Reisagent voor avontuurlijke levenskracht. Beweeg, adem, speel en deel je vrij

Tag: ander brein (pagina 1 van 1)

Schaamte in opvoeding en verbinding

“Ik zou maar stoppen met huilen, want je ziet er lelijk uit zo en als we buiten lopen, ziet iedereen dat. Of misschien blijft je gezicht wel zo staan. Dat wil je niet hè?”

Dit zei een oppas tegen een kind van 5 dat haar ouders miste en daarom verdrietig was.

Het was onze dochter, die dit later verontwaardigd met ons deelde.

Serieus, mijn broek zakte af en de boosheid en verbazing spoot bijna uit mijn oren en die ’oppas’ heeft uiteraard nooit meer op onze kinderen gepast.

Maar dat parkeerde ik voor later en in dat moment ging ik bij mijn (ook huilend prachtige want zo menselijk) meisje liggen en vroeg door, liet haar praten ‘waarom zou iemand dat zeggen?!’ en we waren samen bij de emoties die kwamen en gingen.

En vooral wilde ik haar laten voelen in mijn armen dat ze veilig was, ook met de afwijzing van verdriet en de boosheid en haar emotie daarbij. Precies goed zoals ze is, met ruimte voor ontlading. En we schudden samen met onze armen om de spanning van het stresssysteem (dat heel gezond reageerde op deze ongezonde omstandigheid) de ruimte te geven weer te veranderen.

Natuurlijk snapte ik dat die oppas bij voorbaat niet uit was op het pijn doen van een kind. Ze werd getriggerd in haar eigen schaamte, dat ze met een huilend kind over straat zou moeten en wat zouden anderen daar wel niet van denken?

En misschien wel een copy paste van reacties op haar eigen huilen als kind.

Of een uiting van haar verinnerlijkte overtuiging dat verdriet lelijk is en niet hoort in het zicht van anderen.

Maar die verantwoordelijkheid hoort niet bij een kind. Zij hoeft daar geen begrip voor te hebben.

Schaamte oproepen in een ander om jouw (ongezonde) overtuiging uit te leven, je zin te krijgen of je eigen gevoelens van schaamte niet te hoeven voelen, is misbruik, is destructief voor degene die dat moet ondergaan (en voor jezelf!) als dat regelmatig gebeurt.

Zo iemand gaat geloven dan ze innerlijk vast zit en het beperkt een onbevangen levensstroom.

(Enne de oppas is een mooi mens dat zelf misschien ook liefdevolle armen kunnen gebruiken in haar verdriet en/of bevrijdende dansjes waarmee de schaamte kan buitenspelen en oplossen in verbinding)

Nou wil ik met dit verhaal vooral niet suggereren dat schaamte iets slechts is. Ik zou eerder nieuwsgierigheid naar schaamte suggereren. Schaamte is namelijk gezond en helpt jou in de samenleving groeien.

Maar niet als (verinnerlijkte onbewuste) opvoedingstechniek.

En het andere:
Doordat dit moment toen de ruimte kreeg (via het lijf ipv alleen via woorden) heeft het niet bijgedragen aan een overtuiging dat verdriet lelijk is (waarop ze haar gevoel en gedrag zou aanpassen).

Het heeft met vele andere momenten bijgedragen aan een gevoel van verbinding en aanwezigheid. Die haar basis zijn nu 9 jaar later.

Als volwassene (los van dat ik deel van dit verhaal was) geeft het me een ingang naar mijn ervaring. Bij jou misschien ook.

Er zijn vele theorieën over schaamte (bv Brené Brown zegt hier mooie dingen over) maar de grootste inzichten komen via je eigen breinlichaam.

Enjoy the ride én gun jezelf verbinding 💛

You shall not pass en andere magie

Als de ‘ancient demon from another world’ waar zelfs de wijze Gandalf het van verliest. Die ervaring. Dat is de beeldspraak die opkomt bij waar ik doorheen ga, of beter: wat door mij heen gaat.

‘You Shall Not Pass!’, bezweert hij met magie het krachtige wezen dat hen volgt. Hij staat met zijn fragielogende grijze lichaam op tegen een reusachtig monster dat zich donderend en destructief uit het vuur van de diepten laat zien nu en dan. Hij stopt het en houdt het daarmee weg van het reisgezelschap en de grotere missie. Maar zelf laat hij het leven. 

‘Run, you fools!’, spreekt hij zijn beroemde laatste woorden. 

De krochten van de menselijke wereld, vol met ‘wezens’ die ouder zijn, waar jonge menselijke vaardigheden en inzichten niets lijken te doen, ‘van een andere wereld’.

Daar sta ik soms overweldigd door dat zoveel grotere en oudere. Wat is mijn bijdrage? Wat heb ik hiermee te doen? Die vraag is, vanuit een andere oeroude realiteit, eindeloos. Hij is me vertrouwd als rode draad. Soms meer soms minder schurend. En nu (een week in 2019) sinds lange tijd vol in zicht.

En onbespreekbaar in normale taal, het overvalt me en is met de mensen om me heen niet vanzelf deelbaar.

Oh ik doe heus wel pogingen. En direct na de start hoor ik: ‘oh ja, ik heb ook..’ gevolgd door een leedverhaal van de ander, of, al aandachtiger: ‘je overvraagt me’, ‘het is alsof ik al een marathon heb gelopen, en jij net opgewarmd bent’, of meer handsoff: ‘zou je zelf ook niet liever wat minder voelen, zien en denken?’, ‘probeer dit, dan kom je ervan af’.

En dan is het weer terug bij twee: de oude demon uit de andere wereld en ik – het samenraapsel van mijn vele ikken 😉

Inclusief volle aanstaand van mijn stress-systeem, alert, fysieke onrust, vlucht- & vechtneigingen, een zenuwstelsel dat verlamd, emotie, vol gedachten die geloofwaardig zijn en echt aanvoelen (maar niet per se waar zijn), eenzaam. En vooral: hier voelt vrij kiezen, empathie en speelsheid niet mogelijk.

Het is uiteraard het meest zichtbaar in de meest intieme relatie, die met mijn lief. Met daarbij de verleiding om het op de ander, hem, te projecteren of op mezelf. In plaats van op het gebeuren -dat door me heen gaat- zelf. 

Het is groter dan ik, groter dan mijn persoonlijke lijden, groter dan het kleinmenselijke geluk of de moeite. Groter dan de worstelingen tussen ons. Het draagt een collectiviteit in zich en iets uit eerdere generaties, iets collectief menselijk. De wereld is zo gepolariseerd met hevige meningen en die energie vertaalt zich ook in het persoonlijke, tussen mensen, tussen ons. Als het zo stormt en dondert, kost het me grote inspanning om in het stille midden van de orkaan te komen, observeren, vanuit het ‘zwarte gat’ dat het midden is.

Als vele malen eerder in mijn leven zoekt mijn brein naar iemand, iemand die er kan zijn, die hier bij me kan zijn. Iemand voor wie deze krachten die door me heen gaan, geen belasting of bedreiging zijn, die geen oplossing zoekt. Het scant razendsnel ieder die ik ken, op de gave van aanwezig zijn. Ook bij dit. Mijn cortex gaat door in cirkels, wie? En vindt niemand. Ik wil namelijk niet het verhaal of de gebeurtenis vertellen, ik wil aanwezigheid bij wat er nu aan intensiteit is.

Na een eerste wanhoop impuls bij de ‘niemand’, volgt er: He! Maar ja: ik! Mjjn lichaam schreeuwt van overweldiging, ook ik ben overvraagd hier. Hoezo ik dan wel? En ik ken de machteloosheid van die vraag en ook een kiertje licht.

Ja echt: Ik kan aanwezig zijn.

Bij wat is, door me raast.

Na een stil tijdje aanwezig zijn, dondert er ineens een stem als verrassing door me heen:

Stop, you shall not pass! 

Ik glimlach door mijn tranen heen. 

Mijn felt sense geeft beelden, kleuren, sensaties en ik herken. Neem ze aan als expressie de beelden, systemische uitingen. En de erkenning komt van diep. 

Het is een nieuwe laag van wat ik vele malen eerder doorging. Uit mijn eigen vroege ervaringen, maar ook die van de generaties voor me. Het onrecht en de ontkenning van Nederlands-Indië, van de hel uit de jappenkampen en de Birma spoorlijn, van Papa Nieuw Guinea en een redeloze jonge dood. Hoe onverwerkte delen van onze grootouders bij onze ouders kwamen en daarmee bij ons. En hoe daderschap en slachtofferschap in één mens aanwezig is, oorlogsdrama.

De subtaak die ik in elk geval helder heb: deze ancient demon hou ik weg bij de generatie die volgt, bij mijn kinderen.

 ‘You shall not pass’!, donder ik nu hardop mee met die innerlijke stem. 

Kippenvel met lach en ontroering en een weten. Het is geschied.

Punt.

En dan in de voelbare afronding van de intensiteit komt de vraag op:

Wat in mij zal daarbij sterven?

Ik zie Gandalf the Grey weer vallen voor mijn geestesoog. Dat wat sterft zal ruimte maken.

Ik denk aan het uit-eenvallen van Dabrowski. 

Er is overgave aan het krachtige natuurlijke groei-instinct, ook juist via intense emoties. Een doorgang naar een nieuwe ontwikkellaag. 

Nieuwsgierig merk ik in mezelf de vraag op:

Hoe zal ik terugkeren met grotere magie, met Gandalf the White? 

Ineens komt een zin op van een van mijn leraren, arts en yogaleraar (in een lezing over cortex, hypothalamus, hormonen en hogere breinfuncties):

Our brain is made for intuition. This is our potential. Yoga just makes this path clear.

Extra ruimte voor intuïtie, daar reageert mijn lichaam op op vele manieren. Onmiskenbaar een ja.

Het is groei als een ont-wikkelen, afwikkelen: een naderen tot de magische heelheid die altijd was, is, en zal zijn.

Als deze ancient demons mijn brein minder vaak bezig te houden, is er meer energie voor het goddelijk menselijke potentieel Ja, misschien, Maar daar hoef ik niet naar te streven. Dit is onderdeel van de potentie.

En dit was nu. En zal vast ook zijn. In de intensiteit ontdek, speel, schreeuw ik vanuit de krochten, samen met Gandalf. (Thanks man!). Zijn met wat is, zonder het te worden. En na diepe aanwezigheid, verandert en schuift het, zonder wilskracht (als ik tenminste kies om niet mee te gaan met de zuigende herhalende gedachten) en merk ik de andere keuzes in beweging op. En het breekt open:

“I was without thought or time with the stars wandering above me and life came back to me”, zegt Gandalf als hij uitlegt hoe hij doodging als Grijze en terugkwam als Witte tovenaar.

I am with him still. 

Regelmatig vond ik mezelf terug onder de sterren van vele landen en barre innerlijke terreinen en was ik zonder gedachte en tijdloos als het leven weer terugstroomde.

En met het stromende leven kan ik steeds weer een grotere magie ontdekken en laten doorstromen. In ons gezin, familiesysteem en naar de wereld via aanwezigheid.

Ook als er stevige actie en een rauwe keuze nodig is, voor de ander inclusief mijzelf. Dan lijkt de magie weg, maar ze werkt dan alleen tijdelijk ondergronds.

Dan heb ik iets te doen wat ik niet gemakkelijk vind, me uit te spreken waar ik kwetsbaar voel. Te oordelen en te kiezen voor een waarde, ondanks dat anderen het oneens zijn. Uit te reiken, als een neiging opkomt naar zelf-doen, of ‘vertrouwen dat het dan nu niet voor mij..’. Te staan voor iemand (of een minderheid) waar een massa tegen is.

Op vele kleine momenten werd de afgelopen jaren ‘you shall not pass’ als een dans met de demon. Een vrije speelse dans. Een nieuwsgierig magisch ontdekken dat eindeloos doorgaat. In aanwezigheid. Voor de wereld, inclusief jou en mij.

#Modderigespiritualiteit #beinthedoing #moederschap #intensmens #metaphorsweliveby #polyvagaaltheorie #dabrowski #ontwikkeling #zijnskracht #bewustzijn #heel

Grenzen in actie voor levenslust


Speel je vrij (Afstudeer schrijfsel deel 3)

We krijgen allemaal een zwembadbuis. Uh? Zo’n lichtgewicht ding dat je helpt drijven in het water. In tweetallen gaan we een grenzenspel doen.

De een gebruikt zijn drijver als signaal voor de persoonlijke (speel)grens, de ander als slaghout (níet zo-een als op foto 😅) tegen de benen en rug van de eerste persoon. Deze laatste stopt direct als het de eerste de grens laat zien met haar drijver.

Wat vooraf ging (met welke emoties)

Voor mij is het een wat ongelukkig moment. We deden vlak hiervoor een oefening met om te dansen met de bovenbenen, de plek waar volgens uitleg boosheid ervaren kan worden. So far so good.

Maar het blijkt ineens een competitie van 4 deelnemers tegenover publiek dat het hardste applaus voor de beste bovenbeendanser geeft.

Error error erroooorrrr

Worden we beoordeeld op hoe je bovenbeendanst ten opzichte van een ander?
Met error en al dans ik met de bovenbenen, alsnog leuk (het competitieve laat ik nu even, competitiedrang is mij niet vreemd, maar hierbij wel haha) en experimenteer bewegend. Langzaam kom in mijn eigen ritme.

Met pijn in spieren en van een blessure waardoor kramp in mijn bovenbenen schiet. Buiten adem lach en klap ik na 2 minuten mee met het applaus aan de twee winnaars.

Grappige oefening wel ondanks dat het niet mijn favoriet is zo voor publiek, denk ik nog, terwijl mijn bovenbeen spieren enorm trillen en hoor ik de hoofdtrainer (saillant detail: ik was co-trainer..) zeggen tegen de anderen: ‘Monike danste niet met haar bovenbenen, maar met haar rug’.

Uh? Een standje? Ook nog tegen de rest van de groep óver mij? Niet alleen een rare competitie maar ook nog iets wat je fout kan doen? Ik voel het bloed uit mijn gezicht trekken. Die trillende benen helpen niet mee en mijn zenuwstelsel schiet in een wat defensieve houding.

Als boer met kiespijn lach ik, ‘nou, dat is vreemd als mijn bovenbeenspieren pijn doen nu’

Maar de automatische piloot neemt over, ‘ik’ lijk vertrokken, terwijl de zuigende werking van verlamming door mijn zenuwstelsel gaat.

Inmiddels ken ik mijn systeem en besluit ik even tijd te nemen en op mezelf te zijn om bij te komen, mijn spieren te laten ont-trillen en mijn systeem te laten kalmeren.

De verandering

Als ik bijna zit, vraagt de hoofdtrainer of ik de drijver-grensoefening mee wil voordoen. Ik twijfel, voel een lichte nee.

‘Je hoeft alleen maar te staan’.
Ok, dat lukt wel.

Het verlammende gevoel is nog erg aanwezig en de ‘ok’ merk ik op als grotendeels sociaal wenselijk want tja ben toch de co-trainer hè?

Máár: ik merk ook een spoortje nieuwsgierigheid op. Dat is bij mijn systeem vaak begin van signaal veilig op komst 🙂 dus ga ik klaar staan.

Ze begint rustig met op mijn benen slaan en voert dat snel op, omdat ze weet dat ik deze oefening ken. Ik voel nog lang geen grens.

Opeens een klap op mijn rug waar ik van schrik en mijn drijver-grens ineens van omhoog schiet. Ik realiseer me dat het geluid nu ook gaat meespelen in mijn speelgrens, maar vind het nog een hele tijd leuk om te ondergaan.

Ik voel dat ik weer helemaal land in mijn lijf, van de flinke aanraking na de ‘verlamming’ en het ‘vertrek’ van vlak daarvoor. Én dat ik weer in een speelstand kom. Bubbeliger. 👻

Spelen met boosheid

We draaien de rollen om, het is mijn beurt om te slaan. Eerst voorzichtig, maar omdat er geen enkele beweging in haar grens komt, al snel harder. Als ik zo hard sla dat ik met twee benen van de grond spring, gaat haar drijver-grens een flink stuk omhoog en stop ik.

‘Oei, het gaat te ver’, concludeerde een gedachte door me heen.

‘Hé, nu wordt het pas lekker voor me, niet stoppen omdat je dénkt dat ik dat wil, dan ontneem je mijn ultieme plezier!’, roept ze.

Ik kijk naar haar gezicht, stem af of haar woorden kloppen met haar non-verbale expressie en kijk naar haar drijver. Deze laat inderdaad nog een klein stukje speelgrens zien.

Ineens ‘snap’ ik wat ze zegt. Ja, dat stukje! Daar is het grote plezier.

En ik ga met al mijn spierkracht door met de drijver als slaghout. Ik merk op hoe bevrijdend om hiermee tot mijn grens te spelen zeker-wetende dat zij haar eigen grens goed bewaakt.

Dat laatste is noodzaak. Het voelt voor mij onveilig, als zij niet zorgt voor haar eigen grens. En dat geldt omgekeerd ook.

Door het afstemmen en kunnen vertrouwen op de eigen speelgrens van de ander en die van mij, merk ik dat een laag dieper vrij komt. Boosheid kon door me heen stromen, op een krachtige manier, destructieloos en vrij. Heerlijk – levenslust.

Boosheid die nog vrij kwam na het moment hiervóór: mijn zenuwstelsel in standje freeze verandert als vanzelf via deze onstuimige beweging. Ook de bovenbenen zijn uitgetrild en tot rust gekomen, door het wegstromen van overtollige energie.

Doordat mijn systeem alweer van het slot af is, de energie zowel door mij als door mijn speelmaatje heen stroomt, voel ik de verbinding tussen ons weer open stromen. Zonder dat er een woord over ‘uitgepraat’ hoefde te worden.

Wat is ons systeem toch gaaf hè. Dat wat we vaak boos noemen is een enorme levenskracht.

Dankzij afstemmen via heldere (woordenloze!!) grenzen was het veilig om om voluit te genieten en (ervaring) te delen.

En tegelijk was het voor mij persoonlijk een waardevolle ervaring op inter-menselijk vlak rond veilig voelen, oude geraaktheid in ‘klein gemaakt’ (interactie status!) voelen, keuzes, en gelijkwaardigheid en alsnog in verbinding met eigen lijf en elkaar voluit genieten.

Rationele susser

Oh en tja, mijn rationele deel zag achteraf natuurlijk die opmerking ‘ze danste met rug ipv bovenbenen’ als iets kleins, neutraals, waar geen issue van hoeft gemaakt. Iets waar makkelijk overheen gestapt had kunnen worden. Jij als lezer hebt dat misschien ook gedacht. Maar, als ik het had genegeerd had omdat ik er boven wilde staan, of zen wilde overkomen, was de verstarring niet alleen onbewust verder gegaan, maar had ik/wij iets bijzonders gemist.

Deze ervaring reist (net als die eerdere minder vrije) onbewust via mijn zenuwstelsel voor altijd mee als verruiming. Mooi inzichten voor het dagelijkse leven toch? Welke zou jij hier uit halen? 😉

Error error erroooorrrr

#speelmomentuitdeoudedoos #speeljevrij #afstuderenPlayfulness #belichaamdleiderschap #beinthedoing #eigenwijsinevenwicht #zelfcoaching #triggers

20 jaar liefde via rouw

“Ik ga dit niet nog 20 jaar doen, met jouw doodzijn hier blijven”, zei ik in wanhopige tranen.

En vandaag (26 jan 2022) is het dan 20 jaar na het ongeluk. En ik ben hier. Ik ben aanwezig, vol hier en senang met wat het leven door me heen laat gaan. Dat is dus niet altijd zo geweest en is ook niet moeiteloos gegaan.

Tim liep net naast me naar de plek van het ongeluk, de boom, de weg, de symbooltaal, de weg in voor en na, de veilige achterkant. De roos die ik vanmorgen van hem kreeg en we aan de boom gaven, ten leve.

Als ik meevoel met de mij-uit-die-eerste-jaren, kan ik niet anders dan begrijpen dat het ver boven mijn draagkracht ging en wat ik ook gekozen zou hebben, valideren en ruimte geven. En de keuze bleek hier. In liefde, in menselijkheid, in relatie en in eigenheid.

Ik voel dagelijks dankbaarheid in de diepste diepten voor de liefdes om me heen, Tim, Jana, Isha en onze innercirceltribe. En voor naast de horizontale lijn, de diepte en hoogte op de verticale lijn. De bron waar ik via beide lijnen op in kan pluggen, gevoed (nourished) wordt en bezield leef. En immens daarin dankbaar ook voor de oude wijze leraren die in mijn leven zijn. ZIJN. En in ziel- en hartconnectie is Johan.

Het diepe duistere donker waar ik die eerste jaren buikschuivend klauwend door heen ging. Ik krijg er soms nog tranen van als ik terugdenk aan die jaren waarin ik afdaalde in het rauwste rauwe en de diepste eenzaamheid. En steeds weer vond ik daar zijn Liefde. Dat ik ook zó, zo in stukken uiteen gevallen, bestaansrecht had.

Waar de meeste levenden om me heen vonden dat ik door moest, hem moest loslaten, de pijn liever niet wilden zien/horen, ik aan anderen moest denken, moest genieten en niet zo zwaar moest zijn, kon ik in zijn liefde, wél zijn wie ik was, ook in al deze vormen. En was de zin uit een nummer eindeloos vertrouwen “zolang ik je niet verlies, vind ik heus wel mijn weg met jou’. En dat bleek.

In zijn energie ontmoette ik de Liefde in alle immensheid en manifestaties na de dood.

En ik zag hem alle weken, maanden en jaren die volgden hangend in de deuropening met een glimlach kijken naar mij en mijn leven. Of kon ik in wanhoop in de wijdsheid van zijn aanwezigheid wegkruipen, bestaand zoals ik was en ontving ik energie voor herstel. Na tien jaar voelde ik alsof zijn dood opgeheven was. En in een van de zwaarste perioden daarna was hij gewoon nietdood aanwezig.

De afgelopen jaren ben ik onze interactie en dat wat ik voelde en ontving, wat hij gaf, ook in het licht van de polyvagaal theorie gaan zien. Hoe jong hij ook was, hij was voor mij een master co-regulator.

Ik met mijn vele sympathische reacties, strijdend voor recht, intens emotioneel, of in vurige betogen, dat riep vrijwel bij iedereen een sympathische (en dan is er ruzie) of dorsale (en dan was er disconnectie en eenzaamheid) respons op.

Hij bleef in zijn eigen energie en diep betrokken als ik eens iets deelde wat er toe deed. Ik zie me nog met starre snelle bewegingen kleding in de kast leggen, staccato boos pratend over iets pijnlijks. Iets wat ook hem raakte. En ik verwachte stilte en weggaan of een reactie met irritatie toen ik hem vanaf de kast een blik toe wierp. Hij zat op de rand van de bank. Hij keek naar mij met een blik waarin ik niets anders kon lezen dan echtheid en nabijheid. En hij bleef. Ik hoorde hem zeggen toen de stilte me teveel werd: ‘weet je wat ik nu voel? Ik voel buikpijn voor jou’. Al mijn sympathische wapens smolten in die pure aanwezigheid en met zijn armen om me heen waren mijn tranen veilig en helend. (En was in retrospect de staat van mijn zenuwstelsel ventraal-dorsaal geworden.)

Vandaag, net als op vele onverwachte momenten, eer ik zijn leven, de bruisende levende energie die hem kenmerkte en wat hij mij gaf en ik door de jaren heen integreerde. Intregratie to the max in mijn aardse zijn.

Integratie in het leven wat na enkele jaren stroomde richting Tim en de magie die zich toen patsboem kenbaar maakte en in het doorworstelen van grote (inter)menselijke rugzakken en patronen 😅. Tim zei ergens in het begin ‘nu hoef je hem niet meer alleen te dragen’. Die grootsheid. Die warmte. En ook dat veranderde vloeiend weer naar daar waar niets gedragen meer hoefde worden. Naar alleen nog stroom van Leven in Liefde. Hier. En overal. Ik dank en verstil.

20 jaar van voor en na is een.

De eerste keer in de praktijk

Het heeft me de afgelopen jaren veel gebracht, de kennis van de Polyvagaal theorie laten zakken naar wijsheid (lijf). Door ermee te oefenen, ontdekken en spelen, tot op een dag het ‘in the heat of the moment’ beschikbaar bleek.

Ik zie me nog staan, de eerste keer dat ik midden in een ruzie met Tim oude dynamieken en bekende gedachte en daarnaast voelde dat ik zelfs midden in die stress en emotie, een andere keuze had. 

Een heel kleine gaatje

Want er waren ook veel gebruikelijke argumenten in mijn hoofd en gevoel: hij had me genegeerd, daarna harde woorden gezegd en ik was toch geraakt. Logisch dat ik boos wordt en een grens aangeef! En het is ook nog kwetsbaar dat ik me laat zien en uitspreek dat hij me raakt met tranen in de ogen. Kortom: ik heb gelijk om door te gaan tot hij dat snapt. 

Maar ja, die verhalen ken ik wel. En gelijk willen halen (wat we allebei goed kunnen) bouwt niet aan onze relatie. En het is eigenlijk ook voor mezelf oppervlakkig, want niet waar mijn hele breinlichaam behoefte aan heeft (hoewel dat wel zo kan lijken, want dat bij dat ‘gelijk’ krijgen we een dopamineshot wat ons krachtiger en beloond laat voelen). 

Na veel en vaak ontdekken hoe een mens werkt en specifiek mijn eigen zenuwstelsel, is er nu midden in dit automatische zenuwstelsel- en interactiepatroon een gaatje voor een andere keuze. 

Het ongemak van een andere keus uitvoeren

En in plaats van meer argumenten en uitleg, nam ik even tijd om te voelen, via mijn wijze mijn lijf. En vandaar uit deelde ik met hem:

‘mijn zenuwstelsel staat zo aan in dit moment, het heeft tijd nodig zonder praten. Wil je nu alleen een hand op me leggen?’ 

Echt niet gemakkelijk. Want deze verhalen hielpen me vaak prima via gedachten (en daden) als ‘ik los het zelf wel op, dat lukt sowieso’. Of ‘hij weet toch dat dat iets ouds in mijn triggert ‘genegeerd worden‘, zou hij wel rekening mee mogen houden, ik kom gewoon op voor mezelf’.

Kortom: die oude neigingen (verhalen) in me vonden dat er geen andere keuze was, en zeker die laatste vraag te ver gaan: iemand die mij in dit moment niet wil begrijpen, of rekening met me wil houden, zo’n kwetsbare vraag stellen. Ook nog met het risico dat hij ‘nee’ zegt, of het niet wil doen. Ben malle pietje niet.

Toch, dat gaatje was er, ik kon er naar kijken, naar dit hele schouwspel van gedachten, emoties, reacties, interpretaties en zenuwstelsels. 

En ik kon het aan om bovenstaande (en andere) verhalen in mijn hoofd over dit moment, over hem, over ons, niet te geloven en er dus niet op door te denken en voelen.

Het moment delen ipv uit de verhalen laat levensenergie stromen

In plaats daarvan bleef ik puur bij mijn biologische staat van zijn. En reikte uit met die vraag. Waar hij met ja of nee op kon reageren en ook die beide was ik bereid te dragen.

We werden toen beiden stil en hij legde zijn hand op mijn rug. Eerst nog wat onwillig, of nou ja, dat is mijn interpretatie, misschien was het onwennig, of afwezig doordat zijn systeem de aandacht vroeg 🙂 

Ik merkte hoe ik de aanraking echt kon toelaten en mijn zenuwstelsel langzaam kalmeerde. Ik ademde met de warme hand op mijn rug en voelde sensaties in me veranderen: andere hartslag, ademhaling, andere aanspanning. En ik was bewust van de energie door ons heen. 

En echt, de verhalen verdwenen ook. Ik raakte de gedachten kwijt over waar ik voor mezelf moest opkomen, wat hij anders moest doen, of ik en gelijk halen was geen issue meer. Ik voelde me in een andere staat van zijn komen, waar mijn systeem me niet wil beschermen door vechten of vluchten. 

Ik geloof dat ik een paar uur later bijna juichend tegen hem zei: de Polyvagaal Theorie werd belichaamd in me!!

Ik kon me uitspreken vanuit die heel andere plek, waardoor het bij hem ook iets anders deed in zijn zenuwstelsel, zonder dat alle afleidende en soms schadelijke ‘verhalen’ ook nog verwerkt moesten. 

Zo zonder die trigger-autorespons, stroomde levensenergie vrijuit vanuit onze ware natuur. 

PS. Niet omdat dit nu altijd zo gaat, haha, i love de menselijke emotie, maar het is een innerlijke vrijheid diep te ervaren dat er keuze is, en als ik soms die keuze niet voel, te weten dat die er wel is en de volgende keer wel weer voelbaar is.

Er kwamen daarna nog eindeloos veel zenuwstelsel-ontdekmomenten, tussen ons, met de kinderen, met vrienden en vreemden, in ziektesymptomen, als reactie op gedachten en emoties, in de natuur en de samenleving. Ik laat het graag doorstromen vanuit mijn belichaamde ervaring tijdens elk retraite, elk coachtraject en elke yogales in meer of mindere mate.

PPS. Als je nu graag meer in je zenuwstelsel wil duiken, met de invloed op interactie en emoties en hoe wij mensen ‘werken’ in de wereld om vanuit een speels ontdekkende geest het leven meer te laten stromen: welkom bij de 3 maandstraining Belichaamd Leiderschap. Start in september.

Kom je top down (cognitief en theoretisch) en bottom-up (vanuit het lichaam) met ons mee ontdekken? We laten samen met de groep de training steeds weer ontstaan.

Vrij verbonden – een Polyvagaal verhaal

Ze ligt met een vertrokken gezicht in diep verdriet te huilen in de armen van haar vader als ik binnen kom. Ik stap erbij op het bed. Laat mijn handen en armen de weg zoeken naar waar ze nu bij haar horen. Ze is omringd door delen van papa en mama (buik, borst, hart, handen en zoveel liefde), terwijl ze de emoties door zich heen laat gaan. Wij in vertrouwen dat ze dit kan dragen. Hoe zwaar ze het ook ervaart nu.

Lief vraagt of hij woorden mag geven aan wat er door haar heen ging voordat ik binnenkwam. Ze knikt. Ze wil dat ik het weet, maar wil het niet zelf herhalen. 

Opgestapelde andersheid

De opeenstapeling kwam er uit. Hoe anders ze zich voelt. Of hoe ze anders is volgens maatschappelijke normen. Ze verwoordde krachtig op welke onderdelen dat anderszijn speelt.

Het meisje dat veel in ‘jongensenergie’ door het leven gaat en vooral met jongens omgaat. De baby die in de baarmoeder haar tweelingbroertje verloor aan de dood en daar nog altijd bewust mee leeft. Het bewegelijke kind dat vaak ongelukjes en verwondingen oploopt. De creatieve geest die denkt en kijkt op een manier die ze niet overal om zich heen gespiegeld ziet. De doofheid van haar rechteroor, waardoor ze de wereld anders meekrijgt, het sneller onveiliger voelt, ze geluid niet kan filteren en haar brein geen locatie kan bepalen: ze hoort niet waar geluid vandaan komt. En de angsten die ze in zichzelf waarneemt, terwijl ze ook zo stoer is.

Er is in wezen geen probleem met haar anderszijn. Ze is vaak anders. Ja. En daar kan ze zich heerlijk bij voelen, of eenzaam. Allebei is waar, allebei is een ervaring en allebei is zowel belangrijk als onbelangrijk. En iets om oprecht te laten stromen.

Dus ja, ze is ook anders. Ze is eigen en uniek. En dat kan overweldigend voelen als je 9 bent. Of op alle leeftijden wel, zeker bij moeheid, of als er te weinig verbinding is geweest met mensen die je echt zien, of doordat de balans hersteltijd / sociale interactie tijdelijk scheef was. 

En wat we haar willen laten ontdekken is dat ze het aankan alles te ervaren en het ook weer verandert. In onze veilige nabijheid, die zich vanzelf uiteindelijk verinnerlijkt.

Zorghaken drijven als gedachten voorbij

Er is veel om aan vast te haken als ouders, veel optie om ons zorgen te gaan maken. Die passeren nu en dan via gedachten.

Want ze gaf niet alleen aan zich anders te voelen – wat op zichzelf mensen al kan triggeren om dat ‘positief te leren duiden’ als ‘ja je bent anders en dat is mooi juist’, of te ontkennen ‘ nee joh, je bent niet anders’ – maar er zaten ook existentiële vragen en dieptes aan vast.

‘Als jullie er niet meer zijn, dan wil ik ook niet meer leven’. ‘Waarom moeten we bestaan als mensen hier op aarde?’. ‘Ik wil soms dood zijn’.

Daar kun je als ouders natuurlijk van alles over vinden en alert en reactief van worden. Het zielig vinden voor haar en op willen lossen voor haar, zodat ze zich weer fijn voelt. We weten mede door dit wonderkind dat dat niet de weg is. Daar heeft ze niet wezenlijk iets aan, want er valt niets op te lossen, het is al perfect.

Aanwezig zijn als grootste cadeau

De kennis van de biologie van het zenuwstelsel helpt me daarin ook.

Dus we zijn aanwezig, kijken naar haar, voelen de diepe energetische verbinding en de overgave. Ik leg haar benen over die van mij en ze zoekt de aanraking van ons, het mannelijke en het vrouwelijke. Ze huilt met dikke snikken en soms enkele stotterende woorden.

‘Misschien ben je wel hier op aarde om dit nu te ervaren’, zeg ik. Overbodig voor haar lichaam, maar voor haar gedachten helpt het om aanwezig te blijven. 

Ze huilt nog even door, ontlaadt zich zo vanzelf van spanning, terwijl ze in verbinding is. Gezien en met bestaansrecht, ook in worstelingen of zielspijnen, met betekenis. En langzaam verzacht haar lichaam, haar adem en stroomt er een kalmte door haar heen. Keuzevrijheid in zichzelf komt terug.

We benoemen hoe omringd ze is door liefde, niet alleen van ons maar van geliefden, alle voorouders, de bergen, de kosmos en dat ze daar een mee is. Ze kijkt met diep open ogen, ontvangt en weet. Ze komt overeind en slaat haar hele lichaam om me heen. Dan legt ze haar hoofd op papa’s schouder, die haar naar bed draagt. Ze valt in een diepe herstellende slaap.

Rauwe blijheid naast ruw verdriet binnen liefde

De volgende dag gaan we met z’n vieren naar de voet van een gletsjer. Rauw hooggebergte. Smeltwater dat begin te komen in de kleine rivier die van de zomer nog overstroomde. Ze springt van steen naar steen, voeten in het ijswater, de zon om zich heen als een mantel. Ze roept hoe gelukkig ze is. Hoe blij. Hoe vrij ze zich hier voelt. Dat het de leukste dag van haar leven is en of we hier morgen weer heen gaan.

En wij kijken weer naar haar, terwijl we net zo gelukkig en verbonden zijn als gisteravond. Omringd door ancestors en liefde, die we zelf ook zijn.

Co-reguleren als oudertaak

Dit is naast al het andere wat er in kan zitten, ook de Polyvagaal Theorie in de praktijk, gezien vanuit de hoek van co-regulatie. Een van de drie principes (naast de hiërarchie in het autonome zenuwstelsel en neuroceptie) onder deze theorie is de invloed van menselijke zenuwstelsels en de staat ervan op elkaar.

Wij zijn hier als ouders co-regulators: doordat ons zenuwstelsel veilig en verbonden is (en we niet in sympathische activatie van oplossen of in verlammende bezorgdheid schieten) kan zij voelen wat er te voelen is in haar lijf en als vanzelf terugkeren naar haar eigen veilige en verbonden staat in haar zenuwstelsel.

Vrije vogel

Ze hoeft de inhoud van haar gedachten en emoties niet als vaststaande feiten mee te nemen, niet als waarheden, niet als ‘zo ben ik’ waarmee ze haar essentie laat beperken.

Ze beweegt zich tot in alle hoeken van emoties en zenuwstelsel staten, omdat ze die capaciteit nu al heeft, naast haar prachtige intensiteit. Ze neemt onbewust mee dat ze alles kan zijn, alle (emotionele, fysieke en mentale) vormen aan kan nemen. En dat ze daarbinnen altijd heel, gezond en stralend is, verbonden met wat groter is dan zij.

Haar wens van heel jong is, dat ze kan vliegen. Dat herhaalt ze regelmatig. Ze stelt zich voor hoe vrij, beweeglijk en geraakt door de natuur ze zich dan voelt. Wat ze nog niet beseft: ze vliegt al!

Over opvoedkundig falen en er bij zijn

Ik zit, nou ja, je zou kunnen zeggen ‘mokkend’ aan tafel. Ik ben alleen en neem een eerste hap van mijn bord. Het bord naast me is onbemand. Echtgeliefde is werken, één kind at onverwacht bij een vriendin en met het andere kind kwam ik tijdens het koken in een wat vaag conflictachtige situatie terecht en zij is boven. Eerder schoot ik in een kleine kramp door allerlei werk gerelateerde voorbereidingen voor een retraite. Mijn lichaam doet pijn, er is een tíkkie weerstand, een rommelig huis en kinderen die vakantie hebben. Dus logisch toch, deze geïrriteerde stemming, dat is gewoon vervelend voor me. Dus ik projecteer nog even op dochter die niet beneden kwam om te eten.

Als ze wel beneden komt, kijkt ze even verbaasd naar mijn half lege bord en barst in tranen uit. Ik reageer nog even uit mijn (zeer volwassen) mokstand, ‘ik riep net ‘waar ben je?!’ en je kwam niet’. 

Met meteen kortaf erachteraan ‘waarom huil je?’.

Ze kijkt even op en huilt met lange uithalen ‘ik moet gewoon huiuiuilen! Dat kan toohoch!?’

Ik adem meteen lichter, lach en kijk snel en mild naar mijn eigen mokgebeuren. Hoe fijn dat de laat-alles-er-zijn en veerkracht-blik me al zoveel jaren hielp mijn kind te leren dat huilen ontladen is, het uitnodigt om te verbinden en er niet (direct) een antwoord nodig is op vragen als ‘wat is er gebeurd?’. Én dat ik ook opvoedtechnisch soms mag ‘falen’. En mokken 😉

Ik sta op en krijg toestemming haar te omhelzen. De borden staan naast ons af te koelen. Ik laat haar huilen in mijn armen. Het plakkende gemok in me ‘ikhebgelijk, want..’ en ‘ikvoelmerot’, is compleet weg. Ik bemerk een vrije keuze om gewoon bij haar te zijn. ‘Wat een verdriet meisje’. Ze huilt nog harder. Als het afneemt en ze kan praten zegt ze dat ze dacht, dat ik gewoon wilde weten waar ze was en niet dat het eten op tafel stond. ‘Dat klopt’, zeg ik. 

En in mijn innerlijke ooghoek zie de neiging opkomen om te zeggen ‘maar je wist heus wel wat ik bedoelde’.

Ik doe er niets mee. Heel zen bedank ik mijn brein voor dit zelfbeschermende mechanisme (om toch mijn gelijk te halen in die kleine nuance) en kies opnieuw bewust. Want het voegt nu niets toe aan haar, ons, mij, of de wereld, om mijn (zelfs al voorbije) emoties via haar te rechtvaardigen.

Emoties komen en gaan, soms maken we ze onbewust. Steeds vaker kan ik ze observeren en ontdekken wat ze willen of laten. Door oefenen is mijn innerlijke vrijheid enorm toegenomen. Dit hele besef komt heel snel voorbij daar in dat moment op de witte tafelbank met mijzelf om een huilende dochter gedrappeerd. En ik maak een nieuwe kleine keuze: om mijn volledige aandacht weer aan dit mooie kind te geven.

Ze huilt nog een beetje, maar als ik haar verdriet nogmaals erken, golft haar verdriet huizenhoog op. Ze zegt snikkend ‘het lijkt wel of jullie wat ik voor jullie gemaakt waardeloos vinden. Jullie doen er niets mee, het ligt steeds weer op mijn bureau en ik heb er heel lang aangewerkt’.

Ik voel een steek in mijn buik. Dit moest blijkbaar nog gezegd. Zachtjes aai ik haar wang en luister geconcenteerd naar haar huilen. En vraag haar waar in haar lichaam ze het voelt. Keel, buik, hart, zelfs in haar armen.

Opnieuw zie ik een neiging bij mezelf opkomen, namelijk zeggen dat dat niet waar is, dat we haar en wat ze maakte niet waardeloos vinden.

Ik zie ook dat het haar gevoelens tekort zou doen als ik dat op dit moment zeg en dat dit haar op lange termijn niet zou helpen. Ik wil als moeder natuurlijk zeggen dat ze waardevol is, hoe bijzonder. Maar dat heb ik al heel vaak gezegd op rustige momenten en zal ik haar nog oneindig vaak zeggen.

 Nu zou ik het zeggen, omdat ik haar pijn in dit moment niet wil, eigenlijk niet aan kan. En wat voor boodschap geef ik haar daarmee? Dat deze emotie te zwaar is, ook voor haarzelf.

Dit zal niet de laatste keer zijn dat ze zich zo zal voelen. Dus mijn werkelijke taak is haar nabij zijn, zodat ze vertrouwt dat ze dit gevoel kan dragen, dat emoties komen en weer gaan. En dat ze tegelijk op een diep niveau weet dat ze waardevol is.

Ik ben dus stil en laat haar voelen. Dat zware. En ben bij haar. 

Stil

In de stilte dringt bij mij door hoe mooi ze het formuleerde. Ze was niet stellig en betrok het waardeloze niet op haar als persoon. Ik check dat na een tijdje wel even: ‘wat als we het echt waardeloos vinden?’.

‘Dat vind ik niet leuk’.

‘Zou jij dan minder waardevol zijn, of zouden je denken dat we minder van je houden?’

‘Nee!’, wel stellig nu.

‘Kun je dat naast dat pijnlijke gevoel voelen in je lichaam?’

‘Ja, dat past wel.’

Nu alles er mocht zijn, ze mijn vertrouwen mee kon krijgen dat ze dit aan kan en ik overtuigd ben dat het wel snor zit met haar eigenwaarde, zeg ik ‘ik geloof niet dat we het waardeloos vinden. Zullen we daar straks met papa nog even op terugkomen?’. Dat vindt ze fijn en met een lach draait ze zich naar haar bord. We eten gezellig kletsend.

Ik schrijf na het eten een blog 🙂

***

Radicale acceptatie. Van alles in je, van alles in je kind, van wat het leven voor je voeten gooit. Omdat het er nu eenmaal is, niet omdat je het leuk of goed moet vinden. Dat is ook yoga. Huh? Yoga is toch voor flexibele spieren, tot rust komen in je hoofd en fancy leggings op de mat? Nee dus!

Het gaat over innerlijk observeren, bewustzijn, ontwikkeling, verbinding, ‘zijn’ en actie. Dat klinkt natuurlijk lekker groots en vaag, daarom deel ik soms concrete momenten. En hoe oefenen me vele kleine andere keuzes hielp maken, die weer een grote impact bleken te hebben. Practice om de richting van het wijze lichaam te horen, om te vertrouwen, intuïtie ruimte te geven, levenslustig te bruisen en deel van aarde en samenleving te zijn in actie. 

#veerkracht #hsp #yogainhetdagelijkse #opgroeien #liefde #yoga #eigenwijsinevenwicht #goedzoalsjebent #emotieskomenengaan #waardenvolleven #zijninhetdoen #opvoedfaalkunde #mei2019

Opvoedtechnisch leren falen met yoga

Ik zit, nou ja, je zou kunnen zeggen ‘mokkend’ aan tafel. Ik ben alleen en neem een eerste hap van mijn bord. Het bord naast me is onbemand. Echtgeliefde is werken, één kind at onverwacht bij een vriendin en met het andere kind kwam ik tijdens het koken in een wat vaag conflictachtige situatie terecht en zij is boven.

Eerder schoot ik in een kleine kramp over de voorbereidingen van retraite die we organiseren in augustus. Mijn lichaam doet pijn, er is een tíkkie weerstand op marketing, een rommelig huis en kinderen die vakantie hebben. Dus logisch toch, deze geïrriteerde stemming, dat is gewoon vervelend voor me. Dus ik projecteer nog even op dochter die niet beneden kwam om te eten.

Als ze wel beneden komt, kijkt ze even verbaasd naar mijn half lege bord en barst in tranen uit. Ik reageer nog even uit mijn (zeer volwassen) mokstand, ‘ik riep net ‘waar ben je?!’ en je kwam niet’. Met meteen kortaf erachteraan ‘waarom huil je?’.

Ze kijkt even op en huilt met lange uithalen ‘ik moet gewoon huiuiuilen! Dat kan toohoch!?’

Ik adem meteen lichter, lach en kijk snel en mild naar mijn eigen mokgebeuren. Hoe fijn dat de yogic- en veerkracht-blik me hielp mijn kind te leren dat huilen ontladen is, het uitnodigt om te verbinden en er niet (direct) een antwoord nodig is op vragen als ‘wat is er gebeurd?’. Én dat ik ook opvoedtechnisch soms mag ‘falen’.

Ik sta op en krijg toestemming haar te omhelzen. De borden staan naast ons af te koelen. Ik laat haar huilen in mijn armen.

Het plakkende gemok in me ‘ikhebgelijk, want’ en ‘ikvoelmerot’, is compleet weg. Ik bemerk een vrije keuze om gewoon bij haar te zijn. ‘Wat een verdriet meisje’. Ze huilt nog harder. Als het afneemt en ze kan praten zegt ze dat ze dacht, dat ik gewoon wilde weten waar ze was en niet dat het eten op tafel stond. ‘Dat klopt’, zeg ik.

En in mijn innerlijke ooghoek zie de neiging opkomen om te zeggen ‘maar je wist heus wel wat ik bedoelde’.
Ik doe er niets mee. Heel zen bedank ik mijn brein voor dit zelfbeschermende mechanisme (om toch mijn gelijk te halen in die kleine nuance) en kies opnieuw bewust. Want het voegt nu niets toe aan haar, ons, mij, of de wereld, om mijn (zelfs al voorbije) emoties via haar te rechtvaardigen.

Emoties komen en gaan, soms maken we ze onbewust. Steeds vaker kan ik ze observeren en ontdekken wat ze willen of laten. Door dagelijks te oefenen is mijn innerlijke vrijheid enorm toegenomen. Dit hele besef komt heel snel voorbij daar in dat moment op de witte tafelbank met mijzelf om een huilende dochter gedrappeerd. En ik maak een nieuwe kleine keuze: om mijn volledige aandacht weer aan dit mooie kind te geven.

Ze huilt nog een beetje, maar als ik haar verdriet nogmaals erken, golft haar verdriet huizenhoog op. Ze zegt snikkend ‘het lijkt wel of jullie wat ik voor jullie gemaakt waardeloos vinden. Jullie doen er niets mee, het ligt steeds weer op mijn bureau en ik heb er heel lang aangewerkt’.

Ik voel een steek in mijn buik. Dit is de kern. Zachtjes aai ik haar wang en luister geconcenteerd naar haar huilen. En vraag haar waar in haar lichaam ze het voelt. Keel, buik, hart, zelfs in haar armen.

Opnieuw zie ik een neiging bij mezelf opkomen, namelijk zeggen dat dat niet waar is, dat we haar en wat ze maakte niet waardeloos vinden.
Ik zie ook dat het haar gevoelens tekort zou doen als ik dat op dit moment zeg en dat dit haar op lange termijn niet zou helpen.

Ik wil als moeder natuurlijk zeggen dat ze waardevol is, hoe bijzonder. Maar dat heb ik al heel vaak gezegd op rustige momenten en zal ik haar nog oneindig vaak zeggen. Nu zou ik het zeggen, omdat ik haar pijn in dit moment niet wil, eigenlijk niet aan kan. En wat voor boodschap geef ik haar daarmee? Dat deze emotie te zwaar is, ook voor haarzelf.

Dit zal niet de laatste keer zijn dat ze zich zo zal voelen. Dus mijn werkelijke taak is haar nabij zijn, zodat ze vertrouwt dat ze dit gevoel kan dragen. En dat ze tegelijk op een diep niveau weet dat ze waardevol is.

Ik ben dus stil en laat haar voelen. Dat zware. En ben bij haar.

In de stilte dring bij mij door hoe mooi ze het formuleerde. Ze was niet stellig en betrok het waardeloze niet op haar als persoon. Ik check dat even: ‘wat als we het echt waardeloos vinden?’.

‘Dat vind ik niet leuk’.

‘Zou jij dan minder waardevol zijn, of zouden we minder van je houden?”Nee!’, wel stellig nu.

‘Kun je dat naast dat pijnlijke gevoel voelen in je lichaam?’

‘Ja, dat past wel.’

Nu alles er mocht zijn, ze mijn vertrouwen mee kon krijgen dat ze dit aan kan en ze overtuigt is van haar eigenwaarde, zeg ik ‘ik geloof niet dat we het waardeloos vinden. Zullen we daar straks met papa nog even op terugkomen?’. Dat vindt ze fijn en met een lach draait ze zich naar haar bord.

Ik schrijf na het eten een blog 🙂


***Veerkracht in alledaagse momenten en hoe yoga werkt. He? Yoga is toch voor flexibiliteit, tot rust komen en fancy leggings op de mat? Nee dus!

Het gaat over innerlijk observeren, bewustzijn, ontwikkeling. Dat klinkt natuurlijk lekker groots en vaag, daarom deel ik concrete momenten waarin ik heb ervaren dat yoga me heeft ondersteund om daar te komen waar ik ben. En om vele kleine andere keuzes te maken, met grote impact. De oefening op het yogapad helpen om de richting van mijn wijze lichaam te horen, om te vertrouwen, intuitie ruimte te geven en levenslustig te bruisen en ontdekken.

Als je op een stukje van dit opvoedpad graag een reisagent hebt, you know where to find me !

Een stokstaartje en een archeoloog

Wat hebben die nou met elkaar te maken? Mij! En misschien wel jou.

Vijftien jaar geleden bij een opdracht om mensen te vragen naar positieve eigenschappen van je, schreef een vriend:

“Nieuwsgierig, associatief, sensitief: Bij elk gespreksonderwerp dat ik aansnij heeft Monike vele vragen, wil alles weten, liefst ook voelen en ze komt er weken later nog op terug.”

Lees (en huiver eventueel) hoe een opdracht in oktober dit in andere vorm bevestigde.

Op mijn werk hoorde ik regelmatig als grap én waarschuwing van collega’s:

“Voordat ik überhaupt door heb dat er iemand bij de receptioniste staat, heb jij al gehoord waar die cliënt voor komt, dat de receptioniste zich ongemakkelijk voelt, of dat er belangrijke informatie ontbreekt, of dat er een dwingende situatie ontstaat en ben je als speedy gonzales naar het bureau gerend.”

En mijn psychotherapeut benoemde ooit wat ik deed (mezelf en mijn geschiedenis en die van mijn voorouders ontdekken)
“grondige persoonlijke archeologie“.

Je zag met de titel van dit blog in gedachten, vast bij mijn werkvoorbeeld al het stokstaartje voor je, alert op de wacht en rennend bij dreiging.
Niet? Oh.

In ons huis zijn stokstaartjes vaak onderwerp van gesprek. Mijn echtgeliefde heeft er een zwak voor. En noemt mij (al dan niet liefkozend 😬) regelmatig een stokstaartje.

Tijdens een huiswerkopdracht uit blok 1 van de opleiding Hoogsensitiviteit kwam dit alles boven. Tegelijk ongeveer. De opdracht was: bedenk metaforen voor hoogsensitiviteit.

Uitstelgedrag en daadkracht

Eerst kwam er weerstand, die zich vermomde als uitstelgedrag, want ‘metaforen bedenken lukt me best, dat doe ik nog wel wel.’

Toen het gevaar van de deadline inzicht kwam, sloeg ik alarm, vatte me bij de kladden tot op de metaforenpagina. En toen sloeg ik dicht, ontstond er paniek. ‘Mijn metaforen zijn niets waard. Te ingewikkeld. Te simpel. Straks denkt nog iemand dat ik hoogsensitiviteit iets vind om jezelf op de borst te kloppen. Die voorbeelden zijn maar losse associaties. En wat weet ik nou helemaal over stokstaartjes?!’

Aha, dit laatste kan ik te lijf gaan! Dus (als een jawel, archeoloog, natuurljk) ploos ik Google door.
Wist je dat stokstaartjes met verschillende geluiden, de verschillende risico’s aanduiden aan hun groep?

Of dat stokstaartjes de kindertjes van andere stokstaartjes melk geven indien nodig?

En ook heel belangrijk voor de HSP metafoor: als ze op wacht staan, niet eten en tot 20% van hun lichaamsgewicht verliezen?
(Ken je dat, in focus en met deadlines vergeten te eten?)

Dus.
Ik schreef de metafoor in mijn map. Wel nog met potlood.

Verdieping, verwerking en afstoffen

Door naar de tweede metafoor. Ik zag het voor me. Zie jij ook de archeoloog bezig?
Hij die enthousiast is bij elke kleine verkleuring van grondlagen? Die zorgvuldig de centimeters uitpluist met een kwastje om de schatten te vinden? En deze dan liefkozend en zorgvuldig bekijkt, bestudeerd en dan netjes bewaard. en regelmatig weer opzoekt.
Onderwijl op naar een nieuwe aardlaag om het hele traject opnieuw mee te maken.

Ik zag mezelf terug door de ogen van de psychotherapeut en kon me aardig vinden in de metafoor.

En hop, de volgende associaties rolden alweer binnen.
Naast de happy archeoloog, kijkt ‘de gemiddelde’ mens (die bestaat niet natuurlijk, maar laten we hem toch opvoeren voor metafoor-sake) bedenkelijk: ‘wat een poeha om een hoop aarde, ja er zijn nou eenmaal meerdere kleuren grond. En dan waardeloze scherven als ‘schatten’ beschrijven, je kan ook overdrijven!’.

En dat de archeoloog zich dan wat onbegrepen voelt en/of de ander niet begrijpt, maar toch van zijn vak blijft houden?

Oh, wacht, er zijn er natuurlijk ook weer anderen die genieten van de schatten (in musea te bewonderen) en collega-archeologen die graag meesparren.

Associaties en keuzes

Voor wie geheel tot hier gelezen heeft en dacht wat een hak-op-de-tak: klopt. Een klein inkijkje 🙂.

En voor wie dacht: logisch, zo gaat dat in mijn hoofd ook: wat als je daarna maar één van de metaforen zou mogen kiezen? Ja he, ellende!

Nou. En toen kwam dus die opleidingsdag en mochten we in tweetallen maar één metafoor uitkiezen en tekenen. Dat kiezen lukte niet. Na overwegingen en overleg nog niet. Kostte onnodig tijd. Frustratie. Wat is de juiste keuze? Die het beste overbrengt wat we willen zeggen. Ok klaar nu. Dus besloten we weloverwogen (hehe): de stokstaartjes en de archeologen ontmoeten elkaar blijvend op een tekening. Hij is nog niet af die tekening, kan nog aan gewerkt. Zag ik aan de reactie van een collega-student. Ik heb nog een beetje meer tijd nodig…stop. Adem.

Dit hele verhaal omvat het wel een beetje: dat diepverwerkende en omgevings-sensitieve brein.

Stokstaartje en de archeoloog metafoor voor het hoogsensitieve brein

Denk ik nu. Tot er weer een gevoel of gedachte opkomt die hierin niet (kloppend) staat verwoord en het alarm weer afgaat, standje alert de archeoloog op onderzoek uitstuurt om dit blog alsnog te verbeteren.

Snel op verzenden drukken nu dus.

Is hoogsensitiviteit overprikkeling?

Ik ben hoogsensitief, want ik kan de hoeveelheid prikkels in deze maatschappij niet aan!”

Dat klinkt als een logische conclusie. En haast vaststaand, dat er niets anders te doen is dan dit feit maar accepteren. Is het ook kloppend als we kijken naar wat er inmiddels wetenschappelijk bekend is over hoogsensitiviteit? Of hebben we het hier over twee verschillende dingen? En wat is het nut om je te verdiepen in hoogsensitiviteit of emotionaliteit?

De bomen en het bos: hoogsensitief, hooggevoelig, prikkelgevoelig, overprikkeld

Laten we eens op onderzoek gaan en beginnen met de termen. In Nederland worden de woorden hoogsensitief en hooggevoelig door elkaar gebruikt. De Engelse populaire term hiervoor is High Sensitive Person (hsp), waar de wetenschap spreekt over Sensory Processing Sensitivity (SPS). In Belgie kiest professor van Hoof evoor om hoogsensitief en hooggevoelig als twee verschillende zaken te definieren. Dat maakt het soms wat verwarrend. In dit blog kies ik voor hoogsensitief, waar ook HSP, SPS (of in Nederland: hooggevoelig) kan staan.

Kort door de bocht zou je hoogsensitief kunnen lezen als een combinatie van diepgaande verwerking en omgevingsensitiviteit.

Het ‘Belgische hooggevoelig’ heeft te maken met prikkelgevoelig zijn, snel last hebben van zintuigelijke prikkels (licht, geur, labeltjes in kleding, externe stimuli), emotionaliteit door overprikkeling en het gemak waarmee je mentaal overweldigd raakt.

Hoogsensitiveit, een aangeboren positieve eigenschap

Hoogsensitiviteit is een aangeboren eigenschap, waarvan de afwijkende breinwerking is gezien op hersenscans. Je bent meer zelfbewust (voor de liefhebber: onderzoekers vonden een actievere Precuneus, waar het vermogen voor zelfreflectie en zelfbewustzijn zetelt), neemt meer nuances waar en verwerkt (zintuigelijke) prikkels grondiger (er zijn meer hersengebieden betrokken). Je wordt geraakt door subtiele en positieve dingen in het leven, zoals muziek, kunst en lekker eten. Je bent nieuwsgierig en empathisch. Het sterk geraakt worden geldt ook voor de ‘moeilijke’ emoties zoals afwijzing, schaamte, angst, overweldiging in het leven.

Uit onderzoek blijkt dat een hoogsensitief persoon meer hersteltijd nodig na afloop van taken/bezigheden. Kort geinterpreteerd: overprikkeling kan een gevolg kan zijn van hoogsensitiviteit, maar dat hoeft niet. Uit ander onderzoek blijkt dat een (positieve) omgeving meer invloed heeft op een hoogsensitief persoon, dan op de minder sensitieve persoon. De hoogsenstieve persoon kan in een positieve omgeving volledig tot bloei komen en volop van het leven in alle nuances genieten.

Emotionaliteit en prikkelgevoeligheid

Prikkelgevoeligheid op zichzelf kan hele andere oorzaken hebben, zoals trauma of een stoornis in het autisme-spectrum. Een getraumatiseerd persoon laat ook kenmerken zien als overalertheid, schrikachtig, moeilijker grenzen ervaren en/of aangeven, of emoties van anderen moeilijk kunnen onderscheiden van de eigen emotie. Daarnaast kan een persoon met trekken van autisme zeer overprikkeld raken van kleding, ruzie, lawaai of hitte en kou. En natuurlijk zal ook iemand die ver voorbij de eigen (prikkel)grens is doorgegaan, overprikkeld zijn. Emotionaliteit door overprikkeling heeft aandacht nodig. Het kan bij gebrek daaraan leiden tot een constante staat van stress en een voortdurend overweldigd voelen door de eisen van een hectische maatschappij.

Dat betekent niet dat het weg moet. Juist exploreren met het tegenovergestelde kan heel veel ruimte geven. Soms lukt het niet om zonder hulp uit de overweldiging te komen en is er professionele hulp nodig.

Heb je als hoogsensitief persoon dan iets te leren?

We zagen al dat de kern van hoogsensitiviteit een kwaliteit is én tegelijk dat een hoogsensitief persoon meer prikkelgevoelig is, door het zien en voelen van vele nuances en de diepgaande verwerking ervan. Dat betekent ook dat je als hoogsensitief persoon steeds overprikkeld kan raken als je je eigen sensitiviteit niet kent, niet kan spelen met grenzen of afwijken van de meerderheid, of niet geleerd hebt hoe ‘goed voor jezelf zorgen’ er dagelijks uitziet, op de lange termijn.

Het is fijn te leren wanneer het nodig is je even terug te trekken uit de drukte en hoe op tijd een rustdag in te plannen. En gezien je omgevingssensitiviteit ook, hoe je omgeving invloed op je heeft en hoe een voedende omgeving voor jezelf te creeeren. En wanneer je gekkigheid dansen juist de energie balanceert.

Ga vooral je eigen werking beter leren kennen. Bijvoorbeeld via de Polyvagaal theorie, of het speels opzoeken van prikkels, uitvergroten, faal-aardig leren zijn en het soort prikkels ontdekken dat je energie geeft. Hoe je systeem reageert op ongemak én dat jij daaronder en daarmee helemaal heel bent.

Het is experimenteren met jou unieke zijn. Het kennen van je eigen brein en je (andersoortige) behoeften steunen je om met aandacht zonder dodende serieusheid met deze bijzondere eigenschap te leven en er vooral van te genieten.

Uiteindelijk gaat het niet over ‘termen’, maar over jou: wat jij wil, nodig hebt en de wereld te geven hebt. En hoe het leven door je heen stroomt, met je neurodiverse brein.

Eigenwijs in Evenwicht biedt workshops, speelse ontdeksessies en begeleiding op het sensitieve pad 

#beinthedoing #balansinbeweging #speeljevrij #polyvagaaltheorie #vrijmenselijk #modderigespiritualiteit #belichaamdleiderschap #embodiment #herwilderen #eigenwijsinevenwicht #naturalgrowth #hsp #hb #sensitiviteit