Reisagent voor avontuurlijke levenskracht. Beweeg, adem, speel en deel je vrij

Tag: hoogsensittief (pagina 1 van 1)

Alle hoop moet dood

Welk thema zal ik de yogales geven? Vroeg ik aan de meiden tijdens het koken.  

Hoop, zei Jana,

Zeker in deze tijd

Alle hoop moet dood, zei een vriend 25 jaar geleden. Hij had iets heel heftigs meegemaakt en gemerkt dat als hij hoop hield dat het goed kwam of weer het oude, dat teveel pijn deed.

En toen ik ergens mee zat was zijn advies ook alle hoop moet dood. Ik begreep hem al te goed. 

Ook andere ontmoetingen en ervaringen leken in die richting te wijzen, zij het wat genuanceerder. Het ging daar niet over ‘moeten’ verliezen, maar over een gevolg als dat wel gebeurt.

Zo was er een bijzondere ontmoeting met een man uit zuid Amerika op het strand in Israel. We hadden diepe gesprekken en verbinding en toen verloor ik een dierbare ring in het zand. Zoeken leverde niets op. Toen we stopten en in rust weer verbonden met het gemis (ik) en elkaar, lag de ring ineens in het zicht. Just when you give up hope, you find what you are looking for. 

Deze herinneringen waren een begin van de beweging die ik maakte door ‘hoop’ op te nemen, door mijn geest en lichaam te laten struinen via mijn ervaringen, wereidsituaties, gangbare hoop-ideeën en wat het lijf ermee deed.

Hoop kun je hebben en weer verliezen.

Hoop is bv in tegenstelling tot vertrouwen dat gaat over het heden gedragen door het verleden, toekomstgericht. Toekomst, waar je weinig controle over hebt en die er nog niet is. 

Hoop wordt vaak verward met verwachting: het resultaat moet zijn wat we gewenst (gehoopt) hebben. Hoop wordt in deze lijn ook verward met optimisme (dat het goed afloopt, de zon gaat schijnen na regen). 

Hoop wordt ook vaak gebruikt als magische bezwering: ik hoop dat je snel beter wordt. (Of bij sommigen de magie van: alle hoop moet dood). 

Toch voelde ik in de suggestie van dochter een andere lading. Diep in mijn buik reageerde ook iets. Hoop in diepte en met openheid tegelijk. 

Hoop gaat niet over licht dat we verwachten aan het eind of begin van de tunnel (zoals genezen, of terug naar hoe een levenssituatie was en fijn was, of juist door naar iets nieuws wat wél fijn is) maar over in de tunnel zijn en blijven lopen. In beweging blijven, dóen, uitreiken naar het onbekende, vanuit het niet-weten en niet-zien. 

Dat is dubbel op anders dan de maatschappij ons voorhoudt met het maakbare leven, controle en zekerheid. En ineens komt een gedicht van Vaclav Havel op dat een toffe collega me ooit gaf en eindigt met:

Hope is not the conviction 

that something will turn out well 

but the certainty 

that something makes sense, 

regardless of how it turns out.

Hoop is handelen zelfs als je weet dat het resultaat niet is wat je wil, onhaalbaar is zelfs misschien. Hoop is dan toch handelen omdat je het belangrijk vindt. Je hele lichaam (niet alleen je gedachten) die richting op neigt. 

Aansluitend daarbij merkte ik in mijn lijf rondom hoop een uitreik-beweging op. Zowel uitreiken (actie) om hulp of steun te vragen, als uitreiken om steun te bieden, te geven waar de situatie dat vraagt. En dan weer terug komen naar de neutrale positie, mijn midden. Om te ontvangen en om te herstellen. En herhaal. En die herhaling kan in vele houdingen, vele soorten bewegen fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel. 

Met deze hoopvolheid ontving ik de deelnemers en nodigde ik hen uit hoop in hun lichaam te ontdekken. In het doen, de beweging, daarna de statische houding en dan de terugkeer uit de houding en tenslotte in het niet-doen. Hoop heeft vele lagen en kleuren en is voorbij een gevoel, verankerd in dóen.

Dat is misschien wel de hoop die doet leven.

Een stokstaartje en een archeoloog

Wat hebben die nou met elkaar te maken? Mij! En misschien wel jou.

Vijftien jaar geleden bij een opdracht om mensen te vragen naar positieve eigenschappen van je, schreef een vriend:

“Nieuwsgierig, associatief, sensitief: Bij elk gespreksonderwerp dat ik aansnij heeft Monike vele vragen, wil alles weten, liefst ook voelen en ze komt er weken later nog op terug.”

Lees (en huiver eventueel) hoe een opdracht in oktober dit in andere vorm bevestigde.

Op mijn werk hoorde ik regelmatig als grap én waarschuwing van collega’s:

“Voordat ik überhaupt door heb dat er iemand bij de receptioniste staat, heb jij al gehoord waar die cliënt voor komt, dat de receptioniste zich ongemakkelijk voelt, of dat er belangrijke informatie ontbreekt, of dat er een dwingende situatie ontstaat en ben je als speedy gonzales naar het bureau gerend.”

En mijn psychotherapeut benoemde ooit wat ik deed (mezelf en mijn geschiedenis en die van mijn voorouders ontdekken)
“grondige persoonlijke archeologie“.

Je zag met de titel van dit blog in gedachten, vast bij mijn werkvoorbeeld al het stokstaartje voor je, alert op de wacht en rennend bij dreiging.
Niet? Oh.

In ons huis zijn stokstaartjes vaak onderwerp van gesprek. Mijn echtgeliefde heeft er een zwak voor. En noemt mij (al dan niet liefkozend 😬) regelmatig een stokstaartje.

Tijdens een huiswerkopdracht uit blok 1 van de opleiding Hoogsensitiviteit kwam dit alles boven. Tegelijk ongeveer. De opdracht was: bedenk metaforen voor hoogsensitiviteit.

Uitstelgedrag en daadkracht

Eerst kwam er weerstand, die zich vermomde als uitstelgedrag, want ‘metaforen bedenken lukt me best, dat doe ik nog wel wel.’

Toen het gevaar van de deadline inzicht kwam, sloeg ik alarm, vatte me bij de kladden tot op de metaforenpagina. En toen sloeg ik dicht, ontstond er paniek. ‘Mijn metaforen zijn niets waard. Te ingewikkeld. Te simpel. Straks denkt nog iemand dat ik hoogsensitiviteit iets vind om jezelf op de borst te kloppen. Die voorbeelden zijn maar losse associaties. En wat weet ik nou helemaal over stokstaartjes?!’

Aha, dit laatste kan ik te lijf gaan! Dus (als een jawel, archeoloog, natuurljk) ploos ik Google door.
Wist je dat stokstaartjes met verschillende geluiden, de verschillende risico’s aanduiden aan hun groep?

Of dat stokstaartjes de kindertjes van andere stokstaartjes melk geven indien nodig?

En ook heel belangrijk voor de HSP metafoor: als ze op wacht staan, niet eten en tot 20% van hun lichaamsgewicht verliezen?
(Ken je dat, in focus en met deadlines vergeten te eten?)

Dus.
Ik schreef de metafoor in mijn map. Wel nog met potlood.

Verdieping, verwerking en afstoffen

Door naar de tweede metafoor. Ik zag het voor me. Zie jij ook de archeoloog bezig?
Hij die enthousiast is bij elke kleine verkleuring van grondlagen? Die zorgvuldig de centimeters uitpluist met een kwastje om de schatten te vinden? En deze dan liefkozend en zorgvuldig bekijkt, bestudeerd en dan netjes bewaard. en regelmatig weer opzoekt.
Onderwijl op naar een nieuwe aardlaag om het hele traject opnieuw mee te maken.

Ik zag mezelf terug door de ogen van de psychotherapeut en kon me aardig vinden in de metafoor.

En hop, de volgende associaties rolden alweer binnen.
Naast de happy archeoloog, kijkt ‘de gemiddelde’ mens (die bestaat niet natuurlijk, maar laten we hem toch opvoeren voor metafoor-sake) bedenkelijk: ‘wat een poeha om een hoop aarde, ja er zijn nou eenmaal meerdere kleuren grond. En dan waardeloze scherven als ‘schatten’ beschrijven, je kan ook overdrijven!’.

En dat de archeoloog zich dan wat onbegrepen voelt en/of de ander niet begrijpt, maar toch van zijn vak blijft houden?

Oh, wacht, er zijn er natuurlijk ook weer anderen die genieten van de schatten (in musea te bewonderen) en collega-archeologen die graag meesparren.

Associaties en keuzes

Voor wie geheel tot hier gelezen heeft en dacht wat een hak-op-de-tak: klopt. Een klein inkijkje 🙂.

En voor wie dacht: logisch, zo gaat dat in mijn hoofd ook: wat als je daarna maar één van de metaforen zou mogen kiezen? Ja he, ellende!

Nou. En toen kwam dus die opleidingsdag en mochten we in tweetallen maar één metafoor uitkiezen en tekenen. Dat kiezen lukte niet. Na overwegingen en overleg nog niet. Kostte onnodig tijd. Frustratie. Wat is de juiste keuze? Die het beste overbrengt wat we willen zeggen. Ok klaar nu. Dus besloten we weloverwogen (hehe): de stokstaartjes en de archeologen ontmoeten elkaar blijvend op een tekening. Hij is nog niet af die tekening, kan nog aan gewerkt. Zag ik aan de reactie van een collega-student. Ik heb nog een beetje meer tijd nodig…stop. Adem.

Dit hele verhaal omvat het wel een beetje: dat diepverwerkende en omgevings-sensitieve brein.

Stokstaartje en de archeoloog metafoor voor het hoogsensitieve brein

Denk ik nu. Tot er weer een gevoel of gedachte opkomt die hierin niet (kloppend) staat verwoord en het alarm weer afgaat, standje alert de archeoloog op onderzoek uitstuurt om dit blog alsnog te verbeteren.

Snel op verzenden drukken nu dus.

Wijsheid in het woud

Nou meiden, meer jungle kunnen we jullie niet geven”. Ik kijk om me heen en kan alleen maar stil zijn. We zijn na drie uur klauteren, soppen en vallen, zonder een enkel bestaand pad te hebben gezien, aangekomen bij de waterval waarmee een zijrivier van de Rio Napo begint. Midden in het regenwoud, totaal verlaten van de bewoonde wereld.

Met een vriendin ben ik als twintigjarige naar Equador gereisd om een vriend op te zoeken. Vriend B, met wie hij daar is, beklinkt ons moment ergens tussen Tena en Mishualli met bovenstaande woorden. Alle vier worden we in stilte overspoeld door geluk. Ik neem een duik in het water en laat de tocht hierheen nog eens door me heen gaan.

Angsten, aanvaringen en acceptatie

Het was soms pittig, hijgend beklommen we rots na rots door de dichte begroeiing en soms trokken de jongens ons omhoog. Op een moment viel mijn vriendin verkeerd en haalde haar hand flink open. We waren niet op pad gegaan met een EHBO kistje en dit moest wel verbonden worden. Met een afgescheurd T-shirt is een drukverbandje aangelegd. En ze besloot toch door te gaan.

Ergens onderweg leun ik tegen een rots om verder te komen en schreeuw het uit. Mijn spinnenfobie wordt ultiem beproefd: er loopt een reusachtige spin over mijn hand, groter dan mijn hand zelf. Ik sta in shock na te trillen en besluit dat deze angst nu geen ruimte heeft. We moeten hoe dan ook terug naar de bewoonde wereld, die inmiddels 2 uur lopen ver is. We gaan verder. (Die nacht zal ik continu vreselijke nachtmerries hebben over spinnen die mijn leven overnemen. Achteraf een keerpunt, mijn fobie reduceerde de jaren erna tot ongemak rond spinnen.)

Het water slingert me onderuit, ik ga kopje onder en voel de natuurkracht volledig

Een stuk verder moeten we de rivier oversteken, vanwege onmogelijk door te komen begroeiing aan onze kant. Zorgvuldig is een plek in de rivier gezocht, smal genoeg om een touw te spannen. Een van de heren worstelt zich door de hevige stroom heen met één kant van het touw. Dan ga ik en ik voel me onoverwinnelijk. Spanning en blijdschap stromen door me heen en ik loop niet volgens opdracht stroomopwaarts langs het touw, maar aan de andere kant. Ik laat het touw zelfs even los om de kracht van het water volledig te ervaren.

Dan gaat het mis. Het water slingert me onderuit, ik ga kopje onder en voel de natuurkracht volledig. Vriend B aan de overkant gooit me een touw toe, terwijl ik met de stroom mee genomen word. Wonderbaarlijk genoeg weet ik dat met één hand uit de lucht te grissen, als mijn hoofd een moment boven water komt. Hij trekt me tegen de rots aan, waar ik met zijn hulp, trillende benen en moeite tegenop klim. Ik lach stralend van adrenaline ‘dat was een ervaring!’ en krijg een klap in mijn gezicht en een donderpreek. Of ik wel besef hoe dichtbij verdrinken het was en dat hij dan zijn leven had moeten wagen door me achterna te springen. Vriendelijk verzoek om de situatie serieus te nemen.

De angst voor afwijzing kan het niet op tegen de angst voor de hoogte, de val

En nu zwemmen we vreedzaam onder de waterval en klim ik voorzichtig achter vriend A aan omhoog tot halverwege de waterval. Doel is om er van af te springen, terug klimmen is te gevaarlijk. En dan blokkeer ik.

Ik durf met geen mogelijkheid. Hoe ze ook op me inpraten – en ik op mezelf- en wat ze ook voordoen aan sprongen, ik lijk verstijfd. De tijd verstrijkt en ik met mijn onoverwinnelijkheid voel me behoorlijk stom. Maar de angst voor afwijzing kan het niet op tegen de angst voor de hoogte, de val, of wat het ook is. Vriend A komt naast me zitten. Praat rustig, maakt grappen. Hoelang we daar zitten weet ik niet, maar samen komen we zover dat ik spring. Mijn gezicht vertrokken van angst en dan de bevrijding van het water, de opluchting en overwinning. Ik kom boven.

Van waterval naar wijsheid

Regenwouden, oceanen, of woestijnen en oude beschavingen als de Maya, Australische Aboriginals, of Kelten, hebben me vele keren geopend. Van alle reizen door de jaren heen raakten vooral die ontmoetingen aan een kracht in mezelf.

Enkele jaren terug deed ik vanuit deze verwondering een basiscursus Sjamanisme. We mogen daar een Axis Mundi (Latijn voor ‘wereldas’) vinden in onze herinneringen. Dit oeroude begrip geeft een verbindingslijn aan tussen het zichtbare en het onzichtbare, tussen het aardse en andere sferen. Via een geleide meditatie en de klanken van de trom, sta ik twintig jaar later ineens weer in de jungle van Equador, bij die waterval. Bijna net zo echt als toen.

Nu erover schrijvend, kan ik geen beter pad van verbinding bedenken dan dat. Daar vielen krachtinspanning, avontuur en overgave samen. Daar werd afzondering van de maatschappij gecombineerd met een wonderlijke nabijheid van mijzelf, rauwe prachtige natuur en vrienden. Daar werden grote angsten verbonden met moed en liefde en er was begrenzing. Ze reisden alle mee, op een manier waar ik toen aan toe was. Daar was ik deel van de wilde natuur. Daar heersten natuurwetten. Daar hing energie van het woud, die ons alle vier oversteeg.

Ik ben blij dat de herinnering levend werd en een levenslange hulpbron mag zijn. Die plek is toegerust me te verbinden met de wijsheid in en om me heen. Ik ga er regelmatig heen en reis door al dat moois in me.

Wat is jouw innerlijke plek waar zoveel samenkomt dat deze bijdraagt aan je evenwicht?

Is hoogsensitiviteit overprikkeling?

Ik ben hoogsensitief, want ik kan de hoeveelheid prikkels in deze maatschappij niet aan!”

Dat klinkt als een logische conclusie. En haast vaststaand, dat er niets anders te doen is dan dit feit maar accepteren. Is het ook kloppend als we kijken naar wat er inmiddels wetenschappelijk bekend is over hoogsensitiviteit? Of hebben we het hier over twee verschillende dingen? En wat is het nut om je te verdiepen in hoogsensitiviteit of emotionaliteit?

De bomen en het bos: hoogsensitief, hooggevoelig, prikkelgevoelig, overprikkeld

Laten we eens op onderzoek gaan en beginnen met de termen. In Nederland worden de woorden hoogsensitief en hooggevoelig door elkaar gebruikt. De Engelse populaire term hiervoor is High Sensitive Person (hsp), waar de wetenschap spreekt over Sensory Processing Sensitivity (SPS). In Belgie kiest professor van Hoof evoor om hoogsensitief en hooggevoelig als twee verschillende zaken te definieren. Dat maakt het soms wat verwarrend. In dit blog kies ik voor hoogsensitief, waar ook HSP, SPS (of in Nederland: hooggevoelig) kan staan.

Kort door de bocht zou je hoogsensitief kunnen lezen als een combinatie van diepgaande verwerking en omgevingsensitiviteit.

Het ‘Belgische hooggevoelig’ heeft te maken met prikkelgevoelig zijn, snel last hebben van zintuigelijke prikkels (licht, geur, labeltjes in kleding, externe stimuli), emotionaliteit door overprikkeling en het gemak waarmee je mentaal overweldigd raakt.

Hoogsensitiveit, een aangeboren positieve eigenschap

Hoogsensitiviteit is een aangeboren eigenschap, waarvan de afwijkende breinwerking is gezien op hersenscans. Je bent meer zelfbewust (voor de liefhebber: onderzoekers vonden een actievere Precuneus, waar het vermogen voor zelfreflectie en zelfbewustzijn zetelt), neemt meer nuances waar en verwerkt (zintuigelijke) prikkels grondiger (er zijn meer hersengebieden betrokken). Je wordt geraakt door subtiele en positieve dingen in het leven, zoals muziek, kunst en lekker eten. Je bent nieuwsgierig en empathisch. Het sterk geraakt worden geldt ook voor de ‘moeilijke’ emoties zoals afwijzing, schaamte, angst, overweldiging in het leven.

Uit onderzoek blijkt dat een hoogsensitief persoon meer hersteltijd nodig na afloop van taken/bezigheden. Kort geinterpreteerd: overprikkeling kan een gevolg kan zijn van hoogsensitiviteit, maar dat hoeft niet. Uit ander onderzoek blijkt dat een (positieve) omgeving meer invloed heeft op een hoogsensitief persoon, dan op de minder sensitieve persoon. De hoogsenstieve persoon kan in een positieve omgeving volledig tot bloei komen en volop van het leven in alle nuances genieten.

Emotionaliteit en prikkelgevoeligheid

Prikkelgevoeligheid op zichzelf kan hele andere oorzaken hebben, zoals trauma of een stoornis in het autisme-spectrum. Een getraumatiseerd persoon laat ook kenmerken zien als overalertheid, schrikachtig, moeilijker grenzen ervaren en/of aangeven, of emoties van anderen moeilijk kunnen onderscheiden van de eigen emotie. Daarnaast kan een persoon met trekken van autisme zeer overprikkeld raken van kleding, ruzie, lawaai of hitte en kou. En natuurlijk zal ook iemand die ver voorbij de eigen (prikkel)grens is doorgegaan, overprikkeld zijn. Emotionaliteit door overprikkeling heeft aandacht nodig. Het kan bij gebrek daaraan leiden tot een constante staat van stress en een voortdurend overweldigd voelen door de eisen van een hectische maatschappij.

Dat betekent niet dat het weg moet. Juist exploreren met het tegenovergestelde kan heel veel ruimte geven. Soms lukt het niet om zonder hulp uit de overweldiging te komen en is er professionele hulp nodig.

Heb je als hoogsensitief persoon dan iets te leren?

We zagen al dat de kern van hoogsensitiviteit een kwaliteit is én tegelijk dat een hoogsensitief persoon meer prikkelgevoelig is, door het zien en voelen van vele nuances en de diepgaande verwerking ervan. Dat betekent ook dat je als hoogsensitief persoon steeds overprikkeld kan raken als je je eigen sensitiviteit niet kent, niet kan spelen met grenzen of afwijken van de meerderheid, of niet geleerd hebt hoe ‘goed voor jezelf zorgen’ er dagelijks uitziet, op de lange termijn.

Het is fijn te leren wanneer het nodig is je even terug te trekken uit de drukte en hoe op tijd een rustdag in te plannen. En gezien je omgevingssensitiviteit ook, hoe je omgeving invloed op je heeft en hoe een voedende omgeving voor jezelf te creeeren. En wanneer je gekkigheid dansen juist de energie balanceert.

Ga vooral je eigen werking beter leren kennen. Bijvoorbeeld via de Polyvagaal theorie, of het speels opzoeken van prikkels, uitvergroten, faal-aardig leren zijn en het soort prikkels ontdekken dat je energie geeft. Hoe je systeem reageert op ongemak én dat jij daaronder en daarmee helemaal heel bent.

Het is experimenteren met jou unieke zijn. Het kennen van je eigen brein en je (andersoortige) behoeften steunen je om met aandacht zonder dodende serieusheid met deze bijzondere eigenschap te leven en er vooral van te genieten.

Uiteindelijk gaat het niet over ‘termen’, maar over jou: wat jij wil, nodig hebt en de wereld te geven hebt. En hoe het leven door je heen stroomt, met je neurodiverse brein.

Eigenwijs in Evenwicht biedt workshops, speelse ontdeksessies en begeleiding op het sensitieve pad 

#beinthedoing #balansinbeweging #speeljevrij #polyvagaaltheorie #vrijmenselijk #modderigespiritualiteit #belichaamdleiderschap #embodiment #herwilderen #eigenwijsinevenwicht #naturalgrowth #hsp #hb #sensitiviteit