeloste ruzie, schoolproject, of hoog leesniveau: wat maakte dat je koos om ..?

Er is inmiddels veel onderzoek dat aantoont dat zelfs heel jonge kinderen, baby’s, al weten wat goed of slecht is. Ze hebben ons ‘goed zo’ hiervoor niet nodig. Sterker nog, het maakt ze meer afhankelijk van iets buiten henzelf. Net als straffen maakt ook belonen dat een deel van de intrinsieke motivatie van kinderen verloren gaat. Ze worden onzeker als complimenten uitblijven, wat bij het ouder worden vaker zal gebeuren.

Wat zijn de alternatieven?
Bedank je kind, dan voelt het zich gewaardeerd. ‘Dankjewel dat je je pyjama zelf al aangedaan hebt/broodtrommel voor school zelf klaargemaakt hebt!’
Zeg wat je ziet en stel daarna eventueel vragen. ‘Ik zie je ogen stralen bij je tekening/project! Kun je er iets over vertellen?’
Noem ook wat iets met jou doet. ‘Ik ben blij dat je de schoenen opgeruimd hebt, dan struikel ik niet.’
Vertel dat je het mooi vindt te zien hoe je kind iets probeert en ben samen blij als iets wat lastig leek, toch lukt.

Natuurlijk helpen ook alle knuffels en ik-hou-van-je’s mee aan de ontwikkeling van een gezond zelfbeeld en intrinsieke motivatie. En, dan tot slot de lastigste misschien, zeg soms niets. Geef je kind de ruimte in zijn eigen wereldje te vertoeven. Verstoor het daarin niet. Wil niet alles zien. Neem een kop koffie en zelf ook een rustmoment en geniet.

‘Mag ik dan nooit meer ‘goed zo!’ zeggen?’ vroeg iemand bezorgd. Natuurlijk wel. Hou het speels. Tel voor de grap gewoon eens hoe vaak je het zegt. Vraag je af wat maakt dat je het zegt. En maak er af en toe voor jezelf een spelletje van om alternatieven te gebruiken. Zonder rigide het woord te vermijden.

Goed toch?

De yoga smile

And, when you experience difficulty, you smile

Zijn het de trage woorden of de balans van de spreker waardoor de zin dagelijks bij me terugkomt?
Niet vloeiend in nette ‘London-‘ of ontspannen Australische uitspraak, maar in het typische accent van India,  elke lettergreep mag er uit-ge-breid zijn. De brenger van deze zin is mijn yoga docent.

Yoga kwam als wens in uitvoering in mijn leven op mijn veertigste levensjaar. Een cadeautje van manlief. Op dat moment voer het levensbootje op enigszins roerige zee. Samen maakten we onze eerste yogales mee. Pittige oefeningen in hoog tempo, afgewisseld met diepe ontspanning in ‘savasana‘, de dodemanshouding. Naast elkaar beleefden we een moment dat in ons allebei een verandering markeert. Het was vooral het ritme waarop mijn lijf reageerde. Dit ontbrak mij!

Na proeflessen bij vele docenten, kwam ik yogatechnisch thuis bij leermeester Ankan, uit India. Hij helpt je in no time in je eigen ritme. Wat ik tegenkom zijn dan ook uitdagingen, soepelheid en onzichtbare patronen die míj eigen zijn. Afkijken bij mijn buurman is zinloos. Sterker nog, belemmert me.

Well being: gezond in verbinding met lijf en ontwikkeling

Juiste houdingen (asana’s) versterken de flexibiliteit van spieren, banden en gewrichten. Yoga stelt daarnaast de gezondheid van de wervelkolom centraal. Dat voorkomt bezoekjes aan fysio en chiropractie. Langzaam en bewust uitgevoerde asana’s brengen een gevoel van algehele gezondheid mee. Zelfs wanneer je in een ongezondere toestand verkeert. En dat voorkomt somberheid. Dat kan ik uit eigen ervaring onderschrijven nu met duizelingen, pijn en slecht zicht.

Yoga staat voor meer dan oefeningen en een fysieke gezondheid. In de loop van de tijd ontdek ik de theorie van het achtvoudige yogapad. Het gaat in de eerste stap om vijf onthoudingen (yama): van geweld, leugens, stelen, losbandigheid en bezitzucht. En in stap twee de waarden (niyama): reinheid, tevredenheid, soberheid, introspectie en overgave. Alleen al door ze hier achter elkaar op te schrijven, kom ik in een juichstemming. Ja! Hier kan ik bijdragen. Kunnen wij allemaal bijdragen.

De aanslag in Brussel, geweldloosheid en naar binnen gaan

Ik streef (en slaag lang niet altijd) naar geweldloze communicatie. Met lief, dochters, anderen. Op een dag als vandaag*, na Boko Haram in Nigeria, IS in Parijs, Turkije en nu dan Brussel, is mijn behoefte aan geweldloosheid nog groter. Gezamenlijk kunnen we hiermee de drama’s in de wereld meedragen en mogelijk zelfs doen afnemen. Hoe vaak ik ook idealistisch genoemd ben, het blijft mijn richting. Klein beginnen met je persoonlijke stappen die effect hebben op onze directe omgeving.

Ik heb momenteel een gevarieerd pallet van aandachtspunten. Overgave, aan delen van mezelf en anderen, aan situaties die niet zijn zoals ik ze wil en waarmee ik toch verder moet. Tevredenheid helpt om te gaan met beperkingen zoals uitputting of lopen met rollator. Meer soberheid als gezinsrichting leidt heerlijk weg van overbodige materie en levert tijd en ruimte op. En de vijfde stap van het achtvoudige pad, aandacht naar binnen in plaats van via de zintuigen naar buiten. Een oefening die mijn alerte hardwerkende deel tot rust brengt en ik de kinderen kan voorleven.

De yogaglimlach in het dagelijkse leven

Het dagelijkse beweegt mee in yogahoudingen en ademhaling. Bij pijn helpt de uitademing om meer bewust te zijn. Probeer maar eens, zonder interpretatie bij pijnpunten blijven, terwijl je uitademt. De opgetrokken mondhoeken zijn geen weglachen en zijn wars van positivisme. Het is het doorbreken van ‘door de pijn heen moeten’, of de afkeer. Het is een puur aanwezig zijn. Op de inademing haal je aandacht en zorg naar binnen. Vrijwel altijd na enkele glimlachende ademhalingen in dezelfde houding, of levenssituatie, ontdek je ergens een spanning die nog los te laten is. Pijn neemt af.

En pijn blijft. Maar zodra de passend trage zin door mijn hoofd gaat en ik de glimlach voel, kan ik meer aan. Pijn observerend, terwijl ik met mijn voorhoofd op mijn knie lig, mijn handen om een voet. Of terwijl ik door de huidige ziekte de kinderen niet van school kan halen, in een gesprek zit waarin ik me niet gehoord voel of als er gruwelijk nieuws is. Doordat ik het beter aankan, sta ik steviger met de waarden die ik graag doorgeef op aarde en kan ik uitreiken om te helpen.

Yoga was in ons geval natuurlijk niet de enige hulpbron in een periode op wilder water. En in mijn huidige gezondheidssituatie zijn er naast yoga, artsen, rust, rituelen en behandelaren. Zelfs zonder direct het hele yogapakket op te pakken, steunt het pad en de ademhaling. En die glimlach zodra iets moeilijk voelt, heeft een magische werking. Gewoon als een klein ritueeltje voor jezelf. And, when you ex-pe-re-ience dif-fi-cul-ty, you smile. Give it a try.

 

* 22 maart 2016 na de aanslag schreef ik het eerste concept

 

Ritueeltje vooraf doorbreekt vurige momenten later

‘Ik wil niet meer met jou in een huis wonen!! Ik wil met papa en zus bij oma gaan wonen!’

Dochter werd vorige week 5 en schreeuwt me deze woorden toe, terwijl ik in de keuken ontbijt sta te maken. Vlak ervoor negeer ik drie keer een zeurderige vraag waarom ze iets niet nu krijgt. Bij keer vier word ik boos en doe haar onaardig na.

Ik voel een onredelijke en niet situationeel gerechtvaardigde woede in me. Dat spreek ik uit naar lief, die naast me staat. Deze boosheid heeft niet met haar te maken. Het triggert iets. Een zin van vroeger komt op: ‘bang dat je iets tekort komt?!’. Het lijkt me over te nemen en het sarcasme is al uit mijn mond voordat ik het doorheb.

Dochter voelt dus terecht aan dat er iets niet klopt. Dat weet ze alleen zelf niet. Ze gaat na mijn onredelijke reactie op haar bureaustoel zitten, de knieën opgetrokken en schreeuwt bovenstaande woorden. Huilend zit ze daar. Woedend. Voelt zich onrechtvaardig behandelt.

Lief en ik kijken elkaar aan. Diepe rust in mij – tot mijn verbazing. Hij vraagt ‘doet dat geen pijn?’. En nee, ik voel geen pijn van afwijzing (en geloof me, in gevoel van afwijzing ben ik master), maar haar behoefte. Zoiets zeg ik ook, terwijl dochter nog eens gilt dat ze niet meer bij me wil wonen. Lief zegt ‘dat zijn oude woorden’.

Ik laat het ontbijt voor wat het is en loop naar mijn kleine woedende meisje, til haar in opgevouwde vorm op en neem haar op schoot op de bank. Ik vraag van tientallen dingen of ze die niet zal missen zonder mij. Op alles zegt ze met harde boze stem ‘nee!’ en dat ze dat niet meer samen wil.

Ik hou twee armen om haar en haar boosheid heen.

Dan vraag ik naar ons avondzinnetje. Een ritueeltje tussen mama en dochter sinds ze kan praten. Ik zeg dan ‘ik hou van jou de zon rond’ en zij antwoordt met allerlei mooie liefdesverklaringen. ‘ik hou van jou de wereld rond, ik hou van jou het licht rond, ik hou van jou feeën en ijsprinsessen rond, ik hou van jou de dood rond’. Geen enkele avond hebben we overgeslagen.

Nu op dit moment dat ze zoveel boosheid voelt dat ze al en half uur niets meer van me weten wil, vraag ik haar: ‘En wil je ook nooit meer samen zeggen ‘ik hou van jou de zon rond’?’. Boos reageert ze: ‘ja, alleen dat wil ik wel met jou!’. Ik glimlach. Langzaam ontspant haar afwerende lichaam. Ik leg uit dat ik de situatie eerder moeilijk vond, niet fijn reageerde en haar pijn zie. Na even slaat ze haar armen om me heen, klemt zich vast en huilt de longen uit haar lieve lijfje. Ze zegt dat ze toch met mij in huis wil wonen. We knuffelen en haar uitstraling en gedrag zijn weer zacht.

Ik verbaas me over de schoonheid van ons alledaagse ritueel van herhaald uitgesproken verbondenheid. Het raakt voorbij de razende woede. Het helpt haar herinneren dat er meer is dan die emotie en opent haar. We gaan over tot de orde van de dag.

De volgende ochtend als ik wakker wordt, staat onze vijfjarige schoonheid naast me ‘sorry mama, dat ik gister zei dat ik niet meer met jou wil wonen.’

Vrijwel elk kind heeft haar uitbarstingen. En als ouder kun je maar wat geraakt zijn, geïrriteerd of ronduit boos. Hoe verbind jij je met jezelf als je kind uitbarst? En welke dagelijkse rituelen helpen jou de verbinding met je kind te herstellen?

Van gedoe naar steun: dankbaar zijn

Dankbaarheid, het is zo´n groot woord, met enigszins geitenwollensokken luchtje. Sinds enkele jaren is er ook een hype op het woord in de coach- en hipsterwereld. Overal op internet zie ik dankbaarheid-dagboekjes en op social media golfbewegingen van mensen die via een challenge oproepen tot of gewoon persoonlijk enkele dagen delen waar ze dankbaar voor zijn. Niet elke hype is taboe en ik deed mee. Wekenlang beschreef ik waarvoor ik dank voelde opkomen. Meestal had ik als mens en moeder aan 3 voorbeelden per dag niet genoeg. Ik duik eens in de theorie.

Dankbaarheid voor rust via hormonen

Neurotransmitters Dopamine en serotonine krijgen een boost bij dankbare gevoelens (denk Prozac en antidepressiva) en het stresshormoon Cortisol daalt al bij het bedanken van iemand.  Dr Murali Doraiswamy beschreef dat dankbaarheid een positief effect heeft op elk belangrijk orgaan in ons lijf. Zorg wel dat je een oprechte dankbaarheid vóelt, anders werkt het niet. Vooruit meteen een nuance, uit onderzoek blijkt dat je niet per se iets hoeft te vinden, de zoektocht naar ‘waar ben ik dankbaar voor?’ helpt ons brein al kalmeren.

In mijn geval was het enigszins een noodgreep. Ik voelde me die periode wat somber en machteloos en kon de oorzaak niet wegnemen. Dankbaarheid als tegengif dus. Het is krachtig om bewust te zijn waar je onderhuids blij van wordt. Weg van gedachten, om momenten met dat diepe gevoel van dankbaarheid te her-inneren.

Schrijven, delen en rust

Dr Stephen Toepfer (Kent State University) liet een groep personen meerdere dankbrieven schrijven aan anderen. De opdracht was een positieve expressieve brief met enig inzicht & reflectie en veel waardering of dankbaarheid. Deze schrijvers voelden zich na elke brief beter.

We doen met z’n allen heel wat de dure cursussen, retreats en coachingsessies ten behoeve van gezondheid en meer geluk. Aan de andere kant vegen we alledaagse dingen, die ons uit een belemmerende emotie kunnen wippen, als kruimels van tafel. Met drukke werkschema’s, opvoedingsstress en het opeisen van tijd voor onszelf, lijkt irritatie, somberheid of het  ‘maar doorgaan’  lekker aan ons te plakken. Dankbaarheid is iets waar we tijd voor moeten hebben. Of niet?

Het doel van dr Toepfer was iets simpels te vinden dat mensen kunnen doen om zich gelukkiger te voelen. En hij kwam met een mooie combinatie van expressief schrijven en dankbaarheid. Iets wat  elke week past. Hij zegt: ‘dankbaarheid is geen strategie, maar een hulpbron’. Een hulpbron die we allemaal ten alle tijden kunnen inroepen, zonder dat we een ander of veel tijd ter beschikking hebben.

Tegenwoordig concretiseer ik in mijn bullet-journal elke avond mijn dankbare gevoel in een paar kernwoorden. Elke maand schijf ik een dankbaarheidskaart aan iemand. Het schrijvend naar buiten brengen werkt inderdaad ook naar binnen toe. Het brengt meer rust en een tevreden gevoel.

En, een mooie bijkomstigheid, doordat ik me dankbaar beter voel, is het net of ik meer tijd heb in mijn werkende-moederbestaan.  Dat kun jij misschien ook gebruiken. Pak de kans meteen: zet je hart open, voel het stromen. Ga daarna 15 minuten zitten om een brief vol gevoelde waardering te schrijven aan de eerste persoon die in je opkomt.  

Help je kind overgaan naar een nieuwe klas

‘Je was de allerliefste juf voor mij. Ik hoop dat je nog veel andere kinderen kan helpen.’

Voor de derde keer werken dochter van 7 en ik samen aan de dromenvanger die ze als afscheid wil maken voor haar juf. Op een van de dromenkaartjes die ze heeft geknipt, schrijft ze bovenstaande.

De afgelopen twee jaar hebben ze samen een mooie reis gemaakt, juf en dochter. En over een week nemen ze afscheid. Ze gaat naar groep 5.

Tijdens het knutselen en knopen praten we over de bijzondere momenten in de groep en met de juf. Ze merkt op hoe anders ze er nu in staat dan bij het overgaan naar groep 3. ‘Ik vind het nu niet zo spannend. Toen ik net in groep 3 zat voelde ik me soms zo verlegen. Nu voel ik dat niet meer. En was ik tijdens het oefenen bij de nieuwe juf ook niet verlegen.’ Ik knik.

De afgelopen jaren kwam ze vollediger op school. Het takenpakket deed ze vanaf de start prima en met juf en de meidengroep had ze het fijn. De uitdaging was zich minder aan te passen aan wat ze als sociaal wenselijk inschatte, en haar eigen behoefte te laten zien op school. Dat leerde ze op verschillende manieren met steun van ons en de juf.*  Laatst vroeg ze dapper – dankzij het nieuwe vertrouwen op haar wensen – aan haar juf of deze met haar wilde dansen bij een choreografiewedstrijd. De juf zei ja en ze dansten samen. Wij als ouders keken ontroerd toe om wat daar samenviel. Ik schrijf op een kaartje voor de dromenvanger: ‘Dankjewel voor ons contact rondom dochter. Je hebt haar echt gezien. Dat je dat nog maar voor veel kinderen mag betekenen!’.

Tijd voor terugblikken biedt ruimte aan de toekomst 

Het is niet zomaar dat ik ons kind vroeg wat ze voor het afscheid van de juf wilde maken. Niet kopen en geven. Máken. Door de tijd die we hier samen aan besteden, maken we een cirkel rond. Het is een ritueel van afscheid en overgang naar het nieuwe.

Tijd en aandacht voor de afgelopen twee jaar, haar ontwikkeling, de leuke groep kinderen die nu uit elkaar gaat en de bijzondere band met haar juf. Tijdens het knutselen komen haar gevoelens en gedachten vanzelf los om met me te delen. Ik hoor nieuwe dingen en het versterkt onze band.

Daarnaast is het schrijven op de kaartjes natuurlijk een leuk cadeau voor deze lieve juf, maar ook een ordening in het hoofd van onze dochter. Woorden vinden voor: Wat gaat er in mij om? Wat voel ik? Wat wil ik nog?  ‘Ik vind het jammer dat ik wegga en ik wens dat we elkaar nog vaak zien’ bijvoorbeeld.

Zo’n simpel ritueel verbindt het verleden, heden en de toekomst. Het mooie en het minder fijne passeert en krijgt een plek via de (knutsel- en schrijf)handelingen. Door de emoties nu te voelen en er iets mee te doen, kan ze daarna van een afstandje kijken.  Zo komt er meer ruimte voor de toekomst en nieuwe mensen. Na het schrijven van het ‘allerliefste juf’- kaartje, zegt ze spontaan:  ‘Ik vind haar de allerliefste juf die ik ken nu. Maar weet je? Ik ben wel benieuwd wie ik de allerliefste zal vinden als ik in groep 8 zit en terug kijk.’ We maken de dromenvanger af. Ze heeft zin in komend schooljaar en zou het liefst de hele vakantie maar overslaan.

Voor vrijwel elk kind is het wennen aan een nieuwe meester of juf. De oude wordt gemist, dankbaar achtergelaten of verwenst. Hoe heeft jouw kind de overgang ervaren? Tijd voor winterse reflectie om daarna vooruit te plannen. Hoe wil jij je kind begeleiden door het volgende overgangsmoment?

Welkom in de wereld van rituelen voor ontwikkeling

De toekomst hangt af van wat je nu aan het doen bent 

- Ghandi

Welkom op de website!
Hier wordt gewerkt aan een grandioos inspiratieveld voor ouders. Om in de dagelijkse hektiek van werk, kinderen en de sociale overload, vanuit rust te kunnen handelen. Oude en hedendaagse wijsheden van over de hele wereld, gecombineerd met de wetenschap hoe ons brein werkt en de kracht van verhalen en rituelen, helpen je daarbij!

Kom snel weer, dan staan de eerste inspiratie blogs en afbeeldingen online.

 

‘Een ritueel, wat is dat?’, vroeg de Kleine Prins.
‘Dat is iets dat veel te vaak vergeten wordt’, zei de Vos.
‘Het is dat wat de ene dag anders maakt dan de andere dag. Het ene uur heel verschillend van de andere uren.’

– De Kleine Prins