Reisagent voor avontuurlijke levenskracht. Beweeg, adem, speel en deel je vrij

Tag: gezin (pagina 1 van 2)

Vrij verbonden – een Polyvagaal verhaal

Ze ligt met een vertrokken gezicht in diep verdriet te huilen in de armen van haar vader als ik binnen kom. Ik stap erbij op het bed. Laat mijn handen en armen de weg zoeken naar waar ze nu bij haar horen. Ze is omringd door delen van papa en mama (buik, borst, hart, handen en zoveel liefde), terwijl ze de emoties door zich heen laat gaan. Wij in vertrouwen dat ze dit kan dragen. Hoe zwaar ze het ook ervaart nu.

Lief vraagt of hij woorden mag geven aan wat er door haar heen ging voordat ik binnenkwam. Ze knikt. Ze wil dat ik het weet, maar wil het niet zelf herhalen. 

Opgestapelde andersheid

De opeenstapeling kwam er uit. Hoe anders ze zich voelt. Of hoe ze anders is volgens maatschappelijke normen. Ze verwoordde krachtig op welke onderdelen dat anderszijn speelt.

Het meisje dat veel in ‘jongensenergie’ door het leven gaat en vooral met jongens omgaat. De baby die in de baarmoeder haar tweelingbroertje verloor aan de dood en daar nog altijd bewust mee leeft. Het bewegelijke kind dat vaak ongelukjes en verwondingen oploopt. De creatieve geest die denkt en kijkt op een manier die ze niet overal om zich heen gespiegeld ziet. De doofheid van haar rechteroor, waardoor ze de wereld anders meekrijgt, het sneller onveiliger voelt, ze geluid niet kan filteren en haar brein geen locatie kan bepalen: ze hoort niet waar geluid vandaan komt. En de angsten die ze in zichzelf waarneemt, terwijl ze ook zo stoer is.

Er is in wezen geen probleem met haar anderszijn. Ze is vaak anders. Ja. En daar kan ze zich heerlijk bij voelen, of eenzaam. Allebei is waar, allebei is een ervaring en allebei is zowel belangrijk als onbelangrijk. En iets om oprecht te laten stromen.

Dus ja, ze is ook anders. Ze is eigen en uniek. En dat kan overweldigend voelen als je 9 bent. Of op alle leeftijden wel, zeker bij moeheid, of als er te weinig verbinding is geweest met mensen die je echt zien, of doordat de balans hersteltijd / sociale interactie tijdelijk scheef was. 

En wat we haar willen laten ontdekken is dat ze het aankan alles te ervaren en het ook weer verandert. In onze veilige nabijheid, die zich vanzelf uiteindelijk verinnerlijkt.

Zorghaken drijven als gedachten voorbij

Er is veel om aan vast te haken als ouders, veel optie om ons zorgen te gaan maken. Die passeren nu en dan via gedachten.

Want ze gaf niet alleen aan zich anders te voelen – wat op zichzelf mensen al kan triggeren om dat ‘positief te leren duiden’ als ‘ja je bent anders en dat is mooi juist’, of te ontkennen ‘ nee joh, je bent niet anders’ – maar er zaten ook existentiële vragen en dieptes aan vast.

‘Als jullie er niet meer zijn, dan wil ik ook niet meer leven’. ‘Waarom moeten we bestaan als mensen hier op aarde?’. ‘Ik wil soms dood zijn’.

Daar kun je als ouders natuurlijk van alles over vinden en alert en reactief van worden. Het zielig vinden voor haar en op willen lossen voor haar, zodat ze zich weer fijn voelt. We weten mede door dit wonderkind dat dat niet de weg is. Daar heeft ze niet wezenlijk iets aan, want er valt niets op te lossen, het is al perfect.

Aanwezig zijn als grootste cadeau

De kennis van de biologie van het zenuwstelsel helpt me daarin ook.

Dus we zijn aanwezig, kijken naar haar, voelen de diepe energetische verbinding en de overgave. Ik leg haar benen over die van mij en ze zoekt de aanraking van ons, het mannelijke en het vrouwelijke. Ze huilt met dikke snikken en soms enkele stotterende woorden.

‘Misschien ben je wel hier op aarde om dit nu te ervaren’, zeg ik. Overbodig voor haar lichaam, maar voor haar gedachten helpt het om aanwezig te blijven. 

Ze huilt nog even door, ontlaadt zich zo vanzelf van spanning, terwijl ze in verbinding is. Gezien en met bestaansrecht, ook in worstelingen of zielspijnen, met betekenis. En langzaam verzacht haar lichaam, haar adem en stroomt er een kalmte door haar heen. Keuzevrijheid in zichzelf komt terug.

We benoemen hoe omringd ze is door liefde, niet alleen van ons maar van geliefden, alle voorouders, de bergen, de kosmos en dat ze daar een mee is. Ze kijkt met diep open ogen, ontvangt en weet. Ze komt overeind en slaat haar hele lichaam om me heen. Dan legt ze haar hoofd op papa’s schouder, die haar naar bed draagt. Ze valt in een diepe herstellende slaap.

Rauwe blijheid naast ruw verdriet binnen liefde

De volgende dag gaan we met z’n vieren naar de voet van een gletsjer. Rauw hooggebergte. Smeltwater dat begin te komen in de kleine rivier die van de zomer nog overstroomde. Ze springt van steen naar steen, voeten in het ijswater, de zon om zich heen als een mantel. Ze roept hoe gelukkig ze is. Hoe blij. Hoe vrij ze zich hier voelt. Dat het de leukste dag van haar leven is en of we hier morgen weer heen gaan.

En wij kijken weer naar haar, terwijl we net zo gelukkig en verbonden zijn als gisteravond. Omringd door ancestors en liefde, die we zelf ook zijn.

Co-reguleren als oudertaak

Dit is naast al het andere wat er in kan zitten, ook de Polyvagaal Theorie in de praktijk, gezien vanuit de hoek van co-regulatie. Een van de drie principes (naast de hiërarchie in het autonome zenuwstelsel en neuroceptie) onder deze theorie is de invloed van menselijke zenuwstelsels en de staat ervan op elkaar.

Wij zijn hier als ouders co-regulators: doordat ons zenuwstelsel veilig en verbonden is (en we niet in sympathische activatie van oplossen of in verlammende bezorgdheid schieten) kan zij voelen wat er te voelen is in haar lijf en als vanzelf terugkeren naar haar eigen veilige en verbonden staat in haar zenuwstelsel.

Vrije vogel

Ze hoeft de inhoud van haar gedachten en emoties niet als vaststaande feiten mee te nemen, niet als waarheden, niet als ‘zo ben ik’ waarmee ze haar essentie laat beperken.

Ze beweegt zich tot in alle hoeken van emoties en zenuwstelsel staten, omdat ze die capaciteit nu al heeft, naast haar prachtige intensiteit. Ze neemt onbewust mee dat ze alles kan zijn, alle (emotionele, fysieke en mentale) vormen aan kan nemen. En dat ze daarbinnen altijd heel, gezond en stralend is, verbonden met wat groter is dan zij.

Haar wens van heel jong is, dat ze kan vliegen. Dat herhaalt ze regelmatig. Ze stelt zich voor hoe vrij, beweeglijk en geraakt door de natuur ze zich dan voelt. Wat ze nog niet beseft: ze vliegt al!

Over opvoedkundig falen en er bij zijn

Ik zit, nou ja, je zou kunnen zeggen ‘mokkend’ aan tafel. Ik ben alleen en neem een eerste hap van mijn bord. Het bord naast me is onbemand. Echtgeliefde is werken, één kind at onverwacht bij een vriendin en met het andere kind kwam ik tijdens het koken in een wat vaag conflictachtige situatie terecht en zij is boven. Eerder schoot ik in een kleine kramp door allerlei werk gerelateerde voorbereidingen voor een retraite. Mijn lichaam doet pijn, er is een tíkkie weerstand, een rommelig huis en kinderen die vakantie hebben. Dus logisch toch, deze geïrriteerde stemming, dat is gewoon vervelend voor me. Dus ik projecteer nog even op dochter die niet beneden kwam om te eten.

Als ze wel beneden komt, kijkt ze even verbaasd naar mijn half lege bord en barst in tranen uit. Ik reageer nog even uit mijn (zeer volwassen) mokstand, ‘ik riep net ‘waar ben je?!’ en je kwam niet’. 

Met meteen kortaf erachteraan ‘waarom huil je?’.

Ze kijkt even op en huilt met lange uithalen ‘ik moet gewoon huiuiuilen! Dat kan toohoch!?’

Ik adem meteen lichter, lach en kijk snel en mild naar mijn eigen mokgebeuren. Hoe fijn dat de laat-alles-er-zijn en veerkracht-blik me al zoveel jaren hielp mijn kind te leren dat huilen ontladen is, het uitnodigt om te verbinden en er niet (direct) een antwoord nodig is op vragen als ‘wat is er gebeurd?’. Én dat ik ook opvoedtechnisch soms mag ‘falen’. En mokken 😉

Ik sta op en krijg toestemming haar te omhelzen. De borden staan naast ons af te koelen. Ik laat haar huilen in mijn armen. Het plakkende gemok in me ‘ikhebgelijk, want..’ en ‘ikvoelmerot’, is compleet weg. Ik bemerk een vrije keuze om gewoon bij haar te zijn. ‘Wat een verdriet meisje’. Ze huilt nog harder. Als het afneemt en ze kan praten zegt ze dat ze dacht, dat ik gewoon wilde weten waar ze was en niet dat het eten op tafel stond. ‘Dat klopt’, zeg ik. 

En in mijn innerlijke ooghoek zie de neiging opkomen om te zeggen ‘maar je wist heus wel wat ik bedoelde’.

Ik doe er niets mee. Heel zen bedank ik mijn brein voor dit zelfbeschermende mechanisme (om toch mijn gelijk te halen in die kleine nuance) en kies opnieuw bewust. Want het voegt nu niets toe aan haar, ons, mij, of de wereld, om mijn (zelfs al voorbije) emoties via haar te rechtvaardigen.

Emoties komen en gaan, soms maken we ze onbewust. Steeds vaker kan ik ze observeren en ontdekken wat ze willen of laten. Door oefenen is mijn innerlijke vrijheid enorm toegenomen. Dit hele besef komt heel snel voorbij daar in dat moment op de witte tafelbank met mijzelf om een huilende dochter gedrappeerd. En ik maak een nieuwe kleine keuze: om mijn volledige aandacht weer aan dit mooie kind te geven.

Ze huilt nog een beetje, maar als ik haar verdriet nogmaals erken, golft haar verdriet huizenhoog op. Ze zegt snikkend ‘het lijkt wel of jullie wat ik voor jullie gemaakt waardeloos vinden. Jullie doen er niets mee, het ligt steeds weer op mijn bureau en ik heb er heel lang aangewerkt’.

Ik voel een steek in mijn buik. Dit moest blijkbaar nog gezegd. Zachtjes aai ik haar wang en luister geconcenteerd naar haar huilen. En vraag haar waar in haar lichaam ze het voelt. Keel, buik, hart, zelfs in haar armen.

Opnieuw zie ik een neiging bij mezelf opkomen, namelijk zeggen dat dat niet waar is, dat we haar en wat ze maakte niet waardeloos vinden.

Ik zie ook dat het haar gevoelens tekort zou doen als ik dat op dit moment zeg en dat dit haar op lange termijn niet zou helpen. Ik wil als moeder natuurlijk zeggen dat ze waardevol is, hoe bijzonder. Maar dat heb ik al heel vaak gezegd op rustige momenten en zal ik haar nog oneindig vaak zeggen.

 Nu zou ik het zeggen, omdat ik haar pijn in dit moment niet wil, eigenlijk niet aan kan. En wat voor boodschap geef ik haar daarmee? Dat deze emotie te zwaar is, ook voor haarzelf.

Dit zal niet de laatste keer zijn dat ze zich zo zal voelen. Dus mijn werkelijke taak is haar nabij zijn, zodat ze vertrouwt dat ze dit gevoel kan dragen, dat emoties komen en weer gaan. En dat ze tegelijk op een diep niveau weet dat ze waardevol is.

Ik ben dus stil en laat haar voelen. Dat zware. En ben bij haar. 

Stil

In de stilte dringt bij mij door hoe mooi ze het formuleerde. Ze was niet stellig en betrok het waardeloze niet op haar als persoon. Ik check dat na een tijdje wel even: ‘wat als we het echt waardeloos vinden?’.

‘Dat vind ik niet leuk’.

‘Zou jij dan minder waardevol zijn, of zouden je denken dat we minder van je houden?’

‘Nee!’, wel stellig nu.

‘Kun je dat naast dat pijnlijke gevoel voelen in je lichaam?’

‘Ja, dat past wel.’

Nu alles er mocht zijn, ze mijn vertrouwen mee kon krijgen dat ze dit aan kan en ik overtuigd ben dat het wel snor zit met haar eigenwaarde, zeg ik ‘ik geloof niet dat we het waardeloos vinden. Zullen we daar straks met papa nog even op terugkomen?’. Dat vindt ze fijn en met een lach draait ze zich naar haar bord. We eten gezellig kletsend.

Ik schrijf na het eten een blog 🙂

***

Radicale acceptatie. Van alles in je, van alles in je kind, van wat het leven voor je voeten gooit. Omdat het er nu eenmaal is, niet omdat je het leuk of goed moet vinden. Dat is ook yoga. Huh? Yoga is toch voor flexibele spieren, tot rust komen in je hoofd en fancy leggings op de mat? Nee dus!

Het gaat over innerlijk observeren, bewustzijn, ontwikkeling, verbinding, ‘zijn’ en actie. Dat klinkt natuurlijk lekker groots en vaag, daarom deel ik soms concrete momenten. En hoe oefenen me vele kleine andere keuzes hielp maken, die weer een grote impact bleken te hebben. Practice om de richting van het wijze lichaam te horen, om te vertrouwen, intuïtie ruimte te geven, levenslustig te bruisen en deel van aarde en samenleving te zijn in actie. 

#veerkracht #hsp #yogainhetdagelijkse #opgroeien #liefde #yoga #eigenwijsinevenwicht #goedzoalsjebent #emotieskomenengaan #waardenvolleven #zijninhetdoen #opvoedfaalkunde #mei2019

Opvoedtechnisch leren falen met yoga

Ik zit, nou ja, je zou kunnen zeggen ‘mokkend’ aan tafel. Ik ben alleen en neem een eerste hap van mijn bord. Het bord naast me is onbemand. Echtgeliefde is werken, één kind at onverwacht bij een vriendin en met het andere kind kwam ik tijdens het koken in een wat vaag conflictachtige situatie terecht en zij is boven.

Eerder schoot ik in een kleine kramp over de voorbereidingen van retraite die we organiseren in augustus. Mijn lichaam doet pijn, er is een tíkkie weerstand op marketing, een rommelig huis en kinderen die vakantie hebben. Dus logisch toch, deze geïrriteerde stemming, dat is gewoon vervelend voor me. Dus ik projecteer nog even op dochter die niet beneden kwam om te eten.

Als ze wel beneden komt, kijkt ze even verbaasd naar mijn half lege bord en barst in tranen uit. Ik reageer nog even uit mijn (zeer volwassen) mokstand, ‘ik riep net ‘waar ben je?!’ en je kwam niet’. Met meteen kortaf erachteraan ‘waarom huil je?’.

Ze kijkt even op en huilt met lange uithalen ‘ik moet gewoon huiuiuilen! Dat kan toohoch!?’

Ik adem meteen lichter, lach en kijk snel en mild naar mijn eigen mokgebeuren. Hoe fijn dat de yogic- en veerkracht-blik me hielp mijn kind te leren dat huilen ontladen is, het uitnodigt om te verbinden en er niet (direct) een antwoord nodig is op vragen als ‘wat is er gebeurd?’. Én dat ik ook opvoedtechnisch soms mag ‘falen’.

Ik sta op en krijg toestemming haar te omhelzen. De borden staan naast ons af te koelen. Ik laat haar huilen in mijn armen.

Het plakkende gemok in me ‘ikhebgelijk, want’ en ‘ikvoelmerot’, is compleet weg. Ik bemerk een vrije keuze om gewoon bij haar te zijn. ‘Wat een verdriet meisje’. Ze huilt nog harder. Als het afneemt en ze kan praten zegt ze dat ze dacht, dat ik gewoon wilde weten waar ze was en niet dat het eten op tafel stond. ‘Dat klopt’, zeg ik.

En in mijn innerlijke ooghoek zie de neiging opkomen om te zeggen ‘maar je wist heus wel wat ik bedoelde’.
Ik doe er niets mee. Heel zen bedank ik mijn brein voor dit zelfbeschermende mechanisme (om toch mijn gelijk te halen in die kleine nuance) en kies opnieuw bewust. Want het voegt nu niets toe aan haar, ons, mij, of de wereld, om mijn (zelfs al voorbije) emoties via haar te rechtvaardigen.

Emoties komen en gaan, soms maken we ze onbewust. Steeds vaker kan ik ze observeren en ontdekken wat ze willen of laten. Door dagelijks te oefenen is mijn innerlijke vrijheid enorm toegenomen. Dit hele besef komt heel snel voorbij daar in dat moment op de witte tafelbank met mijzelf om een huilende dochter gedrappeerd. En ik maak een nieuwe kleine keuze: om mijn volledige aandacht weer aan dit mooie kind te geven.

Ze huilt nog een beetje, maar als ik haar verdriet nogmaals erken, golft haar verdriet huizenhoog op. Ze zegt snikkend ‘het lijkt wel of jullie wat ik voor jullie gemaakt waardeloos vinden. Jullie doen er niets mee, het ligt steeds weer op mijn bureau en ik heb er heel lang aangewerkt’.

Ik voel een steek in mijn buik. Dit is de kern. Zachtjes aai ik haar wang en luister geconcenteerd naar haar huilen. En vraag haar waar in haar lichaam ze het voelt. Keel, buik, hart, zelfs in haar armen.

Opnieuw zie ik een neiging bij mezelf opkomen, namelijk zeggen dat dat niet waar is, dat we haar en wat ze maakte niet waardeloos vinden.
Ik zie ook dat het haar gevoelens tekort zou doen als ik dat op dit moment zeg en dat dit haar op lange termijn niet zou helpen.

Ik wil als moeder natuurlijk zeggen dat ze waardevol is, hoe bijzonder. Maar dat heb ik al heel vaak gezegd op rustige momenten en zal ik haar nog oneindig vaak zeggen. Nu zou ik het zeggen, omdat ik haar pijn in dit moment niet wil, eigenlijk niet aan kan. En wat voor boodschap geef ik haar daarmee? Dat deze emotie te zwaar is, ook voor haarzelf.

Dit zal niet de laatste keer zijn dat ze zich zo zal voelen. Dus mijn werkelijke taak is haar nabij zijn, zodat ze vertrouwt dat ze dit gevoel kan dragen. En dat ze tegelijk op een diep niveau weet dat ze waardevol is.

Ik ben dus stil en laat haar voelen. Dat zware. En ben bij haar.

In de stilte dring bij mij door hoe mooi ze het formuleerde. Ze was niet stellig en betrok het waardeloze niet op haar als persoon. Ik check dat even: ‘wat als we het echt waardeloos vinden?’.

‘Dat vind ik niet leuk’.

‘Zou jij dan minder waardevol zijn, of zouden we minder van je houden?”Nee!’, wel stellig nu.

‘Kun je dat naast dat pijnlijke gevoel voelen in je lichaam?’

‘Ja, dat past wel.’

Nu alles er mocht zijn, ze mijn vertrouwen mee kon krijgen dat ze dit aan kan en ze overtuigt is van haar eigenwaarde, zeg ik ‘ik geloof niet dat we het waardeloos vinden. Zullen we daar straks met papa nog even op terugkomen?’. Dat vindt ze fijn en met een lach draait ze zich naar haar bord.

Ik schrijf na het eten een blog 🙂


***Veerkracht in alledaagse momenten en hoe yoga werkt. He? Yoga is toch voor flexibiliteit, tot rust komen en fancy leggings op de mat? Nee dus!

Het gaat over innerlijk observeren, bewustzijn, ontwikkeling. Dat klinkt natuurlijk lekker groots en vaag, daarom deel ik concrete momenten waarin ik heb ervaren dat yoga me heeft ondersteund om daar te komen waar ik ben. En om vele kleine andere keuzes te maken, met grote impact. De oefening op het yogapad helpen om de richting van mijn wijze lichaam te horen, om te vertrouwen, intuitie ruimte te geven en levenslustig te bruisen en ontdekken.

Als je op een stukje van dit opvoedpad graag een reisagent hebt, you know where to find me !

Sterven doe je niet ineens

De adem stokt in mijn keel van de tranen die daar klem zitten. Ik zit op mijn stapelbed met mijn benen over de rand. Met alle macht hou ik me overeind en maak geen geluid. Mijn moeder roept iets over de kleren die ik morgen aan moet. En de kamer moet opgeruimd. Mijn opa is vandaag gestorven.

De vader van mijn vader. Hij was oud. En ziek. Maar ja, dood? Ik ben een jaar of 10 en heb behalve met huisdieren en kennissen van mijn ouders nog niet eerder de dood dichtbij meegemaakt. Dat zal ook deze keer niet echt gebeuren. Ik merk aan alles dat het nu niet de tijd is om iets aan mijn ouders te vragen. Ook niet om te zeggen hoe geschokt ik ben en bang en verdrietig.

Ik draai me van de deur weg als ik voetstappen hoor

De tranen lopen over mijn gezicht en ik wil niet dat hij dood is. Maar de gewone dingen gaan door: iemand doucht, mijn ouders maken ruzie, mijn zusje loopt naar boven. Als iemand mijn kamer inloopt en me iets vraagt doe ik alsof ik al slaap om tijd te rekken. De vraag wordt herhaalt. Ik veeg tranen weg, knijp in mijn wangen zodat niet alleen mijn ogen rood zijn, en richt me maar half op. Kortaf geef ik antwoord en ga weer liggen met mijn gezicht naar de muur.

Ik vraag me af hoe het voor mijn vader is, dat hij geen vader meer heeft. Ik denk dat mijn moeder blij is van de zorg af te zijn. Ik hoor dat ze probeert aardig tegen mijn vader te praten. Zou hij pijn gehad hebben?

Ik hoor blijkbaar geen verdriet te hebben, dat heeft verder ook niemand in huis. Alles gaat door alsof er niemand dood is. Geen tranen, geen gesprekjes, geen stilstaan met een tekening of gedicht.

Op de rouwkaart komt later een gedichtje van Toon Hermans

Sterven doe je niet ineens,
maar af en toe een beetje
en alle beetjes die je stierf
’t is vreemd, maar die vergeet je
Het is je dikwijls zelfs ontgaan
je zegt: ik ben wat moe
maar op ’n keer dan ben je aan
je laatste beetje toe.

Ik lees en herlees het. Het is intrigerend, ik verhoud me er steeds iets anders toe. De maanden en jaren gaan voorbij. Dat gedichtje draag ik altijd bij me.

Dit overlijden is ook het startmoment voor het lezen van rouwadvertenties. Ik zit elke dag achter de bank met de krant op de grond en lees alle overlijdensberichten. Elk detail. De leeftijd, wie er achterbleef, hoe oud de achterblijvers waren, hoe lang boven de grond, en wat voor begeleidend tekstje erbij gekozen is. Soms kom ik hetzelfde gedichtje als bij opa tegen. Ik voel verdriet voor de nabestaanden. De tranen lopen uit mijn ogen. Als ik voetstappen hoor, sla ik de krant open op een andere bladzijde. Zo ben ik elke dag even alleen.

En sterf ik af en toe een beetje, maar zonder te vergeten.

Herken je hier elementen uit? Wil je dat anders voor de komende generatie?
Hoe kun je een kind begeleiden in zo’n proces? Wat kan het een gevoel van steun geven?
De workshop “Rouw en Verlies bij kinderen: bewust omgaan met de dood” biedt handvatten en is tevens een mooi moment voor erkenning van delen in jezelf. Zie hier voor data en informatie.

Opa is dood

‘Ja’. [Stilte]
‘Het is niet zo mooi wat met opa gebeurd is.’

Ik zit in de brugklas, kom net uit school en zit op de grond met de krant. Mijn vader heeft eettafelstoel waarop hij zit naar me toe gedraaid, wat ik ongewoon vind. Ik kijk afgeleid naar de bank waarachter ik zit. Mijn hart slaat meerdere keren over. Ik voel me koud en onbestemd. Opa is mijn soulmate bij wie ik me klein, groot en veilig voel. Wat moet ik vragen nu? Zo onverschillig als ik kan starend naar de krant, vraag ik: ‘wat is er met hem?’

Mijn vader schuift wat met zijn voeten. Ik kijk op.

‘Opa is dood’

De hel barst los in mijn hoofd. Dat het niet waar is, want ik ga hem morgen zien, dat ik er heen wil, dat hij dat niet kan maken: doodgaan.

Vooral weet ik nog hoe opgesloten ik me voelde dat ik niet naar het ziekenhuis mocht en kon. Mijn moeder was daar wel.

Mijn moeder zou 20 jaar later zeggen: jij hebt niet gehuild en nooit meer over opa gesproken.

Ik dacht aan hem, huilde soms in bed en stopte dan want het was zinloos, schreef er twee keer over in mijn dagboek en had jarenlang elke nacht nachtmerries over hem. Ik sprak inderdaad nooit over hem. Het bleek vele jaren vast te zitten in mijn lichaam.

Zowel mijn ouders als ik hadden geen idee hoe om te gaan met de onverwachte en hevige dood. Zij konden mij als puberkind niet begeleiden. Ze hadden hun handen vol aan zichzelf en daarbij werd, vermoed ik, hun onverwerkte rouw die ze erfden van ouders uit de oorlogstijd, ook aangeraakt.

Er was in die tijd geen sprake van begeleiding van kinderen hierin, er werden geen handvatten aangereikt of pedagogisch verantwoorde adviezen gegeven. Het was overeind blijven en doorgaan.

Tegenwoordig is er wel die kans. En ben ik blij niet alleen ervaringsdeskundige te zijn op veel onderdelen van rouw en verlies, maar ook professioneel bij rouw en verlies te begeleiden.

Het is soms een moeilijk onderwerp, raakt aan vele lagen in onszelf, maar het bespreekbaar maken is gezond voor de volwassenen én kinderen. Het is deel van het leven. In dode (huis)dieren en ingrijpender: opa’s en oma’s en helaas soms ook een partner, vader, moeder, broer of zus. Dan komt het diep onder de huid.

Ik geef workshops en trainingen aan opvoeders, leerkrachten en coaches. Als rouw aanwezig is, maar ook preventief, zodat als de dood onherroepelijk voorbijkomt, er meer begrip, ruimte en begeleiding is. Graag loop ik even naast je in hoe kinderen te ondersteunen in rouw en hen te helpen in het bewust omgaan met de dood en natuurlijk ook ruimte te maken voor je eigen (onbewuste) stukjes rouw. Het is een mooie liefdevolle en praktische reis.

Neem vrijblijvend contact op voor een training op jouw school, in jouw organisatie of voor de volgende datum voor ouders: monike@eigenwijsinevenwicht.nl

Over grenzen : systemisch kijken deel 1

Deel 1

“Ik sta nu op je tenen en je zegt nog steeds geen stop.” De trainster van de opleiding Opstellingen kijkt me aan. De opdracht was om vanaf drie meter afstand de ander dichterbij te laten komen en stop te zeggen als het nabij genoeg was. Ze kwam steeds dichterbij. En nergens ervaarde ik een stop moment. Dus staat we nu hoofd aan hoofd.

“Denk je na?”. Uhm, nu wel. Tijdens de oefening kwam geen enkele gedachte voorbij. Ik was bij mijn ademhaling, mijn voeten op de grond en ik keek in haar ogen. Nu vraag ik me af of ik nabijheid dan prima vind, of juist dat ik me onbewust wapen, zodat ik de nabijheid aankan.

Ik stel voor mijn ogen dicht te doen, dan kan ik beter voelen. Dan grijpt ze in. Want, wat ik wil leren is met mijn ogen open, de omgeving die er is, er laten zijn, erkennen en daarmee toch mijn persoonlijke grens ervaren.

Een geschiedenis in grenzen onderzoek

Het thema grenzen is alom vertegenwoordigd. Veel mensen om me heen zijn hierin zoekende. Deze maatschappij met zoveel prikkels en de tijdsgeest dragen daaraan bij. Sensitieve mensen of mensen met trauma in hun zenuwstelsel hebben vaak een extra hindernis door een natuurlijke opmerkzaamheid en een aangeleerde (over)alertijd.

Zelf ben ik er al 20 jaar mee bezig. In persoonlijke ontwikkeling, na heftige life-events en in mijn professionele leven. Ik las er (veel) theorie over. Ik bracht het meermaals in tijdens intervisiebijeenkomsten op mijn werk, sprak erover met coaches en schreef erover. Ik had best inzicht in wat er bij mij gebeurde. Een van mijn collega’s vatte mijn worsteling goed samen: ‘Ik begrijp het niet. Jij voelt en ziet veel, je bent intuitief en durft daar ook naar te leven en je ratio staat er sterk naast. Hoe kan het dan zijn dat je je grenzen niet voelt of naleeft. En hoe zou dat wel lukken?”

Een van de wegen waarop ik uitkwam door die vraag te blijven onderzoeken, kun je lezen in dit blog ‘alles kan’. Voor nu wil ik vooral aangeven, dat het niet een nieuw pad was voor me. En die laatste vraag, ‘hoe dan wel met die grenzen?’, kwam in bovenstaand geschetste situatie ineens een stap dichterbij.

Perifere blik en voelen zonder oordeel

De trainster stelt voor om opnieuw op drie meter afstand van elkaar te gaan staan. Ze introduceert een nieuw element: de ‘perifere blik’. Mijn ogen blijven in de richting van haar ogen, maar ook op de hele omgeving. Ze stapt dichterbij en dan ineens, voel ik en zeg ik tegelijk: ‘Stop maar, dat is ver genoeg’.

Ik buitel van binnen door elkaar. Het was geen negatief gevoel, geen ‘hé als je nu eens stopt, je gaat over mijn grens’, geen irritatie of afwijzing naar de ander. Het was ook geen positief gevoel, geen blijheid om de nabijheid of afstand. Het was neutraal.

Ineens dringt het door: ‘Een grens is een feit dat je in je lichaam kunt voelen, zonder zwart of wit. Dit is brandnew. Dit heb ik nog niet eerder meegemaakt. Ik heb een grens gevoeld! Niet achteraf, als ik ervaar hoe uitgeput, ziek of overprikkeld ik ben. Niet in het moment een afweer of irritatie voele die dan al dan niet uitspreken. Gewoon een heel zuiver feitelijk ‘stop’, zonder lading. Mijn lichaam geeft dat gewoon aan!

Systemische kracht

In het systemisch werken is het ‘blanco’ aanwezig kunnen zijn belangrijk om in te pluggen in het grotere geheel. Daarvoor is het perifere zicht handig, om  de impulsen in je eigen lichaam helder te ervaren. Dat is waar je mee werkt voor de client, zodat er inzichten en helende bewegingen kunnen ontstaan.

Bewaker van mijn gezondheid

Uiteraard is dit niet de eerste keer dat ik zonder focus kijk. Voor intuitieve impulsen is de perifere blik voorwaarde. En daar heb ik ruimschoots ervaring mee. Van de nacht dat ik wakker werd en wist dat ‘mijn auto nu gestolen wordt’, naar het balkon rende en 3 jongens mijn auto zag meenemen, naar het aanvoelen wat er speelde bij clienten en hoe daar samen bij te komen, naar de vele keren in het moederschap, tot bij het aannemen van nieuwe medewerkers. In alle gevallen gaf mijn lichaam signalen vanuit een bredere blik.

Nu gaat het echter om mijn lichaam zelf. Het bewakingssysteem voor mijn gezondheid dat mijn aandacht nodig heeft. Ik herkende de signalen niet. Misschien door teveel focus op de buitenwereld, geforceerde timing, of te weinig waarde voor mijn lichaam en gezondheid. But, times they are changing.

’s Avonds bel ik lief ‘dag 1 van de opleiding en het is het nu al waard! Ik heb een grens gevoeld!’.

A story about me – a magical journey that is down to earth

A magical journey that is down to earth

Suddenly I can not walk properly after getting out of bed. I fall on the floor 3 times while trying. On my buttom I go down the stairs, telling my husband: ‘something is really wrong!’

This was the start of a long journey. I had double-vision, my ears didn’t work properly and had a severe tinitus. In the backside of my head a burning pain I never had in my life. Muscle- and jointpains and vertigo so strong that the world was spinning. I felt sick a good part of the day. I was exhausted, could not take much light or sound. I vomitted after sitting upright longer than 10 minutes, after a talk or watching tv.

Reading, household or taking the children to school was no longer an option. I could not do my fantastic job as a social-legal worker and hardly spend time with my husband and our children. I had to use a walker for the few minutes I could walk. And after 7 months, out of the blue, the ligaments in my knee and meniscus ripped.

Doctors and diagnoses
So, this all involved doctors, treatment-try-outs and diagnoses like neuritis vesitbularis, a persistent virus, vertigomigraine, fybromyalgia, B12 deficiency, Hashimoto disease, buckethandle-meniscus that needed surgery. In 18 months it summed up: 73 times contact with doctors, 77 treatments and research, regular and alternative. I tried different medication, that mostly did not help. Only Thyroid meds and weekly B12 injections stayed.

Lessons in life and yoga
On the other hand there was the yogapath I was on. After the first 3 months, my yogateacher Ankan, Yoga Kumar, came at our home, to help me start yoga again and give individual advice.

I remember laughing, as I could hardly stand straight, when he suggested balance postures. But he was serious. So with some ajustments I did practice balance too. Within my limitations, but a goal was set! I could, at that time, practice yoga only 5 minutes each day. After half a year I could come to class and join 25% of it, while I had to rest the whole next day. But, I kept practising yoga daily, just the minutes I could. The combination of knee and head problems brought a lot of difficulties.

After 12 months into the disease-proces, I had a knee surgery and in the next 4 months, yoga and physical therapy helped to move forward with baby steps. Yoga helped me from the start to accept this new reality for the time being. I was finding new ways to connect to my body and take my lessons out of this period. And this time of not being able to work or do much in the house, gave an opportunity to practice ‘just being’.
Also the education in constellation work I took, did help to break through some old paterns, that appeared to have physical influences. This too was helping me to bare through the consequences of the disease.

Life changing choice
But, recovery did not take further and therapists found a strong limit on my capacity that was not stretchable. We made the best out of each day as a family, but the challenges in daily life and as a mother and wife were still huge.

That was when Yoga Kumar pointed us to India as direction for my health: more yoga and Ayurveda. This advice was an immense turnaround and an emotional rollarcoaster. We had to quit our jobs, find schooling for the children to mention only 2 issues. Still our family of 4 felt a deep yes. It was an inner knowing that we should go and we decided to listen to that voice. So in july 2017 we flew to India, Maharasthra to land in Kaivalyadham Yoga Institute to stay for 10 months.

A long, intense and beautiful expedition followed. Physically, mentally and spiritually. Ayurvedic doctors prescribed yoga as therapy and Ayurvedic treatment. We ate Satvic food. My weeks were filled with 4-5 times yogatherapy and ayurvedic treatments. And we were together on the yogic 8 folded path of Patanjali: being aware on how to treat others and ourselves healthy, via asanas, be conscious of breathing and our senses and practice concentration. It was the real deal.

Peace of mind
Traditional yoga is working on the mind. I learned to stay within my comfortzone, instead of always discovering outside. The balance between activity and relaxation was disturbed in me. Looking back I realized I never really took recoverytime after intense activity. In the traditional classes I noticed how important it is. How my body needed the shavasana after a posture. How my mind became more quite, since it didn’t have to follow up on all of my great ideas :), prove myself, or do all the important things I did. My mind was less busy forcing myself to reach a little higher than I could, so it found space and peace that my body needed to start recovering.
In the meantime Ayurvedic treatment worked on my immunesystem, detoxing and painrelief. This helped a great deal physically and on calming my mind too, as pain is very disturbing, either if you try to ignore or give it attention.

West meets East
This whole lifestyle worked integrated with the western medicin I (for now) need. The western hospitals are experts in trauma (like when you break a leg) or medication for a serie of diagnoses. But for lifestyle diseases, that are so common and in such a variety among us, it falls short. The ancient wisdom of yoga and Ayurveda is complementary. This works both ways. Science is finding that more and more too. Many times I felt deeply gratefull, to experience east meets west in a profound way. That I, we all as a family, took the plunge to turn our lives upside down, to encounter recovery, grow, adventure and so much love.

Good to hear, but what happened next with your health?
After two months India, I swapped my walker with a stick and I could walk like this for about 15 minutes. After 2 more months I am walking without stick or any help. In yogaclass I can do all postures now, without someone holding me.

One more month and I could drive the scooter. Two 2 years (!) after the disease came along I took my children to school again by myself!
The Vertigo is less, my eyes work better, so I can read again, energy is more, pain less, tinitus reduced big time, I spend less hours in bed during the day.
Every 2 months I was tested at the Scientific Research Departement of the Yoga Institute Kaivalyadham and the tests on strength, coördination and balance stated huge improvement. So the testresults corresponded with my daily life.

A final touchdown and first new steps
I could move from therapy-yogaclass to basic class in january 2018. When we returned to The Netherlands the end of April, I even finished a 200 hours yogainstructor course!

I started to develop and conduct workshops for teachers with my husband ‘how to teach yoga to children’. Learning about this lifestyle in a fun and traditional way, will benefit the children ánd parents & teachers on many levels. Slowly I pick up coaching again, now with the addition of the powerfull ancient sciences.

Bringing forward the Yoga & Ayurvedic lifestyle that supported me to great extend physically, mentally and spiritually, is the natural way to go. New chances will be unfolded and I am ready to take each new step!

Zeven tips in Zuid-Goa voor reizende families

Gepubliceerd op mamaschrijft op 4 maart 2018

Zeven tips in Zuid-Goa voor reizende families.

In de afgelopen drie maanden zijn we gaan houden van India, van de gebruiken in ‘onze’ staat Maharasthra. Van de vrouwen in Sari met gewicht op hun hoofd, het ongeregelde verkeer, het onverwachte, de overgave die nodig is, de natuur, de met hart en ziel gevierde festivals, de mensen die de liefde voor yoga, ayurveda en de locale keuken aan ons voorleven. Zelfs van de ‘inefficiëntie’ (in mijn referentiekader) die India kenmerkt.

Diwalifestival

Maar tijdens het Diwalifestival in oktober, vrij van opleiding en school in India, gingen we ‘op vakantie in eigen land’ en reizen we af naar zuidelijkere oorden in India: GOA. Het noorden van Goa van zoek je veelal op voor de parties, een uur tot anderhalf naar het zuiden tref je de gemoedelijke relaxte sferen aan. Het is een paradijselijke gezinsbestemming door onder meer de palmbomen. In tegenstelling tot de rest van India, is het hier geaccepteerd dat je als vrouw in bikini/badpak gaat zwemmen en spaghettibandjes en korte rok/broek draagt. Voor de Nederlander die van reizen uit: doe eens gek in de kerstvakantie, meivakantie (of nog gekker een week in de herfstvakantie) vluchten vanaf Brussel zijn regelmatig in de aanbieding. Let wel op de moessontijd van jul/aug tot begin oktober.

Maar misschien ben je als gezin, net als wij, wel langer in Azie of zelfs India, ook dan is Goa een vakantieplek bij uitstek.

Om je op weg te helpen: 7 try-these-as-a-family-in-Goa tips!

  1. Namiddag op het strand van Palolem. Het strand van Palolem aan het einde van de middag: prachtig door de ligging tussen twee uitstekende rotspartijen, de palmbomen die nog te zien zijn aan de waterlijn en de onbeschrijfelijk mooie zonsondergang. Deze ervaring was de eerste van onze vakantie. De paradijselijke toon was meteen gezet. Vergeet niet wat silhouet foto’s met je kids te maken!
  2. Royal Garden Estate als uitvalsbasis. Boek in Palolem een kamer met zwembadzicht bij Royal Garden Estate (via booking.com te vinden). Het is ietsje van de kust af, op een rustige plek met een prachtige groene tuin met bloemen en een zwembad. Onze kinderen doken er elke ochtend voor het ontbijt in en liefst ‘smiddags ook nog even als we thuis waren. Satay, de host, was een fantastisch snelle vriendelijke regelaar. HIj pikte ons op toen de taxichaffeur de locatie niet snel kon vinden en was er binnen 10 minuten als we iets nodig hadden. Het appartement is ruim, de bedden prima en de keuken van alles voorzien. Er is voor de lunch een restaurant aanwezig, maar wij kozen voor eten buiten de deur.
  3. Agonda voor strand en eten. Bezoek het strand en een van de overheerlijke strandtentjes in Agonda. Hier hangt een wat Europesere sfeer dan in Palolem, met toen wij er waren, veel Engelsen. Het strand is breed en zacht en er is heerlijke verse vis te eten. Maar ook voor vegetariers, zoals onze dochter (en wij doen vrijwel altijd mee) is er volop keuze. Dat geldt overigens in heel India. Vergeet onderweg niet wat te eten, chai te drinken of een ijsje te halen bij het verrassende restaurantje onderweg van Agonda naar Palolem. Je kan er boven zitten met uitzicht over de (net na de moesson) intens groene natuur en heuvels. Het is zo’n plekje waar ik gelukkig van wordt. Knus, hangende kralen met hartje ipv ramen tegen de muggen, hangende vruchten aan de boom er vlak naast en geen gebouw binnen het gezichtsveld. We kinderen werden hier geinspireerd om na te denken hoe hun ideale plek er uit ziet en hoe we die in Nederland zouden kunnen maken. Het is ook nog eens heel goedkoop.
  4. Galgibag en Tapona voor verlaten natuurschoon. In het zuidelijke stukje Goa is de natuur prachtig en vind je steeds meer rust. Tapona is een piepklein vissershaventje en in Galgibag zijn de stranden verlaten in oktober/november en zelfs in het hoogseizoen is het er rustig. Als je hier in het juiste jaargetijde komt, kun je de kleine schildpadden uit hun eieren zien komen. Het strand is door de regering beschermd als broedgebied voor schildpadden. Wij vonden een familierestaurantje met 2-3 tafels, een hangmat en verse krab, vis en heerlijke groenten en zelfs friet voor de kinderen, met uitzicht op het strand. De rit naar deze plek toe is fantastisch door de natuur en het op zichzelf al waard!
  5. Reggae food in Palolem. Hét restaurant dat we dagelijks bezochten voor lunch of diner: Upside Chill Out. We probeerden alternatieven, maar kwamen toch steeds hier terug. Ook dit is een boven-plekje. Het biedt uitzicht op de winkelstraat van Palolem. Aan de straatkant zijn twee lounge plekken ingericht, waar onze kinderen naar toe renden om overheerlijke Indiase gerechten: Momos en Biriyani of een (vegi-)burger en de lekkerste ijscoupe ever, Hello to the Queen, te bestellen. Reggae muziekje op de achtergrond en lekker nagloeien van de goan sun. Ook zijn de prijsjes fijn hier. Je moet alleen niet schrikken als er een backpacker een blowtje komt doen. Onze kinderen keken nieuwsgierig vanaf onze loungeplek toe en wij konden er een luchtig pedagogisch moment van maken.
  6. Workshop Macramee. We vonden een fantastische winkel in de winkelstraat van Palolem. Iets minder goedkoop als de rest, maar betaalbaar en met andere kleding dan al hetzelfde in de straat. Prachtig mooie en kwalitatief goede kledingstukken uit Rajasthan. En dan werkt daar Himanshu, die een natuurtalent in macramee is. Hij leerde het van zijn vader, die het van zijn grootvader leerde. Hij geeft workshops, ook aan kinderen, met engelengeduld, gewoon op de grond in de shop. Hij hoopt einde van dit jaar een eigen shop te hebben. Onze dochter van 8 maakte een paar geweldige dromenvanger oorbellen. Onze jongste van 5 was eigenlijk net te jong. Himanschu bleef haar betrekken en helpen, tot ook haar armbandje af was. Ze zijn ruim een halve dag bezig geweest voor €7 per persoon. Mijn echtgeliefde en ik zaten afwisselend bij hen, terwijl de ander ging shoppen, iets eten scoorde of op het strand liep. Aanrader!
  7. Huur een scooter. Ok, het is misschien even omschakelen als Nederlander gewend aan allerlei verkeersregels, maar als je durft is een scooter dé Top Tip! Voor zo’n 3-4 euro per dag, heb je de vrijheid om door Goa te rijden en je favoriete plekjes per ongeluk te vinden. Sowieso is het een heerlijke ervaring, op de tweewieler, door de mooie natuur met vele palmbomen en de warme wind om je lijf. Een echte Indiase ervaring door als gezin van vier op zo op pad te gaan. En onze kinderen genieten net zo hard van het vrije gevoel als wij. En vergeet niet zelf nieuwe magische plekken te vinden. Enjoy this place met de zwoele avonden en heerlijke ontspannen sfeer.

Oefenen met de dood

Gepubliceerd op mamaschrijft op 9 februari 2018

Oefenen met de dood

Met ogen vol verdriet staat ons vijfjarige meisje bij de vierkante vissenkom. Op de bodem een vrijwel levenloze sluierstaart. Haar visje sinds 2 jaar, Mickey. Ik schiet heen en weer tussen haar verdriet ruimte geven en gedachten als ‘het is maar een vis’. Ineens weet ik weer dat onze dode vissen vroeger gewoon door de wc gespoeld werden. Ik schreef er dan achteraf over in mijn dagboek en tekende er tranen bij. Ik besluit dit proces met dochter in te gaan.

Opties voor herstel en aandacht

Samen kijken we naar de zieke vis, ik zoek op internet oplossingen of tips en lees dat ik het beste het diertje dood kan slaan. Enigszins voorzichtig, met andere woorden dus, breng ik dat nieuws. Ze is vastberaden ‘bel een dierenarts!’. ‘Uhm, er is geen vissendierenarts, liefje’. Dat is beneden alle peil, dat dierenartsen vissen niet belangrijk genoeg vinden. En als haar rechtvaardigheidsgevoel zich zo laat zien, vind ik dat ze daar wel een punt heeft. Dus ik denk even na en bel dan de dierenwinkel die ook vissen verkoopt om doktersadvies te vragen.

De vriendelijke stem aan de andere kant geeft, na enkele vragen, ook het advies om de vis te doden. Ik vertel dat er een vijfjarig verdrietig meisje naast me staat. De stem doet een onvoorstelbaar lief aanbod: ‘kom maar met de vis en het meisje naar de winkel’.

Dat stelt dochter even gerust. Ik vraag haar wat ze voelt of nog wil zeggen aan Mickey. In tranen stamelt ze wat. Ik vraag of ze een briefje wil schrijven. Ze zit al met stiften en papier voordat ik uitgesproken ben. Een brief aan Mikey wordt het. Die op de kom geplakt wordt. Zo staan we 10 minuten later in de winkel met een gele brief. Onderweg in de auto bereid ik haar voor dat er grote kans is dat haar vis toch dood zal gaan. Ze knikte alleen maar.

Waarom zo serieus rond een bijna dode vis?

Intussen ben ik dankbaar dat deze dood enigszins aangekondigd komt en ik als moeder haar kan helpen om te gaan met de emoties die horen bij de dood. Alle fases van rouwverwerking zullen voorbij komen. Ontkenning (zit ze middenin nu), boosheid (een verdedigingsmechanisme dat haar nu al kracht geeft), het gevecht aangaan (of eigen doelen opleggen), depressie (het machteloze gevoel dat je echt niets kan doen aan de dood) en tot slotte aanvaarding. Ik bereid haar graag voor, nu bij deze vis, op de verliezen in het leven die zonder twijfel gaan komen.

Ik wilde schrijven ‘deze vis als minder groot verlies’, maar dat klopt feitelijk niet met de emoties die overweldigend groot kunnen zijn bij de dood van een huisdier voor een kind. Het verdriet, de machteloosheid en boosheid staan op zichzelf, niet evenredig met de oorzaak. Dat is de reden dat ik haar nu volg en begeleid. Zodat ze, op een dag als ze volwassen is, of als ik er niet meer ben, gereedschappen in zichzelf heeft klaarliggen, om met heftige emoties en situaties om te gaan.

Meebuigende medewerkers en een intuïtief kind

De winkelbediende loopt ons voor naar de aquaria. Ik blijf op de achtergrond. Mickey mag een nachtje tussen andere vissen ‘om te zien of hij zal opknappen’. Ze staat met haar neus tegen het glas te kijken. Als ze ziet dat de andere vissen Mickey porren en duwen, schreeuwt ze het haast uit in tranen. ‘Hij moet eruit, haal hem eruit, ze vallen hem aan’. Mijn rationele neiging tot uitleg ‘dat dieren zo met een ziek dier omgaan’ hou ik voor me. De winkelmevrouw pakt het anders aan. ‘Ik haal hem eruit en we zetten hem bij de jonge visjes. Die zijn vast liever voor hem.’ En zo geschiedt. De babyvisjes laten Mikey met rust. De brief mag op het aquarium. Morgen komen we weer kijken.

Als we de winkel uit willen lopen, draait onze vijfjarige zich om ‘als hij vannacht doodgaat, wil ik hem ophalen. Bewaren jullie hem dan?’. De verbaasde gezichten achter de toonbank knikken.

Ik ben verbaasd over hoe ze precies weet wat ze nodig heeft en dat ook gewoon durft uit te spreken. En leer zelf ook een beetje bij. Ze huilt onderweg naar huis nog even.

Begrafenis

Mickey gaat die nacht dood, wordt de volgende dag opgehaald en thuis in een door dochter gemaakt doosje met watten gelegd. Ze graaft met papa en zusje een gat in de tuin. Zusje van twee zwaait en zegt ‘dag isj’ als hij het gat in gaat. Mijn dochter maakt zelf nog een herdenkingsteken voor in het zand. Die mept ze met een hamer de grond in boven de vis.

En dan? Dan is het klaar. De tranen hebben gestroomd, de daden zijn verricht en de vissenliefde kreeg ruimbaan. Ze gaat over tot de orde van de dag. De weken erna zegt ze soms dat ze Mickey mist. Ze wil geen nieuwe vis.

Tot op een dag ze wel een nieuwe vis wil. Het is geen vervanger. Hij krijgt een nieuwe naam en er ontstaat een nieuwe vissenrelatie.

https://www.mamaschrijft.nl/wp-content/uploads/2018/02/IMG_2599.jpg

Een Indiase hond beet mijn kind

Gepubliceerd op MAMASCHRIJFT 30 november 2017

https://www.mamaschrijft.nl/moederschap/een-indiase-hond-beet-mijn-kind

Monike woont met haar man en twee dochters in India en deelt regelmatig haar ervaringen. In dit blog vertelt ze hoe haar 5-jarige dochter is gebeten door een hond, en wat voor emoties en zorgen dit bij iedereen losmaakt.

Vorige week zette de ziekenhuisarts een vijfde en laatste injectie in de bil van onze jongste. Het was in de weken ervoor een periode van extra bezorgdheid en allerlei andere emoties staken hun hoofd om de hoeken van ons veilige huis.

Gebeten door een hond
“En het is nog wel mijn vrieieiendjeeee”, snikt mijn dochter, terwijl ze zich in papa’s armen stort. Haar lijfje schokt van het huilen.

Ze is net twee keer in haar gezicht gehapt door een hond op de campus. Ze zat op haar hurken rustig bij de hond en aaide hem zacht. Ineens horen we een geluid en rent ze naar ons toe. De hond beet niet door, maar gaf met twee happen (op de neus net onder haar oog en op haar voorhoofd) krassen en een bultje. De schrik, maar vooral dat haar vríendje dit deed, maakt haar overstuur. Dat blijft ze herhalen.

Vrienden die iets meemaken

Hondsdolheid
Wij schrikken ook. India is land nr 1 qua hondsdolheid en verantwoordelijk voor 35% van de doden door die ziekte wereldwijd. En het wordt ook via slijmvliezen (zoals in een oog) overgedragen. De dokter is binnen 5 minuten ter plaatse en verwijst ons door naar het ziekenhuis. Een uur later krijgt ze de eerste injectie (dag 0 van de blootstelling) in haar bil en nog een uur later staat ze weer oog in oog met de hond.

Ons meisje is voorzichtig, maar overtuigd dat ze zo zachtjes gebeten is, omdat ‘de hond ook weet dat hij haar vriendje is’. De hond loopt recht op haar af om contact te maken. ‘Hij kwam sorry zeggen, mama’. Tja, vrienden maken wel eens wat mee met elkaar.

Emoties in het lijf voorrang op het verstand
Mijn huilen komt later, als ik lees over de symptomen van rabies en de realiteit inkickt van de 100% dodelijkheid en ongeneselijk als er symptomen verschijnen. Ik blijf bij mijn angst en verdriet. Er komen gedachten voorbij als ‘maak je niet druk, het valt vast mee’ of ‘we waren er snel bij’. Toch laat ik die voorbijgaan en voel gewoon volop de emotie. In mijn keel, buik en gezicht slaan de golven omhoog van verdriet ‘als ze er niet meer zou zijn’. Ik huil vanuit de diepte de verkramping van mijn maag (angst?) eruit. En praat erover met lief.

Daarna voel ik nog meer hoe bijzonder ze is voor me, onze dochter, zo magisch en vol leven. En dat ik haar nog oneindig lang wil meemaken. Ik voel de warmte in mijn borst. En wat ik haar van ons als ouders en het leven gun. Mooie voornemens die morgen als ze wakker wordt, meteen concreet kunnen worden in meer geduld bij een van haar energieke (maar soms pijnlijke) uitbarstingen bijvoorbeeld.

Ok, nu mag mijn ratio. Die schat de kans klein in, dat ze besmet is en vertrouwt, just in case, dat de injecties zullen beschermen.

Rebellie en verdriet als geneesmiddel
Op dag 3 volgt de tweede injectie en onze dappere vijfjarige ademt rustig met gesloten ogen naar haar bil. Ze vraagt de dokter wel nog even niet in haar bot te spuiten. De arts lacht en belooft het.

Rebellie vol overgave

Injectie drie en vier gaat ze huilend in. De dokter krijgt niet eens een hallo. De spanning van het ziekenhuis, het wachten, de spuit en natuurlijk dat dit allemaal nog hoort bij die beet van haar vriendje, krijgt ze niet meer weg geademd. Het moet eruit gehuild. Niet een keer, maar vaker. Er moet opstandig gedaan door onze kleine rebel. Ze moet springen, in de lucht schoppen en hard gillen. Ze doet het met overgave.

De laatste injectie, na 3 weken, gaat ze weer kalm en rustig in

In het ziekenhuis

Ze lacht weer met de dokter en blijft nog even hangen bij de (geen Engels sprekende) verpleging. Buiten eten we verse ananas. Onze emoties niet weg redeneren, helpt om het leven te leven. Zeker in India, waar het leven de dood veel meer zichtbaar meedraagt. De gevoelens gaan door ons heen en door er, naast woorden aan te geven, zo fysiek mogelijk bij te blijven -waar en wat voel ik in mijn lijf?- ervaren we dat ze vanzelf uit ons systeem verdwijnen.

Omdat fysiek zo lastig is op papier, deel ik als afronding wat woorden van dichter Kopland. Dit gedicht dwarrelt al drie weken door mijn hoofd en stond tevens op het geboortekaartje van ons krachtkind:

Je ziet hoe het gebeurt
het is klaarlichte dag – en het gebeurt
voor je ogen zie je hoe het kleine lichaam
van een meisje
levend afdaalt in de aarde.

Het is heel licht, het is van dat hevige
verzadigde zomer-licht waarin je weer even ziet: ja dit
dit was het landschap
hemel, aarde, riviertje, boompjes, gras.

Lichaam, denk ik, als het lichaampje bent
van haar
waar heb je haar gevonden
waar breng je haar heen
waar laat je haar gaan

en hoe moet het zijn zonder jou,
hoe lang, hoe diep, hoe alleen.

Uit: Rutger Kopland – Over het verlangen naar een sigaret

G.A. van Oorschot, 2001